Promotie: Succes pil betekende einde van katholieke artsenvereniging

Array

De introductie van de anticonceptiepil, vijftig jaar geleden, bracht katholieke artsen in gewetensconflicten. Onder druk van hun patienten aanvaardden ze uiteindelijk de pil. Daarmee verdween het verschil tussen katholieke en niet-katholieke artsen. Toch duurde het nog tot 1980 voordat de Rooms-Katholieke Artsenvereniging (RKAV) werd opgeheven. Historicus Siem Hofstee onderzocht het debat tussen katholieke artsen over geboorteregeling in de jaren 1945 – 1970. Op 26 april promoveert hij aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

De katholieke artsen hadden een belangrijke taak in het begeleiden van gezinnen bij de geboorteregeling. Ondanks het verbod van de kerk op orale anticonceptie is de introductie van de pil als een bevrijding gezien, ook door katholieke artsen. Hofstee: ‘Katholieke artsen ervoeren in hun praktijk hoe moeilijk katholieke gezinnen het hadden met de rigide opvatting van de kerk over geboorteregeling. Maar als katholieke arts moesten ze trouw zijn aan de opvattingen van de kerk. Dat gaf morele problemen.´

Boodschapper van de katholieke moraal Voor de in 1919 opgerichte R-K Artsenvereniging waren voorschriften van het Vaticaan op medisch-ethisch gebied maatgevend. Anticonceptie was in strijd met de katholieke leer. Toen het omstreeks 1930 mogelijk werd om de onvruchtbare periodes in de cyclus van de vrouw nauwkeurig vast te stellen en deze alleen voor seksueel contact te gebruiken, kwam er een methode van geboorteregeling, die door de kerk ? onder strenge voorwaarden – werd toegestaan. Echtparen moesten voor toepassing van deze periodieke onthouding goede redenen hebben (zoals een groot aantal kinderen of een medische reden) en toestemming vragen aan arts en priester.

Groot gezin
Huwelijksproblemen Periodieke onthouding bleek in de praktijk een erg onbetrouwbare methode van geboorteregeling. Dus werden er ook veel ongewenste kinderen geboren en dat leidde vaak tot grote problemen in gezinnen. Hofstee: ?Eind jaren vijftig kwam een groeiend besef dat deze problemen te groot waren voor artsen en priesters’. Uit een in 1959 gehouden enquête onder katholieke artsen bleek een groot verschil in opvattingen tussen katholieke artsen en hun patienten. Een groot deel van de patienten paste niet toegestane vormen van geboorteregeling toe zoals coïtus interruptus of condooms. Hofstee: ?De katholieke artsen gaven volmondig toe dat zij bij het geven van hulp aan hun patienten gefaald hadden. Ze gaven voorlichting over periodieke onthouding, maar hun patienten waren niet in staat die toe te passen. Dit bracht veel artsen aan het twijfelen.’

Ovulatieremmer met ‘bijwerking’ Vanaf 1962 ging Organon een ? door de kerk verboden ? anticonceptiepil produceren. Dat leverde problemen op voor de katholieke medewerkers van de fabriek in Oss en voor de marketing gericht op katholiek Nederland. Door toedoen van de katholieke arts Van Keep, die bij Organon werkte en later adviseur van bisschop Bekkers werd, werd de introductie van de pil gered. Van Keep droeg uit dat het ging het om een ovulatieremmer, die primair diende om de cyclus te regelen en menstruatiepijnen te bestrijden. Daaraan konden medewerkers zonder gewetensnood aan meewerken. Dat het ook anticonceptief werkte was bijzaak.

Productie anticonceptiepil Organon
Brief Alfrink Gezien de nood onder katholieken en het beschikbaar komen van de pil moest geboorteregeling bespreekbaar worden voor de kerk. Legendarisch – en bevrijdend voor veel katholieken – was de tv-toespraak waarin bisschop Bekkers sprak over gezinsgrootte als een zaak van de ouders (1963). Vrijwel gelijktijdig schreef kardinaal Alfrink een brief aan zijn collega-bisschoppen, waarin hij aangaf dat echtparen die de periodieke onthouding niet konden volbrengen, gebruik mochten maken van de pil. Hofstee: ?De leiding van de katholieke kerk in Nederland verschilde in 1963 op dit punt dus al van mening met het Vaticaan, dat geboorteregeling anders dan via periodieke onthouding bleef veroordelen.’ Overigens heeft Alfrink zijn brief vermoedelijk nooit verstuurd. Hofstee vond de brief, gedateerd op 23 maart 1963, in het bisschoppelijk archief.

Moreel dilemma Het tij was onomkeerbaar. In 1963 werd de pil als geneesmiddel opgenomen in de wet en was ze op recept verkrijgbaar. Bij onderzoek in 1968 bleek dat katholieke artsen inmiddels vrijwel zonder uitzondering de pil voorschreven. Katholieke en niet katholieke artsen kwamen elkaar steeds verder tegemoet, waarmee de noodzaak voor een organisatie van katholieke artsen verdween. Veel artsen zegden dan ook hun lidmaatschap op, waarna de RKAV uiteindelijk in 1980 werd opgeheven. Toen waren er bij stemming voldoende voorstanders voor opheffing.

Siem Hofstee (Hilversum, 1934) studeerde Chemical engineering en was plant manager van een synthetische harsfabriek. In 1997 begon hij met zijn studie geschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen, waar hij in 2002 afstudeerde. In 2003 startte hij met zijn promotieonderzoek, dat uitmondde in dit proefschrift.

Siem Hofstee, Van periodieke onthouding naar pil. De rol van de R.-K. artsenvereniging en haar leden in het anticonceptiedebat in de periode 1945-1970 in Nederland (Letteren).

Promotiedatum: 26 april 2012, Radboud Universiteit Nijmegen. Promotores: prof. dr. T.L.M. Engelen, prof. dr. P.M.M. Klep.

Redactie Medicalfacts / Alida Budding - Hennink

Samen met mijn dochter Janine Budding verzorg ik dagelijks het online medisch nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant is. De rol en beleving van patiënt & Healthy Ageing, zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik heb jarenlang ervaring in diverse functies in thuiszorg.

Recente artikelen