K.U.Leuven voert eerste luchtpijptransplantatie uit
ArrayArtsen K.U.Leuven voeren eerste luchtpijptransplantatie met volledig herstel van bloedvoorziening uit
Een team van artsen van de K.U.Leuven is erin geslaagd een gevasculariseerde luchtpijptransplantatie met goed gevolg uit te voeren. Ze konden de complexe bloedtoevoer van de luchtpijp herstellen en afstotingsverschijnselen voorkomen. Het gaat om een wereldprimeur, die deze week voorgesteld wordt in het gezaghebbende wetenschappelijke tijdschrift The New England Journal of Medicine.
Bij vernauwingen die langer zijn dan 5 centimeter en bij vernauwingen die terugkeren na vroegere operaties is een transplantatie van de luchtpijp vaak de enige oplossing. Maar zo’n ingreep ligt niet voor de hand. Een transplantatie is pas succesvol als de bloedtoevoer naar het nieuwe orgaan hersteld wordt en als afstotingsverschijnselen onderdrukt worden. Bij de luchtpijp is de bloedvoorziening erg moeilijk te herstellen en het behandelen van afstoting is een discussiepunt. De geneesmiddelen die afstoting tegengaan hebben vaak zware bijwerkingen. Bij levensnoodzakelijke orgaantransplantaties (hart, longen, lever, nieren) worden die nevenwerkingen aanvaard. Bij niet-levensnoodzakelijke transplantaties, zoals een luchtpijptransplantatie, is dat veel minder het geval. Er zijn de afgelopen jaren al enkele luchtpijptransplantaties gebeurd maar die boden geen perspectieven op lange termijn omdat de doorbloeding niet hersteld werd.
Het Leuvense team, onder leiding van professor Pierre Delaere, is erin geslaagd de twee belangrijkste klippen te omzeilen. Ze deden dat door een ‘dubbele’ transplantatie. Eerst plantten ze de donorluchtpijp in de onderarm van de patient in. De bloedvoorziening van de luchtpijp werd geleidelijk overgenomen door het bloedvatenstelsel van de onderarm. Eenmaal de bloedtoevoer hersteld was, vervingen de artsen het slijmvlies van de donorluchtpijp gedeeltelijk door wangslijmvlies van de patient zelf.
Tijdens de eerste maanden moest de patient medicatie krijgen tegen afstoting. Na het herstel van de bloedtoevoer en de gedeeltelijke vervanging van het slijmvlies was de donorluchtpijp voldoende lichaamseigen. Na acht maanden konden de artsen de medicatie stopzetten en de luchtpijp overbrengen naar de hals. De bloedvaten die in de onderarm ontwikkeld waren, werden aan de halsbloedvaten gehecht. Inmiddels behandelde het team met succes twee patienten, een vrouw van 55 en een man van 18 jaar.
Deze belangrijke klinische ontwikkeling is het resultaat van twintig jaar intensief onderzoek op het gebied van luchtpijptransplantaties. De eerste transplantatie met volledig herstel van de bloedvoorziening was mogelijk door de samenwerking van verschillende UZ Leuven-afdelingen: Neus-Keel-Oorziekten, Gelaat- en Halschirurgie, Pneumologie, Plastische en Reconstructieve Heelkunde en Thoraxheelkunde.
Bron : KU Leuven