Slimmerds zetten hun hersencapaciteit op een beter moment in
ArrayMensen met een hoog IQ gebruiken niet meer hersencapaciteit dan mensen met een laag IQ, maar zetten dezelfde hoeveelheid hersencapaciteit op een slimmere manier in. Wat de hersenen betreft geldt dus: grootte doet er niet toe, het gaat erom wat je ermee doet. Dat blijkt uit onderzoek van promovendus Paolo Toffanin.
Toffanin onderzocht met behulp van EEG-meting de hersenactiviteit van proefpersonen bij het uitvoeren van mentale taken. Hij constateert dat proefpersonen met een hoog IQ hun hulpbronnen, zoals aandacht en geheugen, op het meest optimale moment inzetten.
Ook ontdekte Toffanin dat met behulp van zogeheten frequentiemarkering verschillende fysiologische reacties in de hersenen van elkaar kunnen worden onderscheiden. Zo kunnen onderzoekers meer inzicht krijgen in hoe de hersenen omgaan met multitasking. Overigens lijkt het erop, aldus Toffanin, dat van werkelijke multitasking nooit sprake is: proefpersonen lijken verschillende taken niet tegelijk uit te voeren, maar deze zeer snel af te wisselen.
Paolo Toffanin (Italiё, 1979) studeerde psychologie te Padua. Hij verrichtte zijn onderzoek in het Neuroimaging Centrum van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Inmiddels werkt hij als postdoc aan de faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van het RUG.
Bron: RuG