Intensive care-behandeling van schedelhersentrauma
ArrayPatiënten die bij een ongeval hersenkneuzingen en -bloedingen oplopen en in coma raken, worden meestal behandeld op een (gespecialiseerde) intensive care. Vooral om de weefseldoorbloeding en het zuurstofaanbod in de hersenen te verbeteren. Vaak worden daarbij medicijnen gebruikt die de bloeddruk verhogen en de zwelling van de hersenen tegengaan. Soms wordt daarnaast het zuurstofverbruik van de hersenen voor een langere periode onderdrukt, bijvoorbeeld door kunstmatig de lichaamstemperatuur te verlagen of met hoge doseringen van een narcosemiddel. Olaf Cremer zet voor bepaalde groepen patiënten vraagtekens bij de effectiviteit van deze behandelstrategie.
In twee experimenten, waarin de (auto)regulatie van de hersendoorbloeding is bestudeerd, zorgde een hogere bloeddruk en een lagere temperatuur niet steevast bij iedere patiënt voor verbeteringen. In een ander groot onderzoek is het neurologisch herstel van groepen patiënten in verschillende ziekenhuizen vergeleken. ‘Agressieve’ therapie, die strikt is gericht op het kunstmatig hoog houden van de bloeddruk en het laag houden van de hersendruk, resulteert in een sterk toegenomen verblijfsduur op de intensive care en hogere kosten, maar helaas niet in een beter functioneel herstel. Bovendien gaat het toedienen van een bepaald narcosemiddel in hoge doseringen gepaard met zeer ernstige – dodelijke – bijwerkingen.Cremer beveelt aan in de toekomst meer rekening te houden met de individuele omstandigheden van patiënten en minder met de specifieke voorschriften in een behandelprotocol, opdat het risico op complicaties tijdens de therapie afneemt. Als eerste handreiking hierbij is een wiskundig model ontwikkeld dat patiënten met ernstig schedelhersenletsel vroegtijdig een betrouwbare prognose geeft.
05-10-2005, 16:15 uur , Academiegebouw, Domplein 29, Utrecht.
Olaf Cremer, Geneeskunde
Proefschrift: Goal-directed intensive care of traumatic brain injury: pathophysiological and clinical aspects
Promotor 1: Prof.dr. C.J. Kalkman
Promotor 2: Prof.dr. K.G.M. Moons
Copromotor 1: Dr. G.W. van Dijk