Actualisatie zorgprofiel voor mensen met een verstandelijke beperking (VG7 en VG8) en bijkomende (zware) gedragsproblematiek

Array

In het najaar van 2018 is het programma Volwaardig Leven gestart. Met het programma zijn maatregelen in gang gezet om meer passende zorg voor mensen met een complexe zorgvraag te realiseren. Het programma richt zich op mensen die een beroep doen op de Wlz, hun naasten en hun zorgverleners. In het Tweede Kamerdebat van 4 maart 20207 hebben verschillende partijen de minister bevraagd over actualisatie van de profielen voor Sector Verstandelijk Gehandicapt (VG) in de Wlz. Dit hebben zij gedaan in link met het programma Volwaardig Leven en naar aanleiding van onderzoeken die zijn uitgevoerd over de doelgroep met een complexe zorgvraag, waar onder de actualisatie van het VG7- en VG8-profiel. Deze rapportage is opgesteld in antwoord op een vraag om te komen tot een best passende indeling in profielen voor mensen met een verstandelijke beperking met bijkomende (zware) gedragsproblematiek (VG7).

De VG7-indicatie wordt afgegeven voor mensen met een verstandelijke beperking die een zeer intensieve behoefte hebben aan begeleiding, verzorging en behandeling vanwege ernstige gedrags- en/of psychiatrische problematiek. In het eerste kwartaal van 2023 hadden 17.355 mensen een VG7-indicatie.

Om blijvend en duurzaam passende zorg te kunnen leveren zijn passende tarieven een randvoorwaarde voor zorgaanbieders. Er worden diverse knelpunten ervaren rond het organiseren van zorg voor mensen met een VG7-indicatie [16].

– De omvang van het huidige profiel VG7 is niet altijd toereikend door veel of zware gedrags- en/of psychische/ psychiatrische problematiek. Zorgaanbieders ervaren in toenemende mate dat er onvoldoende geld beschikbaar is voor deze complexe zorg dat deze niet meer kostendekkend is. Ook zijn er gedurende dit onderzoek signalen ontvangen dat zorgaanbieders (overwegen om te) stoppen met het aannemen van nieuwe cliënten of leveren van deze intensieve vormen van zorg. Dit heeft als resultaat dat de wachtlijsten voor mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen blijven groeien.

– Voor een deel van de personen met een VG7-indicatie wordt meerzorg aangevraagd en toegekend, namelijk 27% met een totale omvang van ruim € 290 miljoen in 20205. Meerzorg kan aangevraagd worden bij het zorgkantoor wanneer de zorgbehoefte minimaal 25% in uren hoger is dan de zorg die op grond van de indicatie mogelijk is. Uit de monitor van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) blijkt dat het aantal ZZP- dagen met meerzorg de afgelopen jaren is gestegen en dat er regionale verschillen zijn in het percentage personen met een VG7-indicatie voor wie ook meerzorg wordt aangevraagd. Zorgkantoren geven bovendien in gesprekken met het ministerie VWS aan dat zij zien dat een deel van de meerzorgaanvragen een structureel karakter heeft, terwijl meerzorg tijdelijk van aard zou moeten zijn.

Doel onderzoek

De kern van het onderzoek is het inzichtelijk maken of er (persoons)kenmerken zijn die onderscheidend zijn, waarmee mogelijk subdoelgroepen geïdentificeerd kunnen worden binnen VG7-populatie zodat zowel het CIZ (als indicerende partij) als het zorgkantoor en zorgaanbieders (voor het organiseren van de zorg) dit kunnen toepassen. Tevens is gekeken naar welke kenmerken mogelijk informatie geven over de (inrichting van) zorg wanneer op basis van (persoons)kenmerken geen onderscheid gemaakt kan worden.

Het is bekend dat de huidige grenzen tussen het VG6- en VG7-profiel niet zwart-wit zijn en de identificatie van mogelijke onderscheidende kenmerken binnen VG7 ook impact heeft op VG6. De scope van dit onderzoek richt zich echter primair op de doelgroep die op dit moment een VG7-indicatie hebben.

Inzicht in mogelijk onderscheidende (persoons)kenmerken via deskresearch, interviews, data-analyse en afstemming met werkgroep en klankbordgroep

Om tot gedragen onderbouwing en valide uitkomsten te komen zijn verschillende bewezen onderzoeksmethodieken ingezet (deskresearch, interviews, werksessies, data-analyse). Als uitgangspunt van de onderzoeksaanpak is ervoor gekozen om zowel een kwalitatieve als kwantitatieve methoden te gebruiken om de onderzoeksvraag te beantwoorden. De methoden zien toe op het ophalen van kenmerken binnen de VG7- doelgroep en het bepalen van de onderscheidenheid van deze kenmerken. Het onderzoek is in drie fasen uitgevoerd.

1. Complexe zorg

Actualisatie zorgprofiel voor mensen met een verstandelijke beperking en bijkomende (zware) gedragsproblematiek

In de Toekomstagenda staat als doel dat iedereen, dus ook mensen met een complexe zorgvraag, toegang heeft tot kwalitatief goede en passende zorg. Om kwalitatief goede en duurzaam passende zorg te kunnen leveren aan mensen met een beperking is actie op diverse terreinen nodig. Passende tarieven zijn een randvoorwaarde voor zorgaanbieders. De verantwoordelijkheid om te zorgen voor passende tarieven is ondergebracht bij de NZa, die hier periodiek onderzoek naar uitvoert en op basis hiervan maximumtarieven vaststelt. Er zijn urgente signalen uit het veld dat de huidige tarieven voor zorgprofiel VG7 ((besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering) onvoldoende passend zijn. Ook is een vaak gehoord signaal dat er binnen het VG7-profiel een lichtere en zwaardere doelgroep te onderscheiden zou zijn.

Gelet op deze signalen heeft de minister, in overleg met de partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van de Toekomstagenda (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en Ieder(in)), KPMG gevraagd om te onderzoeken of het maken van sub-profielen binnen het bestaande zorgprofiel VG7 mogelijk is. De uitkomsten van dit herijkingsonderzoek zou de NZa vervolgens kunnen gebruiken in haar kostprijsonderzoek dat deze zomer start.

Uitkomsten onderzoek

De hoofdconclusie van het onderzoek is dat het voor mensen met een VG7- indicatie niét mogelijk is om onderscheid te maken op basis van cliëntkenmerken. Hierdoor is het niet mogelijk om toe te werken naar sub-profielen binnen het huidige VG7-profiel. Het rapport van KPMG geeft aan dat bij mensen met een VG7-indicatie sprake is van uiteenlopende en vaak complexe problematiek. De mate van complexiteit hangt van af het samenspel van drie elementen: persoonskenmerken, zorg- en ondersteuningsbehoefte en contextuele factoren. De resultaten van het onderzoek laten zien dat er sprake is van een ‘schaal’ waarop de persoon met een VG7-zorgprofiel zich kan bewegen. De uiteinden van deze schaal geven de mate van complexiteit van (het organiseren van) de zorgvraag weer. Waarbij de (dis)balans tussen de drie elementen bepaalt waar de persoon zich op de schaal bevindt. Met andere woorden: hoe beter het lukt om de drie genoemde elementen met elkaar in balans te brengen, hoe minder snel de zorgvraag wordt ervaren als (te) complex.

Reactie

Het onderzoek van KPMG naar de mogelijk onderscheidende kenmerken laat zien dat er geen eenvoudige oplossing is voor de ervaren knelpunten in de bekostiging van passende zorg voor mensen met een VG7-zorgprofiel. De zorgvragen van de doelgroep zijn zo divers en uiteenlopend (ook in de tijd), dat een generieke oplossing op basis van cliëntkenmerken en dus een splitsing in sub-profielen, helaas niet mogelijk lijkt. Dat doet overigens niet iets af aan de ervaren knelpunten.

Vervolgaanpak

Gezien de urgentie en noodzaak voor het bieden van passende zorg voor deze doelgroep wil de minister erop inzetten om de kwaliteit van zorg te waarborgen en stimuleren. Daarom stel de minister voor 2023 en 2024 €40 miljoen per jaar extra beschikbaar om ervoor te zorgen dat er passende zorg beschikbaar blijft voor mensen met een VG7-zorgprofiel. Zorgkantoren maken hierover maatwerkafspraken met zorgaanbieders in de zorginkoopgesprekken die zij voeren, zodat deze middelen zo gericht mogelijk ingezet kunnen worden. De middelen zijn tijdelijk beschikbaar gesteld om knelpunten in de zorgverlening te voorkomen en de continuïteit van het zorglandschap te borgen. Naar verwachting zal de NZa per 2025 de tarieven voor de gehandicaptenzorg, waaronder ook de tarieven voor VG7, herijken op grond van het binnenkort te starten kostenonderzoek over het jaar 2022.

Gezien de toename in de complexiteit van de zorgvragen zal een herijking van het tarief echter niet de enige oplossing zijn. Om dit al langer bestaande probleem op te lossen moeten zorgaanbieders, zorgkantoren en de overheid elkaar vinden in oplossingen op korte en middellange termijn, die niet alleen gericht zijn op een passend tarief, maar ook op de kwaliteit van de zorg en ondersteuning. Een belangrijke opbrengst van het onderzoek van KPMG is de constatering dat contextfactoren, waaronder handelingsbekwaamheid van zorgaanbieders, een stabiel team rondom een persoon met een beperking en werken volgens een gezamenlijk vastgestelde methodiek, van positieve invloed zijn op waar een persoon met een beperking zich op de schaal van complexiteit bevindt. Daarbij is ook de zorg- en ondersteuningsbehoefte niet altijd duidelijk voor de zorgaanbieders en het aanbod niet altijd passend.

Deze bevindingen sluiten aan bij eerdere onderzoeken, waarin goed werkgeverschap (zodat zoveel mogelijk vast personeel op de groep staat), gebruik maken van practice en/of evidence based methoden in de zorg en begeleiding, het vinden van goede voorbeelden hierbij en deze uitwisselen werden genoemd als cruciale elementen om beter om te kunnen gaan met mensen met een complexe zorgvraag. Ook dit onderzoek bevestigt dat de oplossing van de in het veld ervaren knelpunten niet alleen in het tarief ligt, maar net zo goed in deze elementen. De minister heeft de zorgkantoren dan ook gevraagd bij het maken van bovengenoemde maat- werkafspraken aandacht te besteden aan deze elementen. Dit sluit overigens aan bij de ambities van de zorgkantoren.

Om hierin verder te faciliteren bereid de minister, samen met de partijen met wie er aan de Toekomstagenda wordt gewerkt, een ontwikkelprogramma complexe zorg voor, waarin zorgorganisaties ondersteund worden om aan de slag te gaan met deze thema’s. Naar verwachting zal dit programma in het eerste kwartaal van 2024 starten en een looptijd kennen tot eind 2026.

Hoewel uit dit onderzoek blijkt dat er binnen het VG7-profiel geen subdoelgroepen geïdentificeerd kunnen worden, formuleren de onderzoekers wel een aanbeveling voor een vervolg: “Een inhoudelijke aanpassing van het VG7-profiel die beter aansluit bij de doelgroep en professionele ruimte biedt om in te spelen op veranderende context en passende zorg te bieden”. KPMG geeft hierbij aan dat het mogelijk in het zorgprofiel opnemen van ‘de schaal’ waarop mensen met een VG7 zorgprofiel zich bewegen, het belang van de invloed van de context op deze doelgroep en het gebruik maken van passende terminologie bijdragen aan het beter aansluiten van het zorgprofiel bij de doelgroep.

De aanbeveling voor het vervolg die de onderzoekers doen, geeft vooralsnog niet aan welk probleem daarmee wordt opgelost. Bovendien biedt het voorstel geen inzicht in de consequenties voor de tarieven en indicatiestelling. Deze voorgestelde aanpassing is ingrijpend en kan niet op één zorgprofiel worden toegepast. Dit maakt dat deze aanpassing niet als op zichzelf staand kan worden gezien. De zorgprofielen zijn allemaal op dezelfde wijze ingericht en opgebouwd. De gevolgen in de afbakening met de andere zorgprofielen (zowel binnen de VG-reeks als daarbuiten) zijn nog niet bekend. Daarnaast zijn de uitvoeringsconsequenties, bijvoorbeeld voor het CIZ die het best passend zorgprofiel moet toewijzen, nu niet te overzien. Dit alles maakt dat de minister nu niet voornemens is om de aanbeveling ten aanzien van het zorgprofiel over te nemen. Wel zet de minister in op het ontwikkelprogramma en is er tijdelijk extra budget vrijgemaakt vooruitlopend op het kostenonderzoek van de NZa.

Kamerstuk | 30-05-2023

Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport)

Onderzoek VG7 en voortgang Toekomstagenda

Bron: Rijksoverheid

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen