Niet gecategoriseerd

Brief Hoogervorst over wet BIG en ZVW

Array

Hoogervorst heeft een brief geschrevn aan de Tweede kamer over de gevolgen voor de functiegerichte naar beroepsgerichte omschrijving. Wat  verandert is dat de functiegerichte omschrijving van prestaties Zvw niet bij voorbaat via de wet BIG garandeert dat vrije beroepsbeoefenaren ten minste een wettelijk geregelde opleiding hebben gevolgd. De zorgverzekeraar wordt verantwoordelijk voor de geleverde kwaliteitZorgverzekeringswet en Wet BIG

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
8 juli 2005

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft gevraagd om een brief over de relatie tussen de nieuwe Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). De Kamer wil met name weten hoe de functiegerichte benadering van de Zvw zich verhoudt tot de wet BIG. Deze brief gaat daar op in.

Meer keuzevrijheid en vraaggerichte zorg
Het kabinet wil cliënten in de zorg meer keuzevrijheid geven en gebruikt daarvoor onder meer het instrument van gereguleerde marktwerking. De nieuwe financiering van ziekenhuizen en medisch specialistische zorg (met diagnose-behandelingscombinaties voor ingrepen) richt zich daar ook op.
Ziekenhuizen kunnen nu al behoorlijk flexibel werken om de zorg zo efficiënt mogelijk en naar de vraag van de cliënt te organiseren en aan te bieden.
In de eerstelijnszorg leveren niet alleen zorginstellingen zorg, maar ook vrije beroepsbeoefenaren. Verzekeraars mogen op grond van het huidige Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering alleen zorg vergoeden van vrije beroepsbeoefenaren die op grond van de wet BIG geregeld zijn . Zo is tot op heden de kwaliteit van die verzekerde zorg mede door de wet BIG gewaarborgd.

Wet BIG geen belemmering voor meer flexibiliteit
De nieuwe Zorgverzekeringswet hanteert voor alle prestaties een functiegerichte in plaats van een beroepsgroepgerichte omschrijving. Dat betekent dat de Zvw verzekeraars niet alleen voor de ziekenhuiszorg maar voor de gehele zorg meer flexibiliteit biedt bij het inkopen van zorg. Verzekeraars kunnen daardoor meer kiezen uit aanbieders en patiënten kunnen beter kiezen voor die zorgaanbieder die zijn zorg het best afstemt op de zorgvraag. Dit is noodzakelijk om de gewenste omslag van een sterk aanbodgestuurde zorg naar een meer vraaggerichte zorg en zorg op maat mogelijk te maken.
De Wet BIG staat die grotere flexibiliteit en vraaggerichtheid niet in de weg. De Wet BIG biedt beroepsbeoefenaren nu al een grote vrijheid hun beroep uit te oefenen. Zij moeten wel voldoen aan de wettelijke bevoegdheidsregeling en mogen niet in strijd handelen met de wettelijke strafbepalingen over het veroorzaken van (een aanmerkelijke kans op) schade.
Verzekeraars zijn evenmin onbekend met de vrijheid en verantwoordelijkheid die de functiegerichte (in plaats van beroepsgroepgerichte) omschrijving van aanspraken biedt. De ziekenfondsverzekering biedt zorgverzekaars met de huidige flexizorg immers al meer vrijheid en eigen verantwoordelijkheid. De ziekenfondsen zorgen met dit instrument ook nu al voor meer flexibiliteit en zorg-op-maat. Deze vrijheid en eigen verantwoordelijkheid bestaan bovendien al van oudsher voor de particulier verzekerde zorg in het tweede en derde compartiment.

Bestaande waarborgen voor goede kwaliteit blijven gelden
De kwaliteit van de wettelijk verzekerde zorg wordt nu en ook straks met de Zorgverzekeringswet op verschillende manieren wettelijk gewaarborgd. Voorop staan de bepalingen uit de Kwaliteitswet zorginstellingen en artikel 40 van de Wet BIG (verantwoorde zorg). Verder beschermen de bevoegdheidsregeling voorbehouden handelingen van de Wet BIG en de strafbepalingen voor het veroorzaken van (een aanmerkelijke kans op) schade patiënten tegen onnodige risico’s door ondeskundig handelen. Dat is en blijft zo.
Wat wél verandert is dat de functiegerichte omschrijving van prestaties Zvw niet bij voorbaat via de wet BIG garandeert dat vrije beroepsbeoefenaren ten minste een wettelijk geregelde opleiding hebben gevolgd. Het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering eist dat nu wel. Daarbij passen twee kanttekeningen. Ten eerste geldt dat voor aanbieders van particulier verzekerde zorg in het tweede en derde compartiment nu ook niet. En ten tweede zijn er nog andere waarborgen dan de Wet BIG om burgers te beschermen tegen onoordeelkundig handelen van zorgverleners, zoals:

voorlichting en keuze-informatie van overheidswege;
eigen kwaliteitsbeleid van beroepsgroepen en zorginstellingen;
wet- en regelgeving en het toezicht daarop (door onder meer de IGZ) in:
– de Kwaliteitswet zorginstellingen
– de Wet klachtrecht cliënten zorgsector (WKCZ)
– het Burgerlijk Wetboek: overeenkomst inzake geneeskundige behandeling
– de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (WOG)
– de Warenwet
– de Kernenergiewet
– de Wet op de medische hulpmiddelen
– het Wetboek van Strafrecht (WvS).

Kortom: met deze (wettelijke) waarborgen en de nadrukkelijke verantwoordelijkheid van verzekeraars om kwalitatief goede zorg in te kopen verwacht ik geen nadelige gevolgen voor de kwaliteit van de zorg met het invoeren van de functiegerichte omschrijving van de aanspraken.

Aanvullende waarborgen in Zorgverzekeringswet
De Zorgverzekeringswet kent bovenop de bestaande waarborgen nog een aantal garanties voor de kwaliteit van de verzekerde zorg:
a. De Zorgverzekeringswet legt de lat kwalitatief hoog. Het Besluit zorgverzekering begrenst de aanspraken “door de stand van de wetenschap en praktijk en, bij ontbreken van een zodanige maatstaf, door hetgeen in het betrokken vakgebied geldt als verantwoorde en adequate zorg”. Bovendien koppelt het Besluit zorgverzekering in de diverse omschrijvingen van zorg de inhoud en omvang van de zorg aan beroepsbeoefenaren uit de wet BIG. Een voorbeeld: “geneeskundige zorg zoals een huisarts die pleegt te bieden”. Zorg die daar niet aan voldoet, valt niet onder de verzekering. Dit geeft alle wettelijk verzekerde zorg een kwaliteitsborging.
b. De zorgverzekeraar geeft in de polis ten minste aan naar welke categorieën van beroepsbeoefenaren of instellingen de verzekerde mag gaan om de zorg ook vergoed te krijgen. De zorgverzekeraar beperkt zich daarbij tot die categorieën van beroepsbeoefenaren die kwaliteit garanderen door (bijvoorbeeld) een goede opleiding en goede nascholing te hebben. Dat zijn op dit moment vooral de beroepsbeoefenaren die onder de Wet BIG vallen. Wellicht komen in de toekomst ook nieuwe beroepsbeoefenaren met een gedegen particuliere opleiding in aanmerking.
c. Het CTZ beoordeelt de zorgpolissen en kijkt daarbij ook of de genoemde categorieën van beroepsbeoefenaren de zorg ook kunnen verlenen. Het CTZ beoordeelt, met andere woorden, of de zorgpolis een waarborg is dat de verzekerde Zvw-zorg (vergoed) kan krijgen. Elke wijziging van de zorgpolis moet aan het CTZ ter toetsing worden voorgelegd.
d. Zorgverzekeraars die beroepsbeoefenaren contracteren voor het verlenen van de zorg aan hun verzekerden, moeten de kwaliteit van de geleverde zorg voldoende waarborgen. De zorgverzekeraar is verantwoordelijk voor het inkopen van zorg die geleverd wordt volgens controleerbare kwaliteitsstandaarden. Hij kan de zorg inkopen bij wettelijk of niet wettelijk geregelde beroepsbeoefenaren. In het laatste geval is de verzekeraar ook het veiligheidsventiel: hij moet als professionele zorginkoper in staat zijn goede en niet goede zorg uit elkaar te houden.
e. De nieuwe Zorgverzekeringswet biedt verzekeraars de mogelijkheid polissen aan te bieden die niet uitgaan van vooraf gecontracteerde zorg. Burgers kunnen voor zo’n polis kiezen en rechtstreeks zaken doen met niet wettelijk geregelde beroepsbeoefenaren. Zij moeten dan ook zelf de kwaliteit van de zorg in de gaten houden; dat doet de verzekeraar dan niet meer. Overigens kunnen verzekerden bij twijfel hun verzekeraar om bemiddeling (advies) vragen. Dat valt onder de zorgplicht van de verzekeraar en die moet bij zijn bemiddeling ook op kwaliteit te letten.

De Zorgverzekeringswet biedt zo garanties voor kwalitatief goede zorg, ook al ontstaat er meer vrijheid voor verzekeraars, instellingen, beroepsbeoefenaren en cliënten. De Wet BIG is en blijft daar een belangrijke waarborg voor. De overheid garandeert niet de deskundigheid van een vrije beroepsbeoefenaar wiens beroep niet op grond van de Wet BIG is geregeld. De Zvw regelt echter wel dat wettelijk verzekerde zorg aan bepaalde kwaliteitseisen en –standaarden voldoet. Tezamen met de algemene waarborgen voor patiënten op grond van andere wetgeving vind ik dat met de Zorgverzekeringwet sprake is van een goede balans tussen het belang van gereguleerde marktwerking en meer keuzevrijheid voor cliënten en het belang van kwaliteit van wettelijk verzekerde zorg.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
H. Hoogervorst

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

One thought on "Brief Hoogervorst over wet BIG en ZVW"

  1. Hierdoor komt er dus geen diagnose verbod door alternatieve artsen. Minister Hoogervorst (Volksgezondheid) neemt het advies van de Raad voor Volksgezondheid en Zorg (RVZ) over om diagnose stelling door alternatieve artsen niet te verbieden.

    Mogelijke schade door alternatieve behandelaars houdt de aandacht van de minister. De minister treedt in overleg met de IGZ en de minister van Justitie om bestaande wetten aan te scherpen. Dit was een aanbeveling van de raad.

    In het uiterste geval adviseert de raad om niet de diagnose zelf, maar het in twijfel trekken van een door een arts of tandarts gestelde diagnose, prognose of behandelplan op te nemen als voorbehouden handeling in de wet BIG.

Comments are closed.