Verkeerde conclusies getrokken: borstzelfonderzoek is niet nutteloos!

Array

Enkele weken terug werd in de media gerapporteerd dat het borstzelfonderzoek de sterfte door borstkanker niet doet afnemen. De conclusie dat zelfonderzoek nutteloos is, lijkt terecht. Want er is dus geen winst geboekt in de groep met zelfonderzoek. Het is echter zeker niet verkeerd om een gezond bewustzijn te cultiveren bij vrouwen betreffende borstkanker.
Dit bestaat dan vooral uit het niet negeren van alarmsignalen. Dit betekent goede voorlichting, zonder paniek te zaaien. Uit diverse waarnemingen blijkt dat binnen een borstonderzoek nog altijd nuttig is. Zeven op de tien vrouwen is instaat om als eerste haar borstkanker te ontdekken. Bij een groep vrouwen die door erfelijke factoren en een ver doorgedreven bewustmaking zijn artsen wel vaker onnodige puncties en zelfs operatieve ingrepen gebeuren die achteraf niet noodzakelijk waren.Deze blijken echter door de angst om iets te missen erg lastig te vermijden. De onnodige ingrepen zijn ook niet alleen aan het zelfonderzoek te wijten.

Hetzelfde geldt voor het Russische onderzoek en dit is dan ook ons punt van kritiek. Het vervolgonderzoek – klinisch onderzoek door de specialist en een mammografie – na een positieve bevinding van een vrouw bij borstzelfonderzoek, werkte ook daar niet voldoende geruststellend om zo onnodige puncties te vermijden. Mogelijk ligt dit ook aan de methodiek van het onderzoek. Daarbij werden niet de individuele patiënten gerandomiseerd, doch volledige poliklinieken en dus werden de deelnemende specialisten niet geblindeerd.

Ook Dr.Albert Clarysse, Senoloog -oncoloog uit Brugge zegt dat men ten onrechte concludeert dat het borstonderzoek nutteloos en zelfs schadelijk is omdat het zou leiden tot teveel nutteloze ingrepen. Na zijn 40 jaar ervaring met borstafwijkingen, vind hij de wijze waarop het zelfonderzoek in een negatief daglicht werd gesteld onverantwoord. Hij geeft toe dat vóór de menopauze het zelfonderzoek moeilijk kan zijn omdat er nog veel klierweefsel aanwezig is in de borst. In dit klierweefsel komen geregeld afwijkingen voor, meestal goedaardige cysten of knobbelvorming, die de interpretatie van het zelfonderzoek moeilijk maken. Zelfs voor geneesheren is het onderzoek van die redelijk stevige, knobbelige borsten niet gemakkelijk. Borstkankers zijn dus bij jongere vrouwen moeilijker vast te stellen en ze ontwikkelen zich sneller. Maar ook de mammografie is hier minder betrouwbaar. Het dense klierweefsel kan een kanker maskeren. Daarom begint men de screening met mammografie pas na de 50 jaar.



Met de menopauze verdwijnt dit klierweefsel (tenminste als de vrouw geen hormonen neemt). De borst wordt veel soepeler en slapper. Het wordt nu veel gemakkelijker voor de vrouw om zelf haar borsten te onderzoeken. Aangezien er na de menopauze nog maar weinig klierweefsel is, komen goedaardige afwijkingen nog relatief zelden voor. Men kan stellen dat, als een vrouw na de menopauze voor het eerst een verharding voelt in de borst, de kans vrij groot is dat het gaat om kanker. Die kankers zijn meestal hard en dus gemakkelijk voelbaar bij zelfonderzoek. Tweederde van alle borstkankers komen voor na de menopauze en de meeste borstkankers worden nog altijd door de vrouwen zelf ontdekt.

Het borstzelfonderzoek moet geen aanleiding zijn tot meer diagnostische operaties. Een ervaren borstteam kan vandaag de dag, zonder heelkundige ingreep, meestal vrij vlot bepalen of een letsel al dan niet kwaadaardig is.

Zelfs bij vrouwen die om de twee jaar een mammografie laten uitvoeren, zoals het bevolkingsonderzoek aanbeveelt, is het zelfonderzoek nog nuttig: in die twee jaar heeft een kanker soms ruim de tijd om tot ontwikkeling te komen. Dit kan enkel door de vrouw zelf ontdekt worden, tenzij haar borsten toevallig door haar huisarts of een gynaecoloog worden onderzocht. Als een vrouw zich aanbiedt met een klein gezwel heeft ze minder kans om haar borst te verliezen, de nabehandeling zal minder zwaar zijn en haar genezingskansen zullen toch beter zijn dan wanneer ze een ‘sinaasappel’ in haar borst heeft.

In de lange carrière van Dr.Albert Clarysse uit Brugge heeft hij helaas veel te veel vrouwen gezien die te laat komen met gezwellen die ze duidelijk vroeger zouden ontdekt hebben als ze zichzelf hadden onderzocht. Hij heeft ook vrouwen gezien met kleine kankertjes, soms minder dan 1 cm, die ze zelf ontdekt hadden bij het aftasten en bekijken van hun borsten.

Hij herinnert zijn patiënten bij elk controlebezoek aan het belang van het zelfonderzoek. Voor de meerderheid van de vrouwen die zich niet geregeld door de huisarts of de gynaecoloog laten onderzoeken en die ook geen mammografies laten uitvoeren, is het zelfonderzoek de enige methode om nog enigszins vroegtijdig een kanker te ontdekken.

Recente artikelen