Handelswijze van Bussemaker was geen strategie om het kabinet voor een voldongen feit te plaatsen
ArrayStaatssecretaris Jet Bussemaker (Volksgezondheid) erkent dat ze haar brief over uitbreiding van embryoselectie beter eerst in de ministerraad had kunnen bespreken. Dat ze dat naliet noemde ze donderdag in de Tweede Kamer een „verkeerde inschatting. Signalen dat haar brief tot een heftig politiek meningsverschil konden leiden had ze niet opgevangen, zei de staatssecretaris. Onder druk van vicepremier André Rouvoet (ChristenUnie) trok Bussemaker de brief die al bij de Tweede Kamer lag in. Het kabinet gaat zich eerst nog buigen over de kwestie.
Bussemaker stelde donderdag dat haar voorganger Clémence Ross (CDA) een voorbehoud had gemaakt bij de selectie van embryo's op onder meer erfelijke borstkanker. Nadat deskundigen hadden aangegeven dat de wetenschap deze uitbreiding van embryoselectie niet in de weg staat, meende Bussemaker daar alsnog groen licht voor te kunnen geven.En daarmee verklaarde staatssecretaris Bussemaker (Volksgezondheid, PvdA) omstandig dat ze eigenlijk heel zorgvuldig had gehandeld. Haar besluit was „geen trendbreuk” met het beleid van het vorige kabinet, namelijk dat embryoselectie in beginsel mogelijk is. Verruiming paste in dat beleid, waar ook de ChristenUnie geen duidelijke bezwaren tegen had geuit tijdens een Kamerdebat in november. Het zou nu alleen meer mogen worden toegepast, zei Bussemaker over de brief die ze had moeten intrekken. Allerlei deskundigen, ook van christelijke huize, hadden geen bezwaar gemaakt.
Het ging daarbij in haar ogen slechts om een uitbreiding van de toepassing van een bestaande techniek, en niet om het aanleggen van nieuwe criteria of het opstellen van nieuw beleid. „Ik zag het niet als een ethische breuk, maar als een nuanceverschil.” Dat was voor haar ook de reden om haar brief zonder overleg met andere ministers naar de Tweede Kamer te sturen.