(On)vrijwillig salaris inleveren

Array

“Collectieve investering in plaats van solidair loonoffer”Salaris inleveren! Deze maatregel is onvermijdelijk om de gevolgen van de bezuinigingen op te vangen. Dat bepleiten de directeur van het Huis voor de Zorg en de zorginstelling Mondriaan. Dat is zorgelijk!

Onder het motto van vrijwillige solidariteit bepleit Peter Peters, lid van de raad van bestuur van zorginstelling Mondriaan, een korting op het salaris van zijn medewerkers. Maar ook kwaadschiks snoeien moet kunnen. Aldus de opinie van Jo Maes in De Limburger. De directeur van Het Huis voor de Zorg, een onafhankelijk organisatie die zich inzet voor de belangen van (potentiele) zorgvragers in Limburg, pleit voor een structurele salarisverlaging in de sector van drie procent. Volgens Maes is dat nodig omdat door de ingrijpende bezuinigingen te veel gekwalificeerd personeel de zorg de rug toekeert. Gooien Peters en Maes de knuppel in het hoenderhok? Of blazen ze dikke rook om achterstallig onderhoud en het gemis aan ondernemend talent aan het gezichtveld te onttrekken?

“De onvrijwillige korting moet voor iedereen gelden, van bestuursvoorzitters tot thuiszorgmedewerkers, opdat de sterkste schouders ook de zwaarste lasten dragen”. Jo Maes speelt de kaart van de solidariteit. Dat is een beproefd middel om een onpopulaire maatregel erdoor te krijgen. Om daar iets tegenin te brengen moet men van goeden huize komen. Terecht merkt Maes op dat iedereen in de zorg nu en straks hard nodig is. Hij betoogt dat het ontslaan van medewerkers door de opgelegde bezuinigingen het paard achter de wagen spannen is. Daarmee verdwijnt immers juist de broodnodige kwaliteit.

Personele kosten bedragen tot zo’n 70% van de totale zorgkosten. Snoeien op deze post loont dus al snel. Logisch dat Peters geneigd is om naar dit middel te grijpen. Naar verwachting moet Mondriaan de komende jaren 7 miljoen goedkoper gaan werken. Volgens Lianne Brouwer, woordvoerder van Mondriaan, is de tijdelijke vrijwillige salariskorting slechts één van de opties. En als er weer genoeg ruimte binnen Mondriaan is, dan krijgen de medewerkers hun uren weer terug. Dan is er toch niks aan de hand, lijkt men te willen zeggen. Een mager staaltje ‘out of the box’ denken!

Dat kan en moet toch beter kunnen. Als het bestuur van Mondriaan écht vertrouwen heeft in het eigen kunnen, de veerkracht van de organisatie en de toekomst van de gezondheidszorg, dan stelt zij het personeel in de gelegenheid om te participeren in de instelling. Als men overtuigt is van de aanwezige ondernemerscapaciteit, dan is een ‘solidair loonoffer’ niet aan de orde. Maar werkt men aan een collectieve en duurzame investering voor de toekomst. Compleet met de garantie op terugbetaling. En daarbovenop een vooraf afgesproken rendement met prestatie afhankelijke premie. In dit participatiemodel krijgen de participanten, waaronder de medewerkers, net als in een heuse coöperatie, zeggenschap over de koers en het beleid van de instelling. Dat zou pas ondernemen met lef zijn. En een aansporing om de toekomst gezamenlijke en solidair aan te pakken.

Feitelijk is deze denkwijze een lans breken voor de introductie van vreemd investeringskapitaal. Maar dan wel op een zodanige wijze dat er maatschappelijke binding, sturing en verantwoording is. De uitwerking van een dergelijk model kan niet tot stand komen zonder medewerking van de overheid, de branche, zorgverzekeraars en de zorgconsument. Een gezamenlijke aanpak kan echt zoden aan de dijk zetten. Bijvoorbeeld om knellende regels los te maken die innovatie in de weg staan. Dat vergt wel leiders die er met visie, durf, creatieve ondernemersgeest én sociaal-maatschappelijk bewustzijn tegenaan willen gaan.

De oplossing van Mondriaan en het Huis van de Zorg is puur opportunistisch. Drie procent salaris inleveren om de gevolgen van een bezuiniging weg te werken, terwijl er wezenlijk niets verandert. Door het eenzijdig beeld dat deze oplossing uitstraalt creeert men enkel onrust en demotivatie. Het geeft juist voeding aan de twijfels van patienten en bewoners over de toekomst en kwaliteit. En men miskent dat de zorg met een serieus imagoprobleem worstelt: steeds harder werken, tegen een te geringe beloning en matige secundaire arbeidsvoorwaarden. De bezuinigingen zijn buitengewoon fors. Dat is zeker. Maar het is te gemakkelijk om er alle problemen op af te wentelen. Of te wijzen naar de financiele sector, die plotseling strengere voorwaarden stelt aan de organisatie van zorginstellingen alvorens met geld over de brug te komen. Aan de uitdagingen binnen de gezondheidszorg ligt een flinke dosis achterstallig onderhoud ten grondslag. Ook op instellingsniveau. Dat maakt een (on)vrijwillig loonoffer tot een potsierlijk voorstel.

Recente artikelen