Overheid gebruikt sport om invulling te geven aan WMO

Array

sportjeugd-200x200Welke maatschappelijke meerwaarde heeft sport? In de sportwereld zelf is het afgelopen decennium steeds meer oog gekomen voor de rol die sport kan spelen bij het aanpakken van maatschappelijke problemen. In hoeverre zijn maatschappelijke organisaties zich andersom bewust van de kansen die sport biedt? Annet den Hoed is afdelingshoofd bij de directie Maatschappelijke Ondersteuning op het ministerie van VWS. In die hoedanigheid is zij verantwoordelijk voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Zij beschouwt sport als een waardevol hulpmiddel.

Ook voordat de WMO in werking trad (2007) was er bij de overheid aandacht voor de maatschappelijke kracht van sport. Het ministerie van VWS stelde in 2005 tot 2011 een subsidie beschikbaar van 80 miljoen euro voor de zogenaamde ‘Buurt, Onderwijs, Sport (BOS)-impuls’. “In totaal hebben 233 gemeenten projecten ingediend en uitgevoerd met gelden uit die regeling”, aldus Den Hoed. “Dat waren vooral projecten die gericht waren op het verminderen van achterstanden bij kinderen en het terugdringen van overlast door jongeren in wijken. Daarbij waren vaak scholen betrokken, er waren buurtactiviteiten, activiteiten met verenigingen en combinaties daarvan. De zogenaamde BOS-impuls liep tot 2011. Daarna was het aan de gemeenten om die projecten zelf voort te zetten zonder subsidie van de rijksoverheid. Het was een stimuleringssubsidie.” Volgens Den Hoed zijn er diverse gemeenten waar BOS-projecten na verloop van tijd vast onderdeel zijn geworden van het gemeentelijk beleid. “Er zijn in verschillende gemeenten bijvoorbeeld buurtsportmedewerkers, die voor jongeren in de wijk sport- en spelactiviteiten organiseren.”

Katalysator in sociaal verkeer
De Directie Maatschappelijke Ondersteuning van VWS geeft sport ook een plaats bij de uitvoering van de WMO. “We hebben ons daarbij meteen de vraag gesteld hoe we ervoor kunnen zorgen dat sport een middel wordt dat gemeenten kunnen inzetten bij het uitvoeren van de WMO”, aldus Den Hoed. “Sport is een middel dat je kunt gebruiken om kinderen gezond te laten bewegen, ervoor te zorgen dat ze niet teveel rondhangen. Het is een katalysator in sociaal verkeer. Ook als het gaat om bijvoorbeeld eenzaamheid bij ouderen is sport een middel dat je kunt inzetten. We hebben een brochure gemaakt met voorbeelden van projecten die gemeenten op touw kunnen zetten om sport te betrekken bij de uitvoering van de WMO.”

De Brochure ‘Sportief Participeren’ uit 2011 begint met een korte uitleg van de WMO: ‘De vier maatschappelijke doelen van de WMO zijn participatie, redzaamheid, actief burgerschap ofwel maatschappelijke inzet, en sociale samenhang.’ Op al die punten kan sport een rol spelen. Voormalig VNG-voorzitter Ralph Pans noemt in zijn voorwoord een aantal voorbeelden van projecten: ‘Eindhoven organiseert sport- en beweegactiviteiten voor dak- en thuislozen. Maarssen laat 55-plussers én mensen met een beperking ‘sportief samen leven’ met een gelijknamig masterplan. En Hellendoorn bouwt een voor alle doelgroepen toegankelijk sportcomplex. Het zijn zomaar wat voorbeelden van gemeenten die sport en bewegen gebruiken om kwetsbare groepen te bereiken.”

Geen geld
De directie Maatschappelijke Ondersteuning heeft geen direct subsidiegeld voorhanden om dergelijke maatschappelijke projecten op sportgebied bij gemeenten te initiëren. Het is de verantwoordelijkheid van gemeenten om hiervoor geld in te zetten. De directie ondersteunt beleid met de intentie sport in te zetten bij de gemeenten, onder meer door middel van die brochure ‘Sportief participeren’.

Daarin worden voor gemeenten vier modellen gepresenteerd om sport in het beleid te integreren. Er is een ‘sportstimuleringsmiddel’, waarbij de gemeente zich richt op de ondersteuning van amateursport in verenigingsverband. Er is verder een ‘sociale ontwikkeling model’, waarbij een gemeente ervoor kiest sport in te zetten als middel om de doelstellingen van het welzijns- en gezondheidsbeleid te bereiken. En bij het ‘economische ontwikkeling model’ wordt sport ingezet ter bevordering van de lokale economie.

Samenwerking
Het vierde model brengt de voorgaande drie samen: het ‘integrale model’. Dat is volgens Den Hoed het beste: “Er moet binnen alle beleidsvormen gekeken worden of sport een rol kan spelen. Gemeenten moeten kijken naar de voor- en nadelen van clustering van sportvoorzieningen, in het bijzonder met andersoortige voorzieningen zoals buitenschoolse opvang), gemeenten kunnen budgetten stapelen en beleidsafdelingen kunnen samenwerken. Dat gebeurt ook op het ministerie van VWS. Daar werkt de directie Maatschappelijke Ondersteuning van VWS nadrukkelijk samen met de directie Sport. Den Hoed: “Welzijn en sport hebben enorm veel raakvlakken. Een voorbeeld daarvan is de ‘landelijke sport- en beweegdag’, een speciale sportdag op Papendal voor cliënten van de maatschappelijke opvang en de vrouwenopvang.”

Voor meer informatie: Brochure Sportief participerenhttp://www.invoeringwmo.nl/sites/default/files/Magazine_Sportief_Participeren.pdf

Bron: Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen

Redactie Medicalfacts / Alida Budding - Hennink

Samen met mijn dochter Janine Budding verzorg ik dagelijks het online medisch nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant is. De rol en beleving van patiënt & Healthy Ageing, zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik heb jarenlang ervaring in diverse functies in thuiszorg.

Recente artikelen