Goede Doelen slaan de plank mis bij 50+
Array
Traditioneel zijn 50-plussers gulle gevers aan allerlei goede doelen. De Top 5 wordt gevormd door het KWF, de Hartstichting, het Rode Kruis, de Nierstichting en het Astma Fonds. Maar de goede doelen moeten niet denken dat 50-plussers ook in de toekomst zulke vanzelfsprekende gulle gevers zullen blijven. Dat blijkt uit onderzoek dat Bureauvijftig, marketing en communicatie bureau gespecialiseerd in de 50+ doelgroep, heeft uitgevoerd.
Online werden 490 respondenten van Het Nationale 50+ Panel gevraagd naar hoe zij tegen goede doelen aankijken. Daar kwam een heel “gespleten” beeld uit. Enerzijds geven 50-plussers veel en makkelijk aan allerlei goede doelen. Vooral de traditionele collectes aan de deur en op straat doen het nog steeds goed in deze doelgroep. Een vanzelfsprekendheid, die hoort bij deze generatie.
Maar anderzijds zijn er ook ergernissen te constateren bij 50-plussers, waar de goede doelen iets mee moeten willen ze deze doelgroep niet van zich vervreemden. 50-plussers vinden namelijk dat goede doelen beter moeten bewijzen dat er met “hun geld” goed wordt omgegaan en vinden dat ze te vaak en opdringerig benaderd worden. 50-plussers willen veel meer betrokken zijn bij die goede doelen waar men aan geeft. Men vindt dat steeds minder bij de grote, traditionele goede doelen en gaat daarom op zoek naar kleinschalige projecten. Steeds meer 50-plussers nemen het heft in handen en starten zelf projecten op.
Willen goede doelen ook in de toekomst kunnen vertrouwen op 50+ dan zullen ze vier zaken goed moeten regelen. Ze zullen meer verantwoording moeten afleggen, meer idealisme moeten tonen, minder kosten moeten maken en minder opdringerig zijn.
