Liever “niet perfect” EPD invoeren dan uitstellen

Array

De NPCF schrijft in een brief aan de KNMG dat ze het onverantwoord vinden 'om eerst een perfect EPD systeem te ontwikkelen alvorens dit in te voeren'.  Daarmee schaart de vereniging zich achter het antwoord van Minister Klink over de snelle uitrol van het EPD al in september 2008. Invoering van het BSN en het voorkomen van vermijdbare doden door ontbreken van gegevens zijn de belangrijkste motieven van de NPCF voor hun stelling. 

De NPCF schrijft in een brief aan de KNMG dat ze het onverantwoord vinden 'om eerst een perfect EPD systeem te ontwikkelen alvorens dit in te voeren'. Daarmee schaart de vereniging zich achter het antwoord van Minister Klink over de snelle uitrol van het EPD al in september 2008. Ze hebben de afgelopen jaren telkens het grote belang van het EPD benadrukt. Dat heeft ook hun opstelling in moeilijke vraagstukken zoals privacybescherming bepaald. Verbetering van patiëntveiligheid en voorkoming of afname van het aantal vermijdbare ziekenhuisopnames en zelfs doden, is zo belangrijk, dat zij bijvoorbeeld hebben ingestemd met een geen-bezwaarsysteem i.p.v. een toestemming-vooraf-systeem bij de invoering van het EPD.

Ook andere randvoorwaarden zijn ingevuld: het wetgevend kader met de Wbsn-z die per 1 juni in werking treedt en het sluitstuk de EPD-wet die onderweg is naar de Tweede Kamer en daar hopelijk snel behandeld zal worden. Wij kunnen ons dan ook vinden in de aanpak die de minister voorstelt, namelijk tot september 2008 verbreding en verdieping van de pilots ter voorbereiding op de landelijke uitrol. Het is belangrijk dat gebruikers in de dagelijkse praktijk de toegevoegde waarde van het landelijke EPD ondervinden, en gelukkig blijkt uit de de evaluatie van de WDH pilot dat de deelnemende huisartsen de professionele samenvatting en het waarneemretourbericht als nuttig ervaren.

Maar niet alleen de ervaren meerwaarde voor zorgverleners dient uitgangspunt te zijn, ook de meerwaarde die het EPD voor de patiënt zal hebben: in het hele land en 24 uur per dag een up-to-date waarneemdossier en medicatieoverzicht zal zeker bijdragen aan de vermindering van het aantal fouten. Uit onderzoek blijkt trouwens dat een groot deel van de Nederlandse burgers denkt dat dit soort toepassingen in de zorg in 2008 al lang bestaan. Dit is tegelijk de reden dat de NPCF uw oproep om gegevensuitwisseling vooral lokaal en regionaal vorm te geven, niet onderschrijft.

Daarnaast is al lang bekend dat de huidige regionale implementaties nog te vaak niet voldoen aan de geldende wet- en regelgeving als het gaat om zaken als privacybescherming, beschikbaarheid, databeveiliging en dergelijke. De NPCF roept u daarom op om de regionale uitwisseling op korte termijn te verbeteren, waar mogelijk door invoering van de landelijke uitwisseling, die voldoet aan de landelijke standaarden voor o.m. gegevens- en privacybescherming, die o.a. onze organisaties zelf, onder regie van NICTIZ en VWS, hebben opgesteld.

Ook wat ons betreft ligt op dit moment dus de prioriteit bij de invoering van het WDH en EMD (plus), maar deze prioritering betekent wat ons betreft niet dat de doorontwikkeling van het EPD in de ijskast moet gaan. Patiënten hebben recht op de beste zorg en daarbij hoort ook dat zij én natuurlijk hun zorgverleners op ieder gewenst moment kunnen beschikken over de actuele gezondheidsgegevens van de patiënt.

Daarom is de NPCF blij met de ICT-agenda voor de toekomst, zoals die op 23 april in het Platform ICT & Innovatie is besproken. De prioriteiten zijn hierin zeer duidelijk aangegeven:

1. WDH & EMD

2. Patiënt en EPD

3. Uitbreiding van het basis-EPD en

4. Multidisciplinaire zorg, diseasemanagement en preventie.

De NCPF hoopt dat de KNMG zich als koepels zeer bewust wordt van hun verantwoordelijkheid allereerst die ten aanzien van de achterban, maar ook zeker in de richting van de patiënt. Zoals verwoordt in een aanbeveling van een huisarts in het evaluatierapport van de WDH pilot: “het is belangrijk om huisartsen ervan te overtuigen dat ze mee moeten doen…”. De opstelling van de KNMG is volgens de NCPF uitermate belangrijk voor het slagen van de invoering van WDH en EMD.

De NPCF weet maar al te goed dat het huidige EPD nog niet af is en dat er tijdens de invoering best nog onvoorziene knelpunten naar boven kunnen komen, maar wij vinden het onverantwoord om nog meer tijd te nemen om eerst een perfect EPD systeem te ontwikkelen alvorens dit in te voeren. Daarvoor is het belang van de patiënt te groot. De NPCF is ervan overtuigd dat met een duidelijk signaal van uw kant richting uw achterban het EPD belangrijk is voor de verbetering van de kwaliteit van zorg, de voorgestelde geleidelijke, stapsgewijze en gefaciliteerde invoering op deze manier haalbaar is.

De NPCF realiseert zich goed dat de invoering van het EPD niet slechts een technische exercitie is. Het is ook een grote cultuurverandering voor de zorgverleners en –aanbieders. Wij zijn ons bewust van de signalen die wij in de afgelopen jaren—en de laatste maanden steeds intensiever—kregen van (vertegenwoordigers van) uw organisaties en uw achterban.

Zij zijn van mening dat er dieperliggende oorzaken of redenen zijn die bijdragen aan de onzekerheid over de uitkomst van het traject dat met de ontwikkeling van het EPD is ingezet. Het gaat dan om onzekerheid of onduidelijkheid ten aanzien van de volgende zaken:

• Transparantie: het (moeten) geven van inzicht in de dossiervoering/het handelen aan: – collegae en andere zorgverleners en – (in de toekomst) patiënten.

• Verandering van de positie van de patiënt in de zorg en de invloed die dat heeft op de zorgverlener—patiënt relatie. kenmerk: 2008-382/DSB/01.01.01/MH/tk datum: 13 05 08 blad: 3 van 3

• De bewegingsvrijheid die de patiënt krijgt doordat de gegevens hem volgen waar hij ook gaat in zorgland.

• De veranderende concurrentiepositie op de zorgmarkt.

• De mogelijkheid dat de patiënt zelfstandig beslissingen kan gaan nemen over zaken die traditioneel gezien altijd in overleg met een zorgverlener genomen werden.

Recente artikelen