Afweer steeds vaker ingezet tegen kanker
ArrayEen nieuw soort behandeling van kanker zit in de lift: immuuntherapie. Daarbij wordt het eigen afweersysteem van de patiënt ingezet om de tumor onschadelijk te maken. “Er komen steeds meer immuuntherapieën die de komende jaren nog doelgerichter zullen worden”, voorspelt Sander Kelderman.
Hij promoveerde op 30 november aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Van nature valt ons afweersysteem kankercellen aan, omdat ze afwijken van gezonde cellen. Kankercellen verzinnen soms trucjes om de afweer te omzeilen, waardoor een tumor kan groeien. Het idee achter immuuntherapie is de afweer een handje te helpen bij het bestrijden van kankercellen. Er zijn verschillende vormen van immuuntherapie, vertelt Sander Kelderman. “Je kunt afweercellen uit het lichaam halen en in het lab vermenigvuldigen. Vervolgens geef je dan veel meer afweercellen terug aan de patiënt. Dat noemen we ook wel celtherapie.”
Bij een andere vorm van immuuntherapie krijgt de patiënt medicijnen die de rem van het afweersysteem afhalen. “Van nature stoppen afweerreacties snel om te voorkomen dat ze uit de hand lopen. Tumorcellen maken hier soms misbruik van door de rem in te schakelen. Er zijn medicijnen ontwikkeld die de rem er af kunnen halen, zodat afweercellen de tumorcellen weer aanvallen.”
Eerste immuuntherapie
Immuuntherapie heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen, maar de aanloop is lang geweest. Kelderman: “In de jaren vijftig dachten immunologen al na over mogelijkheden om het eigen immuunsysteem in te zetten tegen kanker. Pas in 2010 kwam de eerste immuuntherapie op de markt: ipilimumab tegen uitgezaaide melanomen, een ernstige vorm van huidkanker. Daarna is het snel gegaan. Nu buitelen de nieuwe behandelingen over elkaar heen.” Immuuntherapie wordt nu vooral ingezet tegen melanoom, longkanker en blaas- en nierkanker, maar er loopt veel onderzoek naar andere vormen van kanker en patiënten kunnen soms meedoen aan onderzoek met een nieuw, experimenteel middel.
Gecombineerde behandeling
Hoewel sommige patiënten spectaculair opknappen door immuuntherapie, reageert de meerderheid er niet op. Kelderman: “Onderzoek richt zich nu veel op de vraag waarom het bij de ene patiënt wel heel goed werkt en bij de andere helemaal niet, of maar tijdelijk. Ik verwacht dat we daar de komende vijf tot tien jaar veel over zullen leren. Dan kunnen de behandelingen ook steeds doelgerichter worden en op de individuele patiënt toegesneden. Dat zal waarschijnlijk vaak een gecombineerde behandeling zijn van twee soorten immuuntherapie bijvoorbeeld, of immuuntherapie met chemotherapie of bestraling. Uiteindelijk willen we vooraf kunnen bepalen voor welke patiënt welke aanpak het beste is.”
Eierstokkanker
Onderzoekers speuren daarom naar zogenoemde biomarkers: stoffen in het bloed die al in een vroeg stadium voorspellen of een patiënt baat bij de immuuntherapie heeft of niet. Kelderman houdt zich daar nu even niet mee bezig. “Vanaf januari ga ik in opleiding tot gynaecoloog, maar mijn werk als arts wil ik graag combineren met onderzoek naar immuuntherapie voor gynaecologische kankers. We denken dat immuuntherapie een belangrijke rol kan spelen in de toekomstige behandeling van eierstokkanker. Daar zou ik graag onderzoek naar doen.”
Bron: LUMC