Elektronische gegevensuitwisseling zorg voldoet aan privacywetgeving

Systeem voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg voldoet aan eisen privacywetgeving.
Het gerechtshof Arnhem – Leeuwarden heeft VZVZ volledig in het gelijk gesteld door alle eisen af te wijzen in het hoger beroep van de rechtszaak die VPHuisartsen voerde. In deze zaak ging het om de vraag of het door de Vereniging van zorgaanbieders voor zorgcommunicatie (VZVZ) ontwikkelde systeem voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg in overeenstemming is met de privacywetgeving. Hiermee bekrachtigt het hof het eerdere vonnis van de rechtbank Midden-Nederland. VZVZ stelt dat zij onverminderd doorgaat met haar activiteiten voor veilige patiëntenzorg.Volgens het gerechtshof voldoet het systeem aan de eisen van de privacywetgeving.

Centraal in de zorginfrastructuur staat de centrale verwijsindex, ook wel LSP genoemd. Dit is de index die aangeeft bij welke zorgverleners – huisartsen en apothekers – zich patiëntgegevens bevinden. De informatie blijft decentraal opgeslagen in de eigen systemen van de huisarts of de apotheek van de betrokken patiënt, maar op basis van een (bij die zorgverlener in het systeem geregistreerde) schriftelijke toestemming kunnen aangesloten zorgaanbieders die een behandelrelatie hebben met de patiënt (althans die dat in het systeem aangeven), via het LSP toegang krijgen tot bepaalde onderdelen uit de dossiers van aangesloten huisartsen en apothekers. De zorgaanbieders gebruiken hiervoor een unieke UZI-pas met pincode. VZVZ neemt, op basis van voornoemde toestemming, een verwijzing op naar een specifiek dossier bij een zorgverlener in de verwijsindex en faciliteert de gegevensuitwisseling.

De eisers (onder andere een huisartsenvereniging) menen dat het LSP niet zodanig is ingericht dat zij – in lijn met het medisch beroepsgeheim – kunnen aangeven welke informatie voor een specifiek gekend doel mag worden verstrekt aan een gekende derde. Ook stellen eisers dat de door VZVZ gevraagde toestemming van de patiënt juridisch gebrekkig is en onvoldoende grondslag vormt voor het doorbreken van het beroepsgeheim.

Geen inbreuk op persoonlijke levenssfeer van patiënt
Het hof volgt eisers niet. Volgens het hof (en eerder ook de rechtbank) voldoet het systeem aan de eisen van de privacywetgeving. Het inrichten en gebruiken van een zorginfrastructuur waarbij, op grond van een eenmalige op voorhand gegeven toestemming door de patiënt, zorgaanbieders bepaalde onderdelen uit de dossiers van huisartsen en apothekers kunnen inzien, betekent niet dat een ongerechtvaardigde inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de patiënt wordt gemaakt. Een dergelijke toestemming kan een gerechtvaardigde doorbreking van de geheimhoudingsplicht van de (informatie verstrekkende) zorgaanbieder opleveren. Van belang is dat patiënten ervoor kunnen kiezen bepaalde informatie af te schermen. Daarop wordt in de informatiebrochure aan de patiënten ook gewezen.

Voor een rechtmatige gegevensuitwisseling is wel nodig dat de toestemming uit vrije wil wordt verleend, voldoende specifiek is en gebaseerd is op voldoende informatie (‘informed consent’). Naar het oordeel van het hof voldoet het huidige systeem van toestemming vragen aan deze eisen.

Uitbreiding keuzemogelijkheden
Het hof maakt de volgende kanttekeningen: de patiënt is nu nog beperkt in zijn keuzemogelijkheid ten aanzien van de (type) zorgaanbieders die gegevens mogen inzien. Zo kan de patiënt niet aangeven dat hij wel instemt met uitwisseling van gegevens bijvoorbeeld ten behoeve van waarnemingen (spoedeisende situaties), maar niet met de uitwisseling van gegevens ten behoeve van bijvoorbeeld medisch specialisten (meestal geen  spoedeisende situatie). Ter zitting is gebleken dat VZVZ werkt aan de ontwikkeling van een systeem waarbij de patiënt bepaalde (categorieën) zorgaanbieders van toestemming kan uitsluiten en hij aldus meer regie heeft over de gegevensuitwisseling. Van VZVZ mag verwacht worden dat, zodra het technisch mogelijk en uitvoerbaar is om de onderhavige ‘iedereen-of-niemand-toestemming’ te vervangen door een systeem waarbij bepaalde (categorieën) zorgaanbieders kunnen worden uitgesloten van de toestemming, zij het ertoe leidt dat het systeem ook daadwerkelijk in die zin zal worden gewijzigd.

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen