Geen onvoorwaardelijk recht op voorschot DBC’s

Array

Ter voorkoming van liquiditeitsproblemen kunnen vrijgevestigde psychotherapeuten per 2011 een voorschot op een lopende behandeling aanvragen bij de zorgverzekeraar. Althans, als zij een contractuele relatie hebben of willen aangaan met een zorgverzekeraar en als minimaal vijf procent van de omzet aan declaraties bij de zorgverzekeraar wordt ingediend. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft op voorstel van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) besloten tot deze ‘permanente financiering’. Dit in tegenstelling tot de voorkeur van NVVP, NIP en NVvP voor het prestatievoorschot waarmee psychotherapeuten DBC’s in delen zouden kunnen declareren. Het prestatievoorschot is administratief eenvoudiger en met name voor starters laagdrempeliger. De brancheverenigingen vinden bovendien dat de regeling op gespannen voet staat met het in de motie Van Gerven vastgelegde recht op een voorschot voor ook niet-gecontracteerde zorgaanbieders. Voorts was afgesproken dat alle partijen akkoord moesten gaan met een voorschotregeling. Dat is nu niet het geval. De NVVP blijft zich inspannen voor invoering van het prestatievoorschot en heeft op 2 december hierover een brief gestuurd aan de minister, mede ondertekend door NIP en de NVvP. De brief is in afschrift verzonden aan de NZa, ZN, Kamerleden en de pers.

De regeling is vooral van belang voor startende praktijkhouders. Zij moeten in het eerste jaar van hun praktijk grote investeringen doen en dure verzekeringen afsluiten, terwijl ze pas na afsluiting van een DBC voor het eerst geld zien. Daarom heeft de Tweede Kamer in 2008 – via de motie Van Gerven (SP) – bepaald dat aanbieders recht hebben op een voorschot.

Recente artikelen