Angst bij geïmplanteerde defibrillator ongunstig voor hartpatiënt

Array

Mensen die levensbedreigende hartritmestoornissen hebben gehad en mensen met een verhoogd risico op deze stoornissen krijgen een defibrillator geïmplanteerd, een ICD (Implanteerbare Cardioverter Defibrillator). Dit apparaatje voorkomt de ritmestoornissen niet, maar kan ze wel stoppen door bijvoorbeeld een schok af te geven. Een deel van de patienten is echter zo angstig, dat het hun welbevinden benvloedt en tot nieuwe hartritmestoornissen kan leiden, ontdekte de promovenda Krista van den Broek. Volgens haar moeten angstige ICD patienten tijdig geïdentificeerd en beter begeleid worden.

De ICD is een apparaat dat het hartritme controleert. Bij een levensbedreigende hartritmestoornis zorgt de defibrillator ervoor dat het hart met een schok weer wordt ‘goedgezet’. Ondanks de medische voordelen van de ICD heeft de helft van de patienten echter een verhoogd angstniveau tijdens de implantatieperiode, zo blijkt uit het onderzoek van Krista van den Broek. Bij de helft daarvan is het angstniveau na een jaar nog steeds verhoogd. Vooral mensen met een zogenaamde Type D persoonlijkheid (een combinatie van negatieve gevoelens en sociale geremdheid) en mensen die gevoelig zijn voor angst, zijn daar vatbaar voor. Omdat angst verband houdt met het opnieuw optreden van hartritmestoornissen, vindt Van den Broek het van belang dat deze mensen tijdig opgemerkt worden.

De angst die patienten ervaren beïnvloedt hun welbevinden. Ze maken zich zorgen over wat nog mogelijk is: ‘In hoeverre kan ik nog sporten?’. Omdat hartritmestoornissen onvoorspelbaar zijn, vrezen patienten een schok te krijgen in onhandige situaties, bijvoorbeeld in de auto. Bovendien kan een schok van de defibrillator ook behoorlijk pijnlijk zijn. Van den Broek vertelt dat sommige patienten de schok vergelijken met de trap van een paard in de rug. Patienten vertonen ook vermijdingsgedrag en blijven misschien liever thuis uit angst dat er iets gebeurt.

Weinig onderzoeken richtten zich tot nog toe op de partners van patienten. Uit het onderzoek van Van den Broek blijkt dat partners even veel angst kunnen ervaren als patienten. Met name bij Type D patienten is de partnerstatus van belang. Type D patienten hebben namelijk al een verhoogde kans op angst. Zonder partner wordt die kans nog groter en daarmee ook de kans op een nieuwe hartritmestoornis. Ook hier wijst Van den Broek op het belang van het tijdig screenen van deze mensen.

Voorafgaand aan de promotie van Krista van den Broek vindt op de Universiteit van Tilburg een symposium plaats onder de titel Psychological factors in implantable defibrillator treatment.

Krista van den Broek (1978) studeerde Klinische gezondheidspsychologie aan de Universiteit van Tilburg. In 2004 startte ze als onderzoeker bij het departement Medische Psychologie aan de Universiteit van Tilburg. Naast het onderzoek naar psychologische effecten van de implanteerbare defibrillator participeerde Van den Broek in onderzoek naar de herinnering van ouderschapsstijlen zoals ervaren tijdens de jeugd, en de invloed daarvan op het latere welzijn. Krista van den Broek blijft als onderzoeker verbonden aan onderzoeksinstituut CoRPS van de UvT.

Bron:UVT



Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen