
Politiek moet duidelijke keuze maken over positie nabestaanden in wet orgaandonatie
ArrayArtsenfederatie KNMG dringt aan op een duidelijke politieke keuze over de positie van nabestaanden en wilsonbekwamen in het wetsvoorstel voor actieve donorregistratie dat momenteel wordt besproken in de Eerste Kamer. Blijft hun positie diffuus, dan leidt dit zowel voor nabestaanden als voor artsen tot zeer lastige situaties. KNMG-voorzitter René Héman: “Wij willen graag meewerken aan de uitvoering. Maar de principiële keuze ligt bij de politiek.”
De KNMG uitte al in 2017 haar zorgen over de uitvoerbaarheid van de wet voor artsen waar het gaat om de positie van nabestaanden en wilsonbekwamen. In het debat over het wetsvoorstel op 30 januari 2018 stond de Eerste Kamer hier uitvoerig bij stil: wat als iemand met ‘geen bezwaar’ staat geregistreerd in het Donorregister, maar de nabestaanden moeite hebben met het uitnemen van organen? Het wetsvoorstel geeft nabestaanden de ruimte om ‘aannemelijk’ te maken dat de registratie in het Donorregister afwijkt van wat hun naaste werkelijk wilde. Maar hoe moeten artsen vaststellen of de familie dit voldoende onderbouwt? Hebben de nabestaanden het laatste woord? Dit is in het wetsvoorstel niet uitgewerkt en ook de Memorie van Toelichting geeft artsen onvoldoende houvast.
Vetorecht nabestaanden?
Een open norm kan leiden tot rechtsonzekerheid voor artsen en verwarring en spanningen tussen artsen en nabestaanden. Daarom acht de KNMG een duidelijke positionering van nabestaanden essentieel: hebben zij wel of geen vetorecht? KNMG-voorzitter René Héman: “Dit is een politieke keuze die niet naar de medische beroepsgroep kan worden doorgeschoven, het gaat immers om een principiële keuze. Als dit voorstel ongewijzigd wordt ingevoerd, vrezen wij complexe situaties voor artsen en nabestaanden, en dat in een emotionele periode waarin nabestaanden afscheid moeten nemen van hun naaste. Juist dan is duidelijkheid van het grootste belang.”
Protocol
In het politieke debat werd geopperd dat de medische beroepsgroep het criterium van aannemelijkheid zou kunnen uitwerken in een protocol. Héman: “We willen zeker meewerken aan een protocol als de wet wordt aangenomen, maar een belangrijke randvoorwaarde voor veldnormen als deze is een heldere politieke en juridische basis. Dat principiële punt kan je niet bij de medische beroepsgroep neerleggen.”
Onderbelicht in debat: vergewisplicht
In het debat in de Eerste Kamer bleef een ander heikel punt enigszins onderbelicht: de vergewisplicht die de arts in het nieuwe voorstel krijgt. Deze vergewisplicht houdt in dat de arts zich ervan moet vergewissen dat de overledene ten tijde van de registratie wilsbekwaam was. “Deze plicht kan vergelijkbare problemen opleveren, zowel voor de arts als voor nabestaanden als je dit niet bij wet regelt”, aldus Héman. “Zoals het nu in het wetsvoorstel staat, is het praktisch onmogelijk en juridisch problematisch voor dokters om te voldoen aan deze plicht.” Zo is voorgesteld dat de arts contact moet opnemen met de huisarts van patiënt om vast te stellen dat de patiënt wilsbekwaam was ten tijde van de registratie. Dit stuit echter op praktische en juridische bezwaren. Onduidelijk is ook wanneer de arts precies heeft voldaan aan deze vergewisplicht.
D66 heeft aangekondigd vrijdag 2 februari 2018 te komen met een brief die nader op deze kwesties ingaat. De KNMG zal deze brief met aandacht lezen en het verdere debat actief volgen.
Bron: KNMG