Uitspraak Raad van State inzake generieke handelsvergunningen van escitalopram
ArrayOp 6 juli j.l. heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de zaak rond de handelsvergunningverlening voor een aantal escitalopram bevattende geneesmiddelen. De Raad van State heeft het hoger beroep van de firma Lundbeck A/S gegrond verklaard.
Het CBG dient opnieuw een besluit over de betreffende handelsvergunning-aanvragen te nemen. Een eerder besluit van het CBG daarover (d.d. 25 februari 2010) is door de Raad van State vernietigd. De uitspraak betreft een hoger beroep dat was ingesteld naar aanleiding van een eerdere uitspraak van de rechtbank te Haarlem. In tegenstelling tot de rechtbank, heeft de Raad van State nu (onder andere) geoordeeld dat het CBG geen eigen onderzoek heeft te doen naar de vraag of escitalopram een ‘new active substance’ is. De beoordelingsautoriteit van Zweden, die dit al beoordeeld had, moet worden gevolgd. Dit was overigens ook het oorspronkelijke uitgangspunt van het CBG.
In samenhang hiermee zijn thans de handelsvergunningen van de in de zaak betrokken generieke geneesmiddelen geschorst door de Raad van State.
Het betreft de volgende geneesmiddelen:Â
- Alfred Tiefenbacher GmbH & Co. KG
RVG 34786/9, 34790/6, 34803/6, 34817/20, 34825/8, 34829/32 - Ratiopharm GmbH
RVG 34801/2 - Winthrop Arzneimittel GmbH
RVG 34813/6 - CT-Arzneimittel GmbH
RVG 34807/8 - TEVA Nederland B.V.
RVG 34809/12 - Centrafarm Services B.V.
RVG 34821/4
Bron: CBG-MEB