“Twintig ingrepen per jaar” is een ervaringsnorm

In de berichten van afgelopen weken kwam regelmatig de minimumnorm van 20 ingrepen per jaar aan de orde als kwaliteitsnorm voor het medisch handelen. Ik vroeg mij af, op welk onderzoek deze norm is gebaseerd. Medisch adviseur Gerrit Salemink en IGZ inspecteur Jan Maarten van de Berg tekenen per mail  daarbij aan “dat er waarschijnlijk nergens empirisch bewijs is te vinden voor een grens, in de zin dat er ergens aannemelijk gemaakt is dat er een stapsgewijze kwaliteitssprong wordt gemaakt als de ervaring een bepaalde grens overschrijdt. Op het moment dat de relatie de vorm heeft van een curve of minder waarschijnlijk een lineair verband, dan wordt de keuze waar op de curve te gaan zitten een beleidsvraag. Als het effect op de sterfte zo groot is, dan kunnen  toezichthouders en zorginkopers dat niet negeren. Zij moeten daarin een positie innemen. Tachtig procent sterftereductie in sommige gevallen is niet te negeren.
Zo is die ondergrens van 20 per jaar dus toch min of meer algemeen aanvaard geraakt voor die situaties waarin er geen empirisch bewijs beschikbaar is voor iets anders.”. Tot zover Salemink en Van de Berg en dit bericht. De Julius Masterclass Kwaliteit en Financien besteedt grote aandacht aan de relaties volumen en kwaliteit. Klik hier, als je belangstelling hebt voor deze masterclass.

Janine Budding