Telefonische indicatie wekt wrevel in Harderwijk
ArrayAnderhalf jaar na de invoering van Wmo blijken tal van gebruikers op een totaal van 2368 cliënten in Harderwijk grote moeite te hebben met telefonische indicaties en de wijze waarop gezonde partners geacht worden huishoudelijke taken op zich te nemen. Daarom gaat wethouder Henk Eijsenga overleg voeren met het CIZ om de kwaliteit van de indicatiestellingen bij mensen die beroep doen op de Wmo te verbeteren. En met de cliëntenraad volgt overleg over zogeheten 'schrijnende gevallen'. Die toezeggingen deed de portefeuillehouder tijdens het debat over de nieuwe Wmo-taken 2007 in de gemeenteraad.
"De ChristenUnie onderschrijft het belang van de inzet van gezinsleden en mantelzorgers, maar het gevaar dat het protocol van de gemeente Harderwijk met zich meebrengt is dat het gezin overbelast raakt", gaf John Odinot aan. In de inspraakronde kaartte mevrouw Van der Molen het grote verschil aan tussen de verkiezingsbeloften die een 'ruimhartige' Wmo in het vooruitzicht stelden, waarbij de kwaliteit voorop zou staan, en de uitvoeringspraktijk. "De hele indicatie bestond in mijn geval uit een telefoontje. Een gesprek van vijf à tien minuten om vervolgens terug gezet te worden naar nul uren ondersteuning." Laurens Kleine (PvdA) gaf aan daar grote moeite mee te hebben. "Het signaleren van problematiek kun je niet door de telefoon doen. Het welzijn van de burger mag niet in het gedrang komen omdat de zorg ten koste van alles goedkoper moet worden."
Wethouder Eijsenga ontkent dat de Wmo een bezuinigingsoperatie is. Volgens hem zijn inwoners van Harderwijk juist beter af dan elders omdat zorgaanvragers niet zoals in andere gemeenten belast worden met het werkgeverschap over de alpha-hulp. Niettemin onderkent Eijsenga het belang van de juiste indicatie. "We moeten zo scherp mogelijk zijn in het begin, de gemeente en het CIZ, om de goede indicatie te stellen. Maar een huisbezoek is niet in alle gevallen noodzakelijk."