Minister Klink laat anorexia-patiënt nog altijd in de steek
ArrayAnorexia nervosa is een ernstige ziekte waar elke . Het aantal anorexia-nervosapatienten stijgt nog altijd maar zorgverzekeringen binnen te weinig mogelijkheden om deze dodelijke ziekte binnen de verzekering te laten behandelen. Gevolg: vroegtijdige opsporing en behandeling komt niet echt van de grond. De belangrijkste groep zorgverleners, de huisarts, weet te weinig over de ziekte. en ook minister Klink doet weinig tot niets om dit proces te stoppen want de focus blijft teveel op mensen met overgewicht en niet op mensen met ondergewicht. De belangrijkste kenmerken van anorexia nervosa zijn het onderdrukken van de eetlust, gestoord eetgedrag en een extreem verlangen om mager te zijn.
Vroeger was het doel van de behandeling van anorexia nervosa: een normaal, gezond gewicht. Maar hierdoor krijgen patienten keer op keer een terugval. De behandeling begint vaak in de acute fase van anorexia: herstellen van een gezond gewicht en motiveren voor verdere behandeling. Dit deel van de behandeling is vaak succesvol. Alleen opname in een kliniek of psychotherapie is vergoed. Daarna komt de verdere behandeling van de anorexia, die er bijvoorbeeld voor moet zorgen dat het niet terugkomt, deze behandeling is vaak onvoldoende en de meeste zorg is niet vergoed.
Minister Klink kent het belang nabehandeling en terugvalpreventie van anorexia patienten
De nazorg is geen onderdeel van ketenzorg anorexia want die bestaat niet. Minister Klink ziet geen aanleiding om de ketenzorg voor mensen met een eetstoornis extra te stimuleren. Toch wordt deze dodelijke ziekte door VWS en zorgverzekeraars onvoldoende serieus genomen al is anorexia de meest dodelijke ziekte in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) is. Er is geen extra tijd en geld voor preventie en vroege signalering. En er is geen DBC voor anorexia.
De behandeling wordt momenteel gedaan door zelfhulpgroepen, huisartsen en/of een dietisten, poliklinisch, in dagbehandeling, door opname in een (psychiatrisch) ziekenhuis, of door een gedwongen opname met voeding onder dwang. Het is op dit moment niet duidelijk wat het beste werkt. Wel is duidelijk dat anorexia in de acute fase niet kan worden behandeld door alleen de huisarts of een dietist zonder ervaring met anorexia.
Het meest kenmerkende van mensen met anorexia nervosa is dat ze uit alle macht proberen af te vallen. Sommigen gaan daarom vasten. Anderen hebben regelmatig last van eetbuiten, maar raken het eten weer kwijt door over te geven, laxeermiddelen te gebruiken of plaspillen, of een klysma. Letterlijk betekent anorexia nervosa: gebrek aan eetlust door een psychische oorzaak. Maar dit is onjuist. Mensen met anorexia hebben wel degelijk honger, alleen ze proberen dat gevoel te onderdrukken. Ze geven er niet aan toe.
Anorexia geeft grote sociale, emotionele en lichamelijke beperkingen. Emoties vlakken af, het niet willen eten geeft veel conflicten, mensen met anorexia trekken zich vaak terug in een isolement. De ondervoeding geeft allerlei lichamelijke klachten, en mensen kunnen erdoor doodgaan. De kans op doodgaan is vijf keer zo groot.
CDA-Kamerlid Sabine Uitslag probeert al enige tijd anorexia op de politieke agenda te zetten. Ze vindt dat er meer moet worden gedaan om anorexia te voorkomen en dat de behandeling van de patienten anders aangepakt wordt. Daarom stelde ze naar aanleiding van de documentaire Vel over probleem van Jessica Villerius Kamervragen aan Minister Ab Klink van Volksgezondheid.
Klink is echter van mening dat er al voldoende initiatieven zijn om anorexia te voorkomen en patienten te behandelen. Uitslag riep daarop alle betrokken instanties op om bij elkaar te komen voor overleg. Uitslag gaat opnieuw Kamervragen stellen aan de minister. Minister Klink heeft nog geen maatregelen genomen om de behandeling van deze dodelijke ziekte te verbeteren.
Oproep Sabine Uitslag CDA juli 2009
Sabine Uitslag bepleitte in de Tweede Kamer ook ervaringsdeskundigen in te zetten bij eetstoornissen. Deze hulp lijkt succesvol te zijn maar wordt niet vergoed door de zorgverzekering en is daardoor voor de meeste patienten niet beschikbaar.
Feiten over Anorexia
Voordat mensen anorexia krijgen, hebben ze meestal al een tijd intensief aan de lijn gedaan. Het duurt gemiddeld vier jaar. Soms een paar maanden, maar soms ook tientallen jaren. Er is grote kans dat het terugkeert als iemand anorexia heeft gehad, en bij 1 op de 4 gaat het nooit meer over. 90-95% is vrouw. Erfelijkheid speelt duidelijk een rol. Kinderen van ouders met anorexia krijgen het elf keer vaker. Kinderen van ouders met een angststoornis of stemmingsstoornis (depressie, dysthymie, bipolaire stoornis) krijgen het drie keer vaker. Kinderen van ouders die dwangmatig zijn, krijgen het drie tot vier keer vaker. Mensen met anorexia zijn vijf keer zo vaak vegetarisch. Ze eten geen vlees. Waarschijnlijk is dit een manier om af te vallen. Kinderen die te vroeg worden geboren, krijgen het drie keer zo vaak. Hebben ze ook nog eens een te laag geboortegewicht, dan vijf keer zo vaak. Door de ondervoeding gaat de spijsvertering langzamer. Dit houdt de anorexia in stand. Negatieve ervaringen, als mishandeling, verwaarlozing, seksueel misbruik in de jeugd maken de kans niet of nauwelijks groter. Ook maken ze de eetstoornis niet ernstiger, als iemand die heeft. Negatieve jeugdervaringen komen wel vaker voor bij mensen die eetbuiten hebben en vervolgens hun eten er weer uit werken.
Elke behandelaar in de geestelijke gezondheidszorg moet werken volgens de Multidisciplinaire Richtlijn Eetstoornissen. De Richtlijn kunt u bestellen bij Trimbos-instituut. De Richtlijn is gemaakt voor professionals. Huisartsen hebben meer kennis over deze ziekte nodig om deze in een vroeg stadium te signaleren.