Preferentiebeleid Menzis in de ijskast
ArrayMenzis heeft eind december 2007 bekendgemaakt het preferentiebeleid uit te breiden met een aantal geneesmiddelen per 1 maart 2008. Dat voornemen is er nog steeds, maar de uitvoering ervan is op verzoek van het Ministerie van VWS tijdelijk stopgezet. “Na 1 april 2008 geven wij zo snel mogelijk duidelijkheid over een eventuele nieuwe ingangsdatum voor ons individuele preferentiebeleid,” aldus een woordvoerder van Menzis.
In de polisvoorwaarden van Menzis staat dat Menzis geneesmiddelen kan ‘aanwijzen’ die voor vergoeding in aanmerking komen: het zogenaamde preferentiebeleid. Dit beleid geldt voor enkele geneesmiddelen, die veel worden gebruikt. Het houdt in dat, wanneer geneesmiddelen precies dezelfde kwaliteit en samenstelling hebben, het goedkoopste geneesmiddel vergoed wordt.
Van het preferentiebeleid van zorgverzekeraars gaat invloed uit op de landelijke prijsstelling voor geneesmiddelen. Immers, als de (bruto-)prijs van een geneesmiddel zich buiten een bandbreedte bevindt, is het betrokken geneesmiddel niet preferent en heeft de verzekerde er (behoudens medische noodzaak) geen aanspraak op. Het middel wordt dan niet vergoed door de zorgverzekeraar. De betrokken leverancier verliest in één klap marktaandeel (nu nog voor de duur van 6 maanden maar het kan ook om een langere periode gaan).
De geneesmiddelenmarkt is nog een sterk gereguleerde markt. Binnen de hele bedrijfskolom gelden prijs- en vergoedingsmaatregelen. Er gelden maximum-apotheekinkoopprijzen voor de industrie en groothandel op basis van de Wet geneesmiddelenprijzen (WGP). Apotheekhoudenden mogen geen hogere vergoeding voor de inkoopkosten van afgeleverde geneesmiddelen in rekening brengen aan de patient of verzekeraar dan is bepaald in tariefbeschikkingen op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG). Voor patienten/verzekerden gelden de vergoedingslimieten op grond van het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS). Zij moeten bijbetalen als de prijs van het afgeleverde geneesmiddel hoger is dan de desbetreffende vergoedingslimiet. Al deze maatregelen hebben invloed op de prijsstelling door fabrikanten en leveranciers, zij fungeren als een soort “focal point†bij de prijsstelling van geneesmiddelen door de fabrikanten.
Daarnaast zijn in het kader van het Transitieakkoord farmaceutische zorg 2008/2009 ook bruto-prijsverlagingen afgesproken van gemiddeld 10% van de omzetwaarde van multi-source geneesmiddelen (generieke geneesmiddelen en de oorspronkelijk geoctrooieerde geneesmiddelen) per onderneming.
Het is in die zin niet onverwacht dat na het bekend worden van de januari-prijzen en de zogenaamde “voorhang†van de nieuwe maximumprijzen op grond van de WGP per 1 april 2008, de bruto-apotheek-inkoopprijzen in februari verder naar elkaar toe zouden groeien en soms identiek zijn (op het niveau van de nieuwe maximum-apotheekinkoopprijzen per 1 april 2008).