Verhoogd gezondheidsrisico voor dikke mensen met weinig soorten darmbacteriën

Array

Personen met een soortenarme samenstelling van darmbacteriën hebben in vergelijking met individuen met een grote soortenrijkdom meer kans op aan obesitas gerelateerde aandoeningen, zoals diabetes. Een internationaal team van onderzoekers, waaronder microbiologen van Wageningen University, toont dat aan in een publicatie in Nature van 29 augustus.

In de omvangrijke EU-studie MetaHIT (Metagenomics of the Human Intestinal Tract) wist het onderzoeksteam uit 8 landen in 28 instituten en universiteiten een onderscheid te maken tussen individuen op basis van de samenstelling van hun darmbacteriën. dikke vrouw overgewicht obesitasDe wetenschappers analyseerden de darmbacteriesamenstelling van 292 Deense volwassenen, waaronder 169 personen met duidelijk overgewicht (obesitas, BMI > 30) en 123 niet-obese mensen met een lager gewicht (BMI < 30). Onder die laatste groep zijn ook slanke personen. Het team onderscheidde binnen de hele onderzoekspopulatie twee groepen personen aan de hand van hun soortenrijkdom aan bacteriën en het vóórkomen van enkele kenmerkende darmbacteriën.

Uit de studie blijkt dat een kwart van de onderzochte groep Denen een arme bacteriepopulatie bezit, terwijl de overigen als ‘rijk’ worden bestempeld. In beide groepen komen slanke en dikke mensen voor, hoewel 80 procent van de personen met weinig bacteriesoorten ook zwaarlijvig is. Opmerkelijker is dat de groep die soortenarm is, meer bacteriesoorten bevat die ontstekingen kunnen bevorderen en juist minder bacteriesoorten met een potentieel ontstekingsremmende invloed en daardoor als ‘ongezonder’ te boek staat. De ‘rijke’ en ‘arme’ individuen kunnen gemakkelijk worden onderscheiden van elkaar aan enkele typische bacteriesoorten. Zo bleken in bacteriearme individuen onder andere verscheidene ruminococci  meer voor te komen, een groep die eerder al was gekoppeld aan ontstekingen. Daarentegen komt bijvoorbeeld Akkermansia meer voor in rijke darmen. Die bacteriegroep werd eerder in Wageningen ontdekt. Ze versterkt (bij muizen) de darmbarrière zodat ziekteverwekkers minder kans maken binnen te dringen.

Met twee geavanceerde technieken kon het team de darmbacterie samenstelling van de individuen onderscheiden. Door enerzijds alle genomen van de voorkomende bacteriën te vergelijken – kwantitatieve metagenomics – en anderzijds via een chip bacteriënsoorten te identificeren – fylogenetische microarrays – kwam dezelfde tweedeling tot uiting van arme en rijke darmbacteriepopulaties. Afhankelijk van de toegepaste meetmethode vonden de onderzoekers een verschil tussen de twee groepen van 68 procent (bij het ‘genen tellen’ via metagenomics) of 32 procent (door met de microarray-methode de soorten te tellen). De snelle en goedkopere microarray-technologie is eerder ontwikkeld aan het Wageningse Laboratorium voor Microbiologie onder leiding van prof. Willem M. de Vos. Dat de microarray methode zo vruchtbaar is verbaasde de Wageningse promovendus Sebastian Tims, betrokken bij het onderzoek, wel: “Het was wel verrassend dat de fylogenetische microarray zo’n heldere uitkomst bood. Nu hebben we een methode die goedkoper is en minder ingewikkeld, omdat je al de afkomst van alle genen niet hoeft te ontrafelen”.

Risico
In totaal blijken de personen met een arme soortenrijkdom aan darmbacteriën meer lichaamsvet te bezitten, ongevoeliger voor insuline, ongunstigere vetzuurprofielen in het bloed te hebben, en vertonen zij verhoogde bloedspiegels aan ontstekingsmarkers en witte bloedcellen, zodat bij elkaar genomen hun risico op diabetes en hart- en vaatziekten hoger is.

Daarnaast stelden de onderzoekers vast dat de onderzochte zwaarlijvige Denen met arme bacteriepopulaties sneller aankomen dan hun slankere landgenoten. Bij de eerste groep komen acht specifieke bacteriesoorten niet of nauwelijks voor. Deze bacteriesoorten spelen mogelijk een beschermende rol bij gewichtstoename van de persoon.

De uitkomsten van de studie effenen het pad voor preventieve en strategische medicijnen voor chronische aandoeningen. Dan moet de arme bacteriestatus wel vroegtijdig vastgesteld en met passende interventies bijgesteld kunnen worden.

De studie laat ook meer licht schijnen op de rol van darmbacteriën en hun vermogens om – mogelijk meer dan de genen in ons eigen genoom – sturing te geven aan het prille begin van obesitas en de gevolgen daarvan.

Artikel
Emmanuelle Le Chatelier et al. Richness of human gut microbiome correlates with metabolic markers. Nature, 29 August 2013. DOI: 10.1038/nature12506

Bron: WUR

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen