Stand van zaken versterking van de eerstelijnszorg

Array

Op verzoek van de Kamer schets Hoogervorst de stand van zaken met de betrekking tot
de versterking van de eerstelijnszorg, het experiment fysiotherapie, de mondzorg,
verloskundige zorg en kraamzorg. Hij gaat ook kort in op de voortgang van de praktische
uitwerking van het Vogelaar-akkoord dat hij met huisartsen en zorgverzekeraars heeft gesloten
1. Programma versterking eerstelijnszorg
Met een groot aantal veldpartijen is een programma gemaakt om de eerstelijnszorg te versterken. Dit programma is het vervolg op de intentieverklaring van augustus 20042. Centraal uitgangspunt is dat de noodzakelijke organisatorische veranderingen lokaal gestalte moeten krijgen. Landelijke partijen en de rijksoverheid dragen hieraan bij door optimale condities te creëren. Het programma bestaat uit drie pijlers, te weten: het verbeteren van randvoorwaarden, het aanjagen van regionale veranderingsprocessen en het monitoren en evalueren van de voortgang. 
2. Uitwerking plan ‘Lang leve de eerste lijn’
Uw Kamer heeft Hoogervrost, via de motie Arib3, verzocht het plan ‘lang leve de eerste lijn’ met betrokken partijen nader uit te werken. Bepaalde aspecten van het plan zijn opgenomen in het programma versterking eerstelijnszorg en in de afspraken die hij met LHV en ZN heeft
gemaakt in het kader van het Vogelaar-akkoord. Het gaat hierbij om aanpassingen in het
bekostigingssysteem, het handhaven van een inschrijftarief voor huisartsen, het betrekken
van gemeenten en woningcorporaties bij de eerstelijnszorg en aanpassingen in wet- en
regelgeving om meer ruimte voor verpleegkundigen binnen de eerstelijnszorg te creëren. Eén
aspect – te weten het herstel van de as tussen huisarts en wijkverpleging – vergt extra
aandacht en is opgepakt. Op 1 december a.s. vindt hierover een conferentie plaats. Deze conferentie is bedoeld om bouwstenen voor een concrete beleidsagenda te formuleren. Er
wordt zowel gekeken naar bekostigingsaspecten als wettelijke en organisatorische mogelijkheden om taken tussen huisartsen en wijkverpleegkundigen af te stemmen ten gunste van de patiënten. Ook zullen diverse goede voorbeelden worden gepresenteerd.
3. Uitwerking Vogelaar-akkoord
Voor de zomer hebben de LHV, ZN en Hoogervorst een akkoord gesloten onder leiding van
onafhankelijk bemiddelaar mw. Vogelaar, waarin afspraken rond het nieuwe
bekostigingssysteem zijn vastgelegd en een beleidsagenda is opgesteld. Dit akkoord is op 9
oktober jl. door partijen ondertekend.
De nieuwe bekostigingssystematiek is een gemengd systeem bestaande uit een
inschrijftarief en consulttarief. Het inschrijftarief bedraagt € 52 per ingeschreven patiënt, de
hoogte van het reguliere consulttarief is € 9. Afhankelijk van de populatie van een praktijk
komen huisartsen in aanmerking voor populatiegebonden vergoedingen.
Tot slot is de module Modernisering en Innovatie ingesteld. Zorgverzekeraars en huisartsen
moeten op lokaal en regionaal niveau afspraken maken over de besteding van deze module.
Voorwaarde voor toekenning is dat de te financieren initiatieven passen binnen de op
landelijk niveau geformuleerde beleidsagenda ten aanzien van modernisering en innovatie
van huisartsenzorg.
Vanaf de zomer zijn partijen gestart met de administratieve uitwerking van het akkoord. Zo
zijn afspraken gemaakt over inschrijving op naam en het declaratieverkeer tussen huisartsen
en verzekeraars. Huisartsen zijn verantwoordelijk voor het op orde houden van hun
patiëntenbestand, waarbij tevens is afgesproken dat alle partijen inspanningen zullen plegen
om de inschrijving op naam up to date te krijgen én houden. Verzekeraars sturen
verzekerden bij verhuizing of een nieuwe polis een brief waarin zij het belang van
inschrijving bij een huisarts benadrukken. Partijen onderzoeken gezamenlijk de mogelijkheden
tot het ontwikkelen van een centraal bestand waarin wordt bijgehouden welke patiënt waar
staat ingeschreven. Op deze manier wordt voorkomen dat hetzelfde inschrijftarief door
meerdere huisartsen wordt gedeclareerd.
LHV en ZN hebben ook afspraken gemaakt over de standaarden waarmee de uitvoering van
de declaraties in de nieuwe bekostiging per 1 januari 2006 kunnen worden uitgevoerd.
Partijen hebben afgesproken dat de verschillende onderdelen uit het Vogelaar-akkoord
worden gemonitord.
4. Huisartsendienstenstructuren
Vanaf 2005 kennen de huisartsendienstenstructuren een genormeerd budget. In 2005 is er
sprake van een overschrijding van dit budget. Door incidentele meevallers in het Budgettair
Kader Zorg wordt deze overschrijding grotendeels gedekt. Partijen hebben de normering
geëvalueerd. Naar aanleiding van deze evaluatie is constructief overleg gevoerd met de
Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN) en ZN over de aanpak in de komende jaren,
om verdere overschrijdingen te voorkomen. Afgesproken is dat het beschikbare kader voor
2006, afgezien van de gebruikelijke indexaties, niet opgehoogd wordt. Eerst moet gekeken
worden naar de oorzaken van de overschrijdingen en welke mogelijke oplossingen er zijn. De
VHN voert het komend jaar een benchmark uit bij de HDS-en. Hierbij wordt onder andere
gekeken naar de schaalgrootteverschillen tussen HDS-en en de verdeling van het
genormeerde budget ten opzichte van de gemaakte kosten. Ook doen VHN en ZN gezamenlijk een onderzoek naar de mate waarin HDS-en zorg overnemen van de SEH
(substitutie). Halverwege 2006 zijn de resultaten van beide onderzoeken gereed.
5. Fysiotherapie
Het experiment met de vrije prijsvorming binnen de fysiotherapie, gaat binnenkort zijn
tweede jaar in. Bij diverse gelegenheden heeft Hoogervorst met de Kamer over de stand van zaken en
voortgang gesproken. De laatste keer tijdens het Algemeen Overleg over de evaluatie van
pakketmaatregelen op 6 oktober jl. In het afgelopen jaar heeft Hoogervrost tal van maatregelen ingezet
om de fysiotherapie te dereguleren. De maximumtarieven zijn voor de duur van het
experiment buitenwerking gesteld. Voorts heb ik besloten om de verplichte verwijsrelatie
met de (huis)arts, op grond van de Wet BIG, met ingang van 1 januari 2006 in te trekken.
Ook heb ik een aantal prestaties binnen de fysiotherapie duurzaam uit de tarifering gehaald
(zoals begeleiding bij fitness en zwangerschap, arbogerelateerde fysiotherapie en het geven
van opleidingen en cursussen). Ten slotte heeft Hoogervorst onlangs aan de fysiotherapeuten toegezegd
om samen met mijn ambtgenoot van Economische Zaken na te gaan, op welke wijze de
onderhandelingspositie van de fysiotherapeuten, binnen de kaders van de Mededingingswet,
kan worden aangescherpt. Al met al een breed pakket van maatregelen om de fysiotherapie
effectief te dereguleren. Uit de laatste rapportage van Ctg/ZAio blijkt dat de tarieven voor de
fysiotherapie met gemiddeld 13% zijn gestegen. Voorts blijkt uit de rapportage dat ruim
90% van de fysiotherapeuten dit jaar een contract met een zorgverzekeraar heeft
afgesloten. Daarmee is de toegang tot het zorgdomein voldoende gewaarborgd. In oktober
heb ik de eerste prestatiebeschrijvingen (“fysio-producten”) goedgekeurd, en zo samen met
zorgverzekeraars en beroepsgroep een eerste stap gezet naar transparante en integrale
producten binnen de fysiotherapie. Tot slot meldt Hoogervorst dat de commissie-Sanders deze maand
haar werkzaamheden heeft afgerond. De commissie was door Zorgverzekeraars Nederland
en het KNGF in het leven geroepen, om problemen in de contractering uitsluitend als gevolg
van de vertraagde inwerkingtreding van de herziene Wtg ( Wtg ExPres) op te lossen. De
commissie heeft in totaal 110 klachten ontvangen. Het merendeel had geen betrekking op
de voorstellen van de – voor de betreffende praktijk of fysiotherapeut – ‘dominante
verzekeraar’. Daarbij is het criterium gehanteerd dat er alleen sprake kan zijn van
oneigenlijke druk in de onderhandelingen als een verzekeraar een marktaandeel heeft van
tenminste 30%. Op basis hiervan heeft de commissie ruim 80% van de klachten van de
fysiotherapeuten ongegrond verklaard. Bij de resterende klachten bleek dat in het merendeel
– op grond van de feiten – geen oneigenlijk machtsgebruik kon worden geconstateerd door
de commissie.
6. Verloskundige zorg en kraamzorg
In het AO van 1 september jl. inzake kraamzorg en verloskundige zorg is onder meer
gesproken over die zorg in achterstandswijken. Hoogervorst heeft toegezegd met betrokken partijen
hierover in gesprek te gaan. Deze gesprekken zijn gaande. Binnenkort zal ik u een brief
sturen met de stand van zaken.

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen