Kwetsbare jongeren verdienen goed toezicht Jeugdwet

Array

Kinderen en jongeren in de jeugdhulp, jeugdbescherming en -reclassering hebben recht op een goede en veilige verzorging, opvoeding en behandeling. Op deze stelling valt niets af te dingen. Gemeenten hebben met hun toezicht op rechtmatigheid een stevig instrument in handen om hieraan bij te dragen.

IGJ Logo


Er is op dit moment veel te doen rond de jeugdzorg. De discussie lijkt zich vooral toe te spitsen op de financiering van de zorg. Dat gesprek is zeker nodig, maar dreigt het nodige gesprek over de ‘kwaliteit van vandaag’ te overschaduwen. ‘Die valkuil moeten we vermijden’, vindt Waldo van der Wiele, senior inspecteur Zorgfraude bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). ‘Niet alleen als inspecteur, maar ook als mens vind ik dat we de plicht hebben om onze kwetsbare jongeren zo goed mogelijk te laten begeleiden en behandelen.’ Volgens Waldo moeten we daar niet alleen meer geld voor uittrekken, maar met alle betrokken partijen ook zorgen voor verantwoorde jeugdhulp en goed toezicht.

Kwaliteit en rechtmatigheid Jeugdwet


Binnen de Jeugdwet is de IGJ verantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit. Gemeenten noemt Waldo een belangrijke ketenpartner bij het toezicht. Sinds 2015 zijn zij tenslotte verantwoordelijk voor het rechtmatigheidstoezicht op de Jeugdwet. ‘Net als bij de Wmo geldt dat waar de rechtmatigheid in het geding is, de kwaliteit vaak ook niet op orde is en vice versa’, zegt Waldo. ‘Daarnaast gaan gemeenten over de toegang tot de Jeugdwet, zowel wat betreft cliënten als aanbieders. Met deze poortwachtersfunctie hebben ze de sleutel tot goede preventie in handen.’

Hoofdrol voor gemeenten


Met de decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten is het speelveld rigoreus veranderd. ‘Er waren zo’n 120 jeugdhulpaanbieders, nu meer dan 1.000’, schetst Waldo het verschil. Een gevolg van het grote aantal nieuwe toetreders is dat de IGJ veel aanbieders onvoldoende in beeld heeft. De Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) zat dit gat – naar verwachting vanaf 1 januari 2022 – voor een groot deel dichten. Waldo: ‘Het is zeker tot die tijd belangrijk dat gemeenten de nodige deskresearch uitvoeren naar aanbieders waarmee ze in zee gaan. Zo kunnen ze een goede inschatting maken van de kwaliteit en betrouwbaarheid.’

Hiermee vergroten gemeenten volgens Waldo de kans dat zowel het geld áls de jongere op de goede plek terechtkomt. Vervolgens maakt de gemeente heldere afspraken met de aanbieders en monitort die ook. Die afspraken gaan niet alleen over de kwaliteit van de zorg, maar ook over zaken als winstpercentages, overheadkosten en transparantie in de bedrijfsstructuur. Gaat het dan ergens fout, dan kunnen gemeenten en IGJ gezamenlijk optreden. Om gemeenten een indruk te geven hoe dat optreden er de in praktijk uitziet, lichten IGJ en VNG Naleving in ‘Handvatten uit de praktijk’ vijf casussen uit. Hierin schetsen ze kort en krachtig hoe een casus kan helpen in de positionering, inrichting en uitvoering van het toezicht en welke hulpmiddelen hiervoor beschikbaar zijn.

Lastig parket


Tegelijk beseft Waldo dat gemeenten in een lastig parket zitten. ‘Gemeenten hadden nauwelijks ervaring en kregen er met de Jeugdwet met haar kwetsbare doelgroep en complexe speelveld een ronduit lastige taak bij. Een groot aantal nieuwe aanbieders, een tekort aan deskundig personeel, wachtlijsten, afhankelijkheid van externe indicatiestellers, etcetera. Dat is niet alleen een voedingsbodem voor incidenten en calamiteiten, het zorgt ook voor een enorme werklast bij contractmanagers en consulenten. Snelheid gaat dan soms voor zorgvuldigheid. Ik heb gezien dat kwetsbare jongeren tussen ex-gedetineerden met verslavings- en gedragsproblematiek waren geplaatst door een gemeente, zonder dat ze zich hiervan vooraf had vergewist. Dat moeten we natuurlijk hoe dan ook zien te voorkomen.’

Elkaar kennen en informatie delen


Waldo benadrukt dat geen van de partijen het toezicht op de Jeugdwet alleen kan uitvoeren. Nemen we kwalitatief goede en veilige behandeling en begeleiding van jongeren en het bestrijden van fouten en fraude serieus, dan moeten partijen elkaar versterken. Volgens Waldo vraagt dit van alle partijen om initiatief. ‘Er is veel gaande in het jeugddomein en er zijn veel zaken die beter kunnen en moeten. Goed toezicht kan daar een grote bijdrage aan leveren. Dat betekent niet alleen ‘van bovenaf’ kijken of alles wel goed gaat, maar bijvoorbeeld ook de jongeren zelf betrekken bij het toezicht. De kansen liggen er. Aan ons om ze te pakken.’

De IGJ en gemeenten moeten elkaar met open vizier blijven benaderen, vindt Waldo. Zo deelt de IGJ veel informatie met gemeenten en werkt ze hard aan een goede bereikbaarheid van de inspecteurs. Waldo: ‘En ook bij gemeenten zie ik veel goed gaan, maar we zien ook nog heel veel niet. Zo neemt het aantal rechtmatigheidssignalen bij zowel het Informatie Knooppunt Zorgfraude als bij ons toe, maar is er nog altijd sprake van ondermelding. En voor goed risicogestuurd toezicht zijn deze signalen wel hard nodig. Ook zie ik dat het rechtmatigheidstoezicht op de Jeugdwet bij veel gemeenten nog op een laag pitje staat. Er zijn soms wel collega’s aangewezen als toezichthouder, maar die zijn vaak nog onvoldoende geschoold en krijgen te weinig tijd voor deze taak.’

Koudwatervrees niet nodig


Waldo ziet ook dat het rechtmatigheidstoezicht op de Jeugdwet lastige kanten heeft. ‘Ik zou gemeenten daarom aanraden om hier visie en beleid voor te ontwikkelen. Zo kun je er als gemeente voor zorgen dat je de ontbrekende kennis van het zorgveld in huis haalt, het netwerk met in- en externe partners in kaart brengt, vastlegt hoe je omgaat met medische dossiers en collega’s aanwijst die het toezicht gaan uitvoeren. Ik zie nog te vaak dat gemeenten verrast worden door signalen. En dat hoeft niet. Er is via verschillende kanalen voldoende informatie voorhanden om gemeenten hierbij te ondersteunen.’

Bron: VNG

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen