Ommelander Ziekenhuis Groep: Onduidelijke grond voor zware boete
ArrayOnduidelijke grond voor zware boete
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft de Ommelander Ziekenhuis Groep (OZG) een boete van € 500.000 opgelegd. De NZa is van oordeel dat er sprake is van declaraties in strijd met de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). De NZa begon haar onderzoek ruim drie jaar geleden. Toen vermoedde zij dat op de afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) op de locatie in Winschoten, door foutieve registratie tegen te hoge kosten zou worden gedeclareerd.
Basis voor de boete is de inval op 6 juni 2008. De NZa viel toen in omdat zij de volgende overtreding vermoedde:
“Volgens signalen worden er zogeheten klinische DBC’s geopend op de Spoed Eisende Hulp (SEH) van het ziekenhuis en wordt wachttijd geregistreerd als opname.â€
Uit het besluit blijkt echter dat de NZa die vermoedens niet bevestigt. De NZa komt tot de conclusie dat er in een 25-tal, om privacy redenen anoniem gemaakte medische dossiers, niet voldaan zou zijn aan de door de NZa zelf ingevulde medisch inhoudelijke term ‘observeren’. De NZa komt nu tot een overtreding van de Wmg, want, zo stelt de NZa, een klinische eendaagse DBC mag uitsluitend worden gedeclareerd als er sprake is van ‘observeren’. Een term die in de door de NZa opgestelde Nadere regel CI/NR-100.72 niet nader wordt ingevuld en tot aan het boetebesluit werd overgelaten aan de medische wereld.
Uit de beslissing valt af te leiden dat de OZG en de NZa van mening verschillen als het gaat om de uitleg van de registratie rondom de definitie ‘observeren’, zoals door de NZa gehanteerd.
De OZG is het niet eens met de uitspraak van de NZa en de opgelegde boete en beraadt zich op vervolgacties: het instellen van bezwaar en beroep.
De recent aangetreden voorzitter van de Raad van Bestuur, Albert Koeleman, benadrukt dat de kwaliteit van de zorg nu en in het verleden altijd goed is geweest. Verder zegt hij vooral de blik naar de toekomst te richten en met de NZa in overleg te willen gaan.