Aantal chronisch zieken kan omlaag

Array

De regering van Ierland tracht het aantal mensen met chronische aandoeningen terug te brengen. Dat doet zij door artsen en verpleegkundigen in te schakelen voor preventieve interventies. Dit voornemen publiceerde zij onlangs in de nota Making Every Contact Count. Wat staat daarin? Is deze aanpak ook bruikbaar voor de nieuwe Nederlandse regering?

leefstijladvisering

In de nota wil de Ierse regering leefstijladvisering integreren in de curatieve zorg. Elke contact dat een huisarts, specialist, verpleegkundige of andere professional heeft met een patiënt, kan daarvoor gebruikt worden. De Ieren verwachten dat patiënten zo steun ervaren om ongezond gedrag te veranderen waardoor het risico op chronische aandoeningen zal verkleinen. Onder chronische aandoeningen vallen kanker, COPD, hart- en vaatziekten en diabetes. Deze aandoeningen betreffen ongeveer 80% van de huisartscontacten in Ierland en 60% van de verpleegdagen in ziekenhuizen.

Piramide-model

De auteurs van de nota hanteren een piramide-model met vier lagen. De onderste laag bestaat alleen uit advies om de leefstijl te veranderen en te attenderen op bijvoorbeeld cursussen die daarvoor bestaan. Dit kost de professional enkele minuten. De tweede laag bevat deze twee interventies plus een inventarisatie van de bereidheid om de leefstijl te veranderen door middel van motivational interviewing.

Langdurige preventies

De derde laag bestaat uit interventies die enige weken duren, bijvoorbeeld een stoppen-met-roken-cursus. De professional verwijst naar zo’n training die veelal plaatsvindt in de eigen instelling of -wijk. De bovenste punt van de piramide bestaat uit interventies van bijvoorbeeld de verslavingszorg voor patiënten die aan de eerste drie lagen niet genoeg hebben. De nota Making Every Contact Count biedt een overzicht van alle interventies in de piramide die bewezen effectief zijn.

Motivational interviewing

Binnenkort start de Ierse overheid samen met koepelorganisaties een miljoenen kostend trainingsprogramma voor alle(!) professionals. Zij oefenen dan motivational interviewing en zelfmanagement ondersteuning. De trainingen reiken ook kennis aan over wat wel en wat niet effectief is. De Ieren baseren hun beleid op goede ervaringen in de Engelse regio Yorkshire en op richtlijnen van het Engelse kwaliteitsinstituut NICE. Bij mijn weten is het de eerste keer dat een regering een nationaal beleid voert om het aantal chronisch zieken te verlagen en daarbij de zorg intensief te betrekken.

Nederland
In Nederland bestaat voldoende draagvlak om in de nieuwe regeerperiode het preventiebeleid te intensiveren. Politieke partijen benadrukten de noodzaak hiervan in hun verkiezingprogramma’s. En de zittende regering verlengde het programma Alles is Gezondheid.

Draagvlak

Of er draagvlak bestaat bij de Landelijke Huisartsen Vereniging, de Federatie van Specialisten, de Vereniging van Verplegenden en Verzorgenden Nederland en bij andere koepelorganisaties kan ik niet goed inschatten. Hun beroepsbeoefenaren hebben het al druk en hebben wellicht geen tijd om na te denken over de vraag: Wat kan ik bijdragen aan de reductie van het aantal mensen met chronische aandoeningen? Maar toch, de core business van alle professionals is gezondheid en niet alleen zorg verlenen als er al klachten of complicaties zijn. Dus kom op, beleidsmakers van nationale organisaties, steek de koppen bij elkaar en volg het Ierse voorbeeld!

Congressen

Op de congressen samenwerking eerstelijn en sociaal domein op 29 september en het 7e Nationale e-health congres op 10 november (nog niet op de website) komt de Ierse aanpak aan de orde. Diverse plenaire inleiders gaan in op dit voorbeeld. Schrijf je in en deel jouw kennis, inzichten en ervaringen op preventiegebied op deze congressen.

Guus Schrijvers

Guus Schrijvers, Oud-Hoogleraar Public Health & Gezondheidseconoom

Guus Schrijvers (getrouwd met Els Zwaan, drie kinderen) werd op 24 juni 1949 geboren in Amsterdam als zesde kind in een katholiek onderwijzersgezin. Na het gymnasium B diploma behaald te hebben(1967) ging hij in Amsterdam economie studeren. Hij studeerde cum laude af (1973) bij prof. Wim Duisenberg op de na-oorlogse conjunctuurgolven en bij prof. Joop Hattinga Verschure op zelfzorgafdelingen in ziekenhuizen. In 1980 promoveerde hij in Maastricht op het onderwerp regionalisatie en financiering van de Engelse, Zweedse en Nederlandse gezondheidszorg. Een stelling uit zijn proefschrift werd zijn levensmotto: wie de kleine structuren niet eert, maakt de grote structuren verkeerd.

Hij promoveerde bij de grondlegger van de Nederlandse gezondheidseconomie prof. Lou Groot en bij genoemde Hattinga Verschure. Van 1974 -1984 was Schrijvers lid van de Gemeenteraad van Utrecht voor de Partij van de Arbeid. Hij ‘deed’ daar portefeuilles zoals Volksgezondheid, Welzijn, Cultuur en Financiën. Op 1 juni 1987 werd Schrijvers samen met prof. Joop van Londen hoogleraar Public Health bij de Medische Faculteit Utrecht. Dat betekende voor hem een switch van macro onderwerpen zoals de inrichting van het verzekeringsstelsel naar kleinschalige projecten zoals educatie van diabetespatiënten.

Uit een interview uit 1987 komt het citaat: ‘als de faculteit mij vraagt voor deze leerstoel, wil ik wat betekenen voor de faculteit. Dan geef ik de macro-onderwerpen op.’ Samen met Van Londen richtte hij zich in 1987 op innovaties in de thuiszorg en op ketenzorg bij chronische zieken. Later zou het die activiteiten onder de vlag disease management bundelen. Tien jaar kwam de belangstelling voor ketens in de spoedzorg erbij. Zijn kennis op dit terrein bundelde hij in het boek Moderne Patiëntenzorg in Nederland, dat hij in 2002 samen met de plaatsvervangend hoofdinspecteur drs. Nico Oudendijk voor de gezondheidszorg schreef.

Vanaf het eerste begin had het bevorderen van het onderwijs in de Sociale Geneeskunde en de Volksgezondheid zijn grote aandacht. Toen Van Londen en hij begonnen was er helemaal niets op dit terrein. Schrijvers: ‘Een grote triomf ervoer ik op 2 april 1994 toen na zeven jaar trekken en duwen de eerste medische studenten bij een GGD en een Arbodienst een verplicht co-schap Sociale Geneeskunde liepen.’

In 1999 kwam een nieuw curriculum voor de medische studenten tot stand. Tropenjaren volgden tot 2006 voor hem en zijn collega dr. Gerdien de Weert om alle uitbreidingen van het sociaal geneeskundige onderwijs bij te benen. Zijn collegestof bundelde hij in 1997 en na verschillende drukken in 2002 in het boek Een kathedraal van Zorg en in de Engelse variant daarvan Health and Health Care in the Netherlands.

Per 1 juli 2007 gaan de onderzoeksactiviteiten van Schrijvers over in de Unit Innovaties in de Zorg binnen het Julius Centrum, dat hij in 1996 met collega prof. Rick Grobbee oprichtte. Zijn aandacht blijft liggen bij Disease Management en Spoedzorg. Schrijvers: ‘Ik begrijp nog steeds niet helemaal hoe die kleine structuren binnen Disease management en spoedzorg precies functioneren. Er is tegenwoordig ook veel uitwisseling met collega’s in Noord Amerika en elders in Europa. Dat verrijkt het inzicht in hoge mate. Elk land is op dit terrein een laboratorium voor een ander land..Voorlopig heb ik mijn handen vol aan de nieuwe Unit. Toch zou ik nog twee boeken willen schrijven.Het ene krijgt als titel, De gemoderniseerde kathedraal van zorg. Het tweede boek moet gaan over ondernemersschap en gelijke toegang tot de zorg. Beide zijn belangrijk maar o zo moeilijk te combineren. Hierbij zou ik de kennis van macro econoom weer kunnen gebruiken.’

Als oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. geeft hij met zijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel.’ zijn visie hoe de gezondheidszorg eruit zou kunnen zien in een maatschappij met schaarste aan zorg. Het boek is bestemd voor het middenkader van zorgorganisaties. Naast schrijver van boeken en artikelen over de gezondheidszorg is Guus lid van enkele stuurgroepen en begeleidingscommissies en geef ik lezingen en workshops.

Guus Schrijvers is voor voordrachten, dagvoorzitterschappen, interviews en onderzoeksopdrachten te bereiken via [email protected] en telefonische via zijn secretaresse Annet Esser op telefoonnummer 030 250 9359.

Recente artikelen