Dhr.ir. M.G.R. (Marcel) ter Veld: “Hoe hormoonverstorend zijn oestrogene stoffen in voedsel?”
Array
Diverse stoffen in onze voeding blijken de werking van het vrouwelijke hormoon estradiol te kunnen nabootsen wanneer ze getest worden in celsystemen. De vraag is echter in hoeverre ze dit effect ook hebben in het lichaam. Met nadruk is in dit onderzoek ook gekeken of de hormoonverstorende stoffen foetussen kunnen bereiken.
Enkele weekmakers en anti-oxidanten uit onze voeding en verpakkingsmaterialen bleken in celsystemen oestrogeen actief, namelijk bisfenol A (BPA), nonylfenol (NP), enkele ftalaten waaronder DEHP en DIHP; p,p’-DDE en quercetine. In transgene mannelijke muizen bleken na een eenmalige dosering BPA, DEHP en quercetine ook oestrogene effecten te kunnen geven, maar wel pas bij doseringen die 10-104 maal hoger waren dan de maximaal toelaatbare, levenslange, dagelijkse inname.
In drachtige muizen bleken de oestrogene stoffen zelf bij hogere dosering niet of nauwelijks de foetus te bereiken. NP, BPA en DIHP hadden wel een effect op de placenta; daar verlaagden de stoffen de oestrogene activiteit. Het is nog niet duidelijk of dit nadelige gevolgen voor de ontwikkeling van de foetussen zou kunnen hebben.
Hoewel de geteste oestrogene stoffen uit onze voeding na orale opname in het lichaam bij relatief hoge doseringen geen of slechts een zeer gering oestrogeen effect bleken te geven, vragen langdurige blootstelling aan mengsels van deze stoffen nog verdere aandacht.â€
Titel proefschrift: “In vivo relevance of in vitro detected estrogenic effects of food associated compounds”
