Externe Defibrillator (AED) in politieauto kan levens redden, Remkes weigert te investeren

Array

Minister Remkes van Binnenlandse Zaken negeert advies van de Raad van Volksgezondheid
Met een AED kan het hart weer op gang worden gebracht. Het bijzondere van een AED is dat een getrainde leek het kan bedienen. Dat komt door een ingebouwde computer, die instructies geeft, de gebruiker begeleidt en de stroomstoten doseert. De politie is na een melding vaak als eerste ter plaatsen en kan op deze manier een groot aantal levens redden. De Raad voor de Volksgezondheid (RVZ) wil dat politieauto’s worden uitgerust met defibrillatoren. De Tweede Kamer gaat hierin mee en heeft 28 april in een motie uitgesproken dat in alle politieauto’s een AED komt. Minister Remkes van Binnenlandse Zaken voelt hier echter niets voor. Het is volgens de minister geen kerntaak van de politie, het kost 5,8 miljoen euro en training met de defibrillator zou structureel 45 arbeidsplaatsen kosten. De Raad van Hoofdcommissarissen is tegen defibrillators in politieauto’s ‘omdat agenten niet zijn opgeleid om medische handelingen te verrichten.’ De RVZ vindt een verbod op levensreddende handelingen door first responders als brandweermensen of politie niet te accepteren. De RVZ vindt het argument dat levensreddend handelen niet de taak is van de politie niet overtuigend. Als van iedere burger hulp in nood wordt verwacht, mag dat toch zeker ook van de politie worden verwacht? De politie is er om te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven, aldus een nieuwsbericht van de RVZ.

Recente artikelen