Zorgverlener Rotterdam moet mishandeling sneller melden

Array

Huisartsen, verloskundigen, tandartsen en fysiotherapeuten worden beter uitgerust om huiselijk geweld en kindermishandeling bij patiënten sneller waar te nemen.  Nu melden ze dat nog veel te weinig, vindt wethouder Hugo de Jonge (jeugd en gezin) van de gemeente Rotterdam. Daarom zijn er samenwerkingsafspraken gemaakt, zo maakte de gemeente donderdag bekend. Van alle 1349 meldingen vorig jaar bij het AMK Rijnmond kwamen er echter slechts 32 van de huisartsen. De Jonge vindt dat opvallend weinig, omdat juist de huisartsen in de eerste lijn van de gezondheidszorg zit en dus veel meer zou moeten zien. Hetzelfde geldt voor tandartsen, fysiotherapeuten en verloskundigen, vindt hij.

vuist mishandelingToen Rotterdam een paar jaar geleden een samenwerkingsconvenant aanging met de ziekenhuizen verdubbelde in 1,5 jaar tijd het aantal meldingen van kindermishandeling bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Het maakte de wethouder alleen maar duidelijk dat je met kennisoverdracht en afspraken er voor zorgt dat er meer en sneller wordt gesignaleerd.

Een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt professionals goed te reageren bij signalen van dit soort geweld. Bijvoorbeeld huisartsen, leerkrachten en medewerkers van jeugdinrichtingen. Sinds 1 juli 2013 zijn beroepskrachten verplicht zo’n meldcode te gebruiken bij vermoedens van geweld in huiselijke kring.

Meldcode Mishandeling
Een meldcode beschrijft in 5 stappen wat professionals moeten doen bij vermoedens van geweld. Organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren stellen een eigen meldcode op met daarin in ieder geval deze 5 stappen:

  • Stap 1: In kaart brengen van signalen.
  • Stap 2: Overleggen met een collega. En eventueel raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) of een deskundige op het gebied van letselduiding.
  • Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n).
  • Stap 4: Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. En bij twijfel altijd het SHG of AMK raadplegen.
  • Stap 5: Beslissen over zelf hulp organiseren of melden.

Overige acties voor de organisatie

Daarnaast moet een organisatie het volgende doen bij het ontwikkelen van een meldcode:

  • Benoemen wie de stappen moet doorlopen. En vastleggen wie eindverantwoordelijk is voor de beslissing over het wel of niet melden. Zo kan een school afspreken dat de leerkracht de signalen bespreekt met de zorgcoördinator.
  • Aandacht besteden aan vormen van geweld die extra kennis en vaardigheden van medewerkers vragen. Bijvoorbeeld vrouwelijke genitale verminking en eergerelateerd geweld.
  • Instructies opstellen voor het uitvoeren van een kindcheck. Bij een kindcheck controleren professionals of er kinderen in een gezin zijn en of ze veilig zijn. Bijvoorbeeld als een ouder een psychische stoornis heeft of verslaafd is. Een basishandleiding om een kindcheck uit te voeren verschijnt in de eerste helft van 2014.
  • Vastleggen hoe medewerkers moeten omgaan met (vermoedelijk) vertrouwelijke gegevens.
  • Medewerkers wijzen op de mogelijkheid ook een melding te doen in de Verwijsindex risicojongeren. Dit geldt alleen voor organisaties die bevoegd zijn een melding te doen in dit systeem.

Toolkit: hulpmiddelen voor ontwikkelen meldcode

Als u een meldcode gaat opstellen, kunt u het Basismodel meldcode gebruiken. Dit basismodel is onderdeel van de toolkit Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Hierin vindt u verschillende hulpmiddelen om een meldcode in uw organisatie in te voeren. Zoals een checklist voor managers en een standaardpresentatie.

Meldcode werkt

Professionals die werken met een meldcode grijpen 3 keer zo vaak in als collega’s die zo’n code niet gebruiken. Dit blijkt uit het onderzoek Meldcodes kindermishandeling: beschikking, waardering, gebruik en scholing.

Sinds 1 juli 2013 zijn organisaties en zelfstandigen daarom verplicht een meldcode te hebben. Dit staat in de wet Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De wet geldt voor de sectoren:

  • Gezondheidszorg:
  • onderwijs:
  • kinderopvang:
  • maatschappelijke ondersteuning:
  • jeugdzorg:
  • justitie.

De verplichting geldt niet voor vrijwilligersorganisaties, al mogen die organisaties natuurlijk wel zelf een stappenplan opstellen.

Beoordeling Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

In 2015 voert het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een kort onderzoek uit naar de meldcode. Dit moet inzicht geven in wat goed gaat en wat beter kan. In 2018 volgt een beoordeling van de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.

Meldcode is geen meldplicht

Een verplichte meldcode is iets anders dan een meldplicht. Bij een meldplicht moet de professional zijn vermoeden van geweld melden bij andere instanties. Die verplichting bestaat niet bij een meldcode. De beslissing om vermoedens van huiselijk geweld wel of niet te melden, neemt de professional. Het stappenplan van de meldcode biedt hierbij houvast.

Beroepsgeheim versus meldcode

Hulpverleners die hulp, zorg, steun of een andere begeleiding bieden, hebben vaak een beroepsgeheim. Hierdoor mag de hulpverlener geen informatie over de cliënt aan anderen geven, behalve als de cliënt daarvoor toestemming geeft. De cliënt kan zich hierdoor vrij voelen om alles te vertellen. Toch kan het in het belang zijn van de cliënt om vertrouwelijke gegevens uit te wisselen met collega’s of anderen.

In de wet meldcode is een meldrecht voor huiselijk geweld opgenomen. Dit recht bestond al langer voor kindermishandeling. Een meldrecht houdt in dat professionals met een beroepsgeheim (vermoedens van) huiselijk geweld mogen melden bij het AMK en SHG. Ook zonder toestemming van de betrokkenen.

Gemeenten houden toezicht op de sectoren maatschappelijke ondersteuning en kinderopvang.

 
Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen