
Politieke discussie zorgkosten onontkoombaar
ArrayDe politiek kan niet langer om het vraagstuk heen wat de behandeling van ziekten mag kosten. Ontwikkelingen van aantallen patiënten, groeiende behandelmogelijkheden en kosten van behandelingen vragen om een maatschappelijke oordeel.
Vandaag opent de Volkskrant met een artikel waarin zorgen worden geuit over de betaalbaarheid van de kankerzorg in de komende jaren. Onderdeel van die zorg zijn de kosten van geneesmiddelen. Afgelopen zes jaar zijn de uitgaven aan kankergeneesmiddelen met grofweg vijftig procent gestegen. Gerekend met de bruto prijzen stegen de uitgaven van 263 miljoen in 2006 naar 383 miljoen in 2012 (bron: FarmInform). De werkelijke prijzen liggen lager door onderhandelingen tussen ziekenhuizen, zorgverzekeraars en farmaceutische bedrijven, maar de trend is dezelfde. In diezelfde periode steeg het aantal mensen bij wie kanker werd gediagnostiseerd van 85.000 naar 100.000 per jaar, blijkt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie. Het RIVM heeft aangegeven dat dit aantal komende zeven jaar met een kwart verder toeneemt.
Tegenover de stijgende kosten staan positieve ontwikkelingen op het vlak van overlevingskansen. Bij sommige kankersoorten is de vijfjaarsoverleving in de afgelopen twintig jaar spectaculair gestegen, in een enkel geval met meer dan 20 procent. Ook liggen mensen bij wie kanker wordt geconstateerd, veel korter in het ziekenhuis. Daarnaast is door beter op de patiënt toegesneden behandelmethoden en geneesmiddelen de kwaliteit van leven verbeterd. Al deze aspecten moeten onderdeel vormen van de discussie over de balans tussen kwaliteit en betaalbaarheid van zorg. Die mag zich dus niet beperken tot de kosten van geneesmiddelen. Uit cijfers die het RIVM deze week presenteerde in zijn Kosten van Ziekten-database, valt op te maken dat de totale kosten van de kankerzorg in Nederland in 2011 3,5 miljard euro bedroegen (in 2007 was dat 3 miljard). Geneesmiddelen maken van dat bedrag dus iets meer dan 10 procent uit. Dat verhoudt zich redelijk tot het aandeel dat alle verstrekte geneesmiddelen (in ziekenhuizen én daarbuiten) hebben in de totale zorgkosten in ons land (net onder de tien procent).
In de Volkskrant pleiten onder meer artsen voor een maximumvergoeding voor kankergeneesmiddelen. Dat kan inhouden dat bepaalde middelen niet langer beschikbaar zijn voor alle patiënten of dat bepaalde ontwikkelingen naar betere medicatie worden gestopt. Volgens Nefarma kan de politiek zich niet langer afzijdig houden bij dergelijke afwegingen. De centrale vraag is en blijft: wat mag goede zorg kosten en hoe wil de samenleving die financieren?
De geneesmiddelenfabrikanten willen graag gesprekspartner zijn in die discussie. De behandeling van kankerpatiënten kost veel, daar staat tegenover dat de zorg in Nederland als één van de beste in de wereld wordt gezien. De gisteren gepresenteerde European Healthcare Index zette de Nederlandse zorg op één in de Europese Unie.
Nieuwe geneesmiddelen zijn steeds meer toegesneden op de situatie van de individuele patiënt. De artsen krijgen steeds meer mogelijkheden, mede door de komst van zogeheten biologische geneesmiddelen. Deze zijn echter veel duurder in de productie dan traditionele geneesmiddelen. Door de ontwikkeling van geneesmiddelen voor kleine patiëntengroepen stijgt bovendien de prijs per geneesmiddel.
De vraag of de behandelkosten (kosten van ziekenhuis, artsen en geneesmiddelen) aanvaardbaar zijn, moet niet in de spreekkamer tussen arts en individuele patiënt worden gevoerd. Nefarma sluit zich daarmee aan bij de uitspraak van de voorzitter van de oncologenvereniging in de Volkskrant.
Bron: Nefarma