Nefarma:”waar de 1,3 miljard euro aan marketingkosten aan op gaan”
ArrayOp 28 april en 5 mei a.s. zullen de uitzendingen van tv-consumentenprogramma TROS-Radar geheel gewijd zijn aan de marketingactiviteiten van de farmaceutische industrie. Nefarma-directeur Michel Dutrée zal de visie van de sector naar voren brengen. Dutrée was 1 algemeen directeur bij Prismant in Utrecht. Daarvoor was hij onder meer werkzaam bij een farmaceutisch bedrijf, als secretaris van de raad van bestuur van het Leids Universitair Medisch Centrum en consultant bij Berenschot.
De programmamakers willen duidelijk maken hoe de farmaceutische bedrijven werken om hun nieuwe producten onder de aandacht van voorschrijvers en patiënten te krijgen. Het programma geeft antwoord op de vraag “waar de 1,3 miljard euro aan marketingkosten aan op gaan”.
Onderwerpen die aan de orde komen: opzet van onderzoek, medical opinion leaders, artsenbezoekers, ghostwriting, adviesraden, nascholing, “aanpraten” van ziektes, transparantie, banden met patiëntenorganisaties en symptoomreclame.
In Janauri 2008 sprak hij zich al stevig uit over zijn visie van marketing van de farmaceutische industrie. Volgens hem moeten zorgverzekeraars moeten hun koudwatervrees voor echt ondernemerschap overwinnen. De rechtszaken van de zorgverzekeraars tegen de apothekers en van de bond van generieke geneesmiddelenfabrikanten tegen de verzekeraars liggen nog vers in het geheugen. In zijn nieuwjaarstoespraak suggereerde de voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland, Hans Wiegel, dat zijn leden worden gedwarsboomd in hun regiefunctie in de zorg. Heeft hij daarin gelijk of wijst het gedrag van een aantal verzekeraars juist op grote onmacht om die nieuwe rol in te vullen?
Ook al is gezondheidszorg geen echte markt, je kunt wel goede elementen van marktwerking benutten. Farmaceutische bedrijven bewijzen sinds hun ontstaan dat juist een commerciële omgeving zorgt voor belangrijke doorbraken en kwaliteitsverbetering in de gezondheidszorg. Dankzij inspanningen van op winst gerichte bedrijven zijn vele levensbedreigende aandoeningen van vroeger veranderd in behandelbare kwalen. Slimmer en beter werken dan de concurrentie betekent een permanente gedrevenheid tot kwaliteitsverbetering en kosteneffectiviteit. De verzekeraars hebben echter moeite dat ondernemerschap in te vullen, zo lijkt het wel.
Niet als het gaat om het werven van nieuwe klanten. Of je verzekerden moet lokken met een tas vol boodschappen of een gratis lamp als je wilt uitstralen dat het vooral om de kwaliteit gaat, laat ik aan de beoordeling van anderen over. Wel hebben zorgverzekeraars moeite met de invulling van het ondernemerschap bij de inkoop. Voormannen van de verzekeraars versterken graag het beeld dat allerlei aanbieders van zorg het ze moeilijk maken.
Ook de leveranciers van medicijnen komen zo in de beklaagdenbank van de publieke opinie. Maar juist de verzekeraars lijken last te hebben van koudwatervrees bij het uitoefenen van hun taak als elkaar beconcurrerende zorginkopers. Hoe is anders het gemeenschappelijk beleid rond het zogenaamd goedkoper inkopen van geneesmiddelen te duiden? Dat klinkt sympathiek en in het belang van de verzekerden. Maar is het dat ook?
Houdt marktwerking in dat je als eerste stap een gezamenlijke overeenkomst sluit met een leverancier in India om zo bestaande leveranciers te dwarsbomen? Of was het de bedoeling dat een verzekeraar door knap onderhandelen met andere partijen in de geneesmiddelensector tot een pakket aan farmaceutische zorg zou komen dat nét wat beter, goedkoper, innovatiever, patiëntvriendelijker is dan dat van de concurrent? Dat er dus écht wat te kiezen is voor de patiënt, anders dan tussen de boodschappentas en de lamp?
Dit alles nog afgezien van het feit dat de huidige werkwijze niet leidt tot de prijsdalingen die de verzekeraars voorspiegelen. Dat komt door de ingewikkelde systematiek van prijsvorming van geneesmiddelen in Nederland. Een systematiek die ook door de lappendeken aan regulering zo ingewikkeld uit te leggen is, dat zelfs betrokkenen in de politiek het nauwelijks kunnen volgen. Goedkope geneesmiddelen uit India tegen slechts een fractie van de prijs is een gemakkelijke boodschap. Was de werkelijkheid maar zo eenvoudig! De minister van Volksgezondheid, de verzekeraars en de geneesmiddelenbranche hebben eind vorig jaar afspraken gemaakt om ondernemerschap en marktwerking in de praktijk vorm te geven. ‘Transitieakkoord’ hebben ze die gedoopt.
Laten de partijen die overeenkomst met kracht gaan uitwerken in plaats van hun koudwatervrees alle ruimte te geven om — al dan niet via de rechter — met elkaar te strijden. Dat is de opdracht die de overheid met de Zorgverzekeringswet heeft meegegeven, met het oog op de kwaliteit, toegankelijkheid én betaalbaarheid van de zorg. Aldus de toespraak die Michel Dutrée, directeur van Nefarma, in januari 2008 hield.