Jongens eerst

Array

Bij chronisch voedseltekort worden meisjes achtergesteld
In situaties van chronisch voedseltekort hebben ouders de neiging om jongens voor te trekken. In ieder geval heeft de gezondheid van de meisjes meer onder de voedselonzekerheid te lijden dan die van de jongens. Dat blijkt uit onderzoek van het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Ethiopie, dat vandaag verscheen in het vakblad Pediatrics.

Dat voedselgebrek niet gezond kan zijn, is redelijk evident, maar tot nu toe had nog niemand gekeken of alle kinderen binnen het gezin er even erg onder te lijden hebben, en met name of er verschil was tussen jongens en meisjes. In de meeste studies naar het effect van voedselonzekerheid vroegen de onderzoekers aan de ouders naar de gezondheid van hun kinderen, en werden de kinderen zelf niet ondervraagd. Wetenschappers van de Ethiopische Jimma-universiteit, met hulp van Amerikaanse en Vlaamse vorsers, volgden vijf jaar lang tweeduizend tieners uit evenveel gezinnen, uit stad zowel als platteland.
In voedselonzekerheid rapporteerden gemiddeld drie meisjes op tien dat ze ziek waren geweest in de afgelopen maand, tegen twee jongens op tien. Als er in gans het gezin voedselonzekerheid heerste, rapporteerden dubbel zoveel meisjes als jongens ziekte. En die meisjes meldden zelfs zeven keer vaker dat ze problemen hadden met sommige activiteiten door hun zwakke gezondheid, of dat ze zich moe voelden.
In situaties van chronisch voedseltekort kunnen de hulpverleners daar maar beter rekening mee houden, waarschuwen de auteurs.
Eigenlijk zouden de meisjes gezonder moeten zijn. Puur biologisch zijn ze taaier, en als tiener roken ze minder en vertonen ze minder risicogedrag dan jongens. Maar culturele achterstelling maakt dat de meisjes toch meer lijden onder gebreksituaties.
De tieners en hun gezin werden ondervraagd in het hongerseizoen (het regenseizoen) en in de lente, wanneer er veel minder voedselonzekerheid heerst. De vorsers noteerden onder andere hoeveel en hoe gevarieerd ze aten, en wat hun lengte en gewicht waren. Ze vroegen naar vermoeidheid en gebrek aan energie in de afgelopen maand; naar problemen met activiteiten voor school, beroep of huishouden door een zwakke gezondheid; en of ze de afgelopen maand ziek waren geweest. Een kwart van de meisjes en 16% van de jongens kreeg onvoldoende, of onvoldoende goed, voedsel.

De onderzoekers werkten in hun analyse de verschillen weg in voedingstoestand, in variatie in het dieet, in woonplaats, in de plaats waar gekookt werd (in de slaapkamer, de woonkamer, een aparte keuken), de nabijheid van een vuilnisbelt, de aanwezigheid van dieren in huis. Dan nog bleek dat meisjes met voedselproblemen zeven keer vaker vermoeidheid rapporteerden dan jongens, en 7,4 keer vaker last van hun gezondheid hadden bij school- of ander werk.
Het verschil tussen jongens en meisjes was op het platteland scherper dan in de stad.
Uit ander onderzoek blijkt dat vrouwen hun gezondheid altijd lager inschatten dan mannen, en dat ze gemakkelijker problemen rapporteren, omdat ze meer op hun gezondheid letten. Maar dan kan in dit geval niet verklaren waarom de ondervoede meisjes meer problemen rapporteerden dan de jongens, want bij de kinderen zonder voedselproblemen rapporteerden jongens en meisjes evenveel ziekte.
In veel culturen worden zonen hoger ingeschat dan dochters. Uit ander onderzoek in de Filippijnen, Ethiopie, India, Nepal en Guatemala bleek al dat het gevolg is dat jongens meer en beter voedsel krijgen. Maar alvast in Ethiopie leidt dat blijkbaar enkel tot gezondheidsproblemen wanneer er onvoldoende voedsel beschikbaar is.
De onderzoekers besluiten dat hulpverleners die mensen aan meer of beter voedsel helpen, bij de aanpak van voedselonzekerheid extra aandacht moeten besteden aan de meisjes. Zorgen voor voldoende goed voedsel is bovendien een prima manier om de (lichamelijke) gevolgen van de achterstelling van meisjes weg te werken, want zodra de voedselonzekerheid wegvalt, blijkt ook het verschil in gezondheidsproblemen tussen jongens en meisjes weg te vallen. Het is bovendien een stuk eenvoudiger om de verschillen tussen de geslachten te verkleinen via goede voeding, dan om de culturele ideeen over mannen en vrouwen te veranderen.

Het artikel “Gender differences in food insecurity and morbidity among adolescents in southwest Ethiopia” verscheen in het blad Pediatrics.
U vindt de abstract op http://pediatrics.aappublications.org/cgi/content/abstract/peds.2010-0944v1

Het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) is een van de belangrijkste instellingen ter wereld voor onderwijs, onderzoek en dienstverlening in de tropische geneeskunde (met inbegrip van aids) en de internationale gezondheidszorg.
Op het ITG in Antwerpen werken vierhonderd wetenschappers en technici. Jaarlijks volgen er een 500-tal artsen, dierenartsen, biomedici en verpleegkundigen uit de hele wereld gevorderde studies. Meer dan honderd jonge internationale onderzoekers werken er aan hun doctoraat. De medische diensten verrichten jaarlijks ongeveer 30 000 consultaties. De webstek www.reisgeneeskunde.be informeert ruim 100 000 bezoekers per jaar.
Het ITG voert ook een omvangrijk programma uit voor capaciteitsversterking in ontwikkelingslanden, in een netwerk met een hele reeks zusterinstellingen in Afrika, Zuid-Amerika en Azie.
Het Instituut voor Tropische Geneeskunde ontvangt subsidies van de ministeries van Onderwijs, Onderzoek, Ontwikkelingssamenwerking en Volksgezondheid, maar het grootste deel van zijn werking hangt af van projectfinanciering, eigen inkomsten en mecenaat.

Recente artikelen