Veel zelfverwijzer op SEH’s in Noord-Holland en Flevoland

Array

In Noord Holland (zonder het Gooi) en Flevoland staan 26 Spoedeisende Hulpafdelingen bij ziekenhuizen. In de laatste week van september behandelden die 12.260 patiënten. Van dezen kwam 57,2% op eigen initiatief ofwel was zelfverwijzer. Dit percentage is aanmerkelijk hoger dan de 47% in de Provincie Utrecht en de 49% in de regio Rijnmond. Deze mededelingen deed leidinggevend Julius onderzoeker dr. Henk van Stel tijdens een presentatie voor gezamenlijke Raden van Bestuur en ervaren SEH artsen en managers van de ziekenhuizen uit de genoemde provincies. De bijeenkomst vond plaats in Amsterdam op vrijdagmiddag 16 mei.

Het onderzoek gebeurde op verzoek van de twee traumacentra in Amsterdam. Voor dat hogere zelfverwijspercentage zijn twee verklaringen voorhanden, maar misschien zijn er wel meer. De eerste is dat in die laatste week ook de Van Dam tot Damloop plaatsvond. Hebben vele hardlopers zich met letsel na afloop en de dagen erna op eigen initiatief gemeld op SEH’s in Noord Holland en Flevoland? De tweede verklaring is, dat in Amsterdam vele inwoners en toeristen geen huisarts hebben. Zouden die bij medische spoed rechtstreeks naar een SEH gaan? De onderzoeksgroep gaat beide verklaringen na door te kijken naar tijdstip van het letsel en door de frequentie van medische coderingen te analyseren. Op de Julius Masterclass Spoedzorg die op 25 juni begint en twaalf dagdelen omvat, krijgen dit meetweekrapport en die over andere regio’s ook grote aandacht: zowel het maken ervan als het omgaan met de resultaten. Wil je een exemplaar van het rapport over Noord Holland en Flevoland ontvangen? Stuur een mail naar Peter Wijga van het Traumacentrum van het VUmc of naar Juliusonderzoeker Lidia van Veenendaal.

Veertien Intensive Care Units (IC’s) in Noord Holland en Flevoland deden mee aan de meetweek in september (zie ook bericht hierboven). Zij namen in die week 504 patiënten op: 78,5% met spoed en de anderen na afloop van een ernstige operatie. De meeste patiënten kwamen met cardiologische problemen. Wat opviel, is dat een kwart van de IC patiënten (23,4%) bij ontslag meteen naar huis gaat. De verwachting was dat een IC-patiënt eerst naar een gewone ziekenhuisafdeling gaat en daarna naar huis. Dat was inderdaad het geval voor 51,6% van de IC patiënten. De Julius onderzoeksgroep heeft nog niet geanalyseerd wat voor patiënten vanuit de IC naar huis gaan. Intensivisten en ambulance experts hebben een hypothese maar weten het ook niet zeker. Een verklaring kan zijn dat drugsgebruikers met een bad trip, coma drinkers en pogers van een mislukte zelfmoord op de IC’s ontgift worden en na een etmaal weer naar huis gaan. Maar het kan ook zijn dat IC patiënten gewoon te lang zijn blijven liggen en al eerder naar een gewone afdeling hadden gemoeten. Op de Julius Masterclass Spoedzorg die op 25 juni begint en twaalf dagdelen omvat, krijgt de relatie leefstijl en spoedzorggebruik bij ambulancezorg, huisartsenposten en SEH’s ook grote aandacht. Wil je een exemplaar van het rapport over Noord Holland en Flevoland ontvangen? Stuur een mail naar Peter Wijga van het Traumacentrum van het VUmc of naar Juliusonderzoeker Lidia van Veenendaal. Hun emailadressen zijn [email protected] en [email protected]  Wil jij deelnemen aan de Julius Masterclass Spoedzorg? Er zijn nog enkele plaatsen vrij. Surf naar www.integratedcare.nl , klik door op subpage nascholingsagenda en meld je aan.

Guus Schrijvers

Guus Schrijvers, Oud-Hoogleraar Public Health & Gezondheidseconoom

Guus Schrijvers (getrouwd met Els Zwaan, drie kinderen) werd op 24 juni 1949 geboren in Amsterdam als zesde kind in een katholiek onderwijzersgezin. Na het gymnasium B diploma behaald te hebben(1967) ging hij in Amsterdam economie studeren. Hij studeerde cum laude af (1973) bij prof. Wim Duisenberg op de na-oorlogse conjunctuurgolven en bij prof. Joop Hattinga Verschure op zelfzorgafdelingen in ziekenhuizen. In 1980 promoveerde hij in Maastricht op het onderwerp regionalisatie en financiering van de Engelse, Zweedse en Nederlandse gezondheidszorg. Een stelling uit zijn proefschrift werd zijn levensmotto: wie de kleine structuren niet eert, maakt de grote structuren verkeerd.

Hij promoveerde bij de grondlegger van de Nederlandse gezondheidseconomie prof. Lou Groot en bij genoemde Hattinga Verschure. Van 1974 -1984 was Schrijvers lid van de Gemeenteraad van Utrecht voor de Partij van de Arbeid. Hij ‘deed’ daar portefeuilles zoals Volksgezondheid, Welzijn, Cultuur en Financiën. Op 1 juni 1987 werd Schrijvers samen met prof. Joop van Londen hoogleraar Public Health bij de Medische Faculteit Utrecht. Dat betekende voor hem een switch van macro onderwerpen zoals de inrichting van het verzekeringsstelsel naar kleinschalige projecten zoals educatie van diabetespatiënten.

Uit een interview uit 1987 komt het citaat: ‘als de faculteit mij vraagt voor deze leerstoel, wil ik wat betekenen voor de faculteit. Dan geef ik de macro-onderwerpen op.’ Samen met Van Londen richtte hij zich in 1987 op innovaties in de thuiszorg en op ketenzorg bij chronische zieken. Later zou het die activiteiten onder de vlag disease management bundelen. Tien jaar kwam de belangstelling voor ketens in de spoedzorg erbij. Zijn kennis op dit terrein bundelde hij in het boek Moderne Patiëntenzorg in Nederland, dat hij in 2002 samen met de plaatsvervangend hoofdinspecteur drs. Nico Oudendijk voor de gezondheidszorg schreef.

Vanaf het eerste begin had het bevorderen van het onderwijs in de Sociale Geneeskunde en de Volksgezondheid zijn grote aandacht. Toen Van Londen en hij begonnen was er helemaal niets op dit terrein. Schrijvers: ‘Een grote triomf ervoer ik op 2 april 1994 toen na zeven jaar trekken en duwen de eerste medische studenten bij een GGD en een Arbodienst een verplicht co-schap Sociale Geneeskunde liepen.’

In 1999 kwam een nieuw curriculum voor de medische studenten tot stand. Tropenjaren volgden tot 2006 voor hem en zijn collega dr. Gerdien de Weert om alle uitbreidingen van het sociaal geneeskundige onderwijs bij te benen. Zijn collegestof bundelde hij in 1997 en na verschillende drukken in 2002 in het boek Een kathedraal van Zorg en in de Engelse variant daarvan Health and Health Care in the Netherlands.

Per 1 juli 2007 gaan de onderzoeksactiviteiten van Schrijvers over in de Unit Innovaties in de Zorg binnen het Julius Centrum, dat hij in 1996 met collega prof. Rick Grobbee oprichtte. Zijn aandacht blijft liggen bij Disease Management en Spoedzorg. Schrijvers: ‘Ik begrijp nog steeds niet helemaal hoe die kleine structuren binnen Disease management en spoedzorg precies functioneren. Er is tegenwoordig ook veel uitwisseling met collega’s in Noord Amerika en elders in Europa. Dat verrijkt het inzicht in hoge mate. Elk land is op dit terrein een laboratorium voor een ander land..Voorlopig heb ik mijn handen vol aan de nieuwe Unit. Toch zou ik nog twee boeken willen schrijven.Het ene krijgt als titel, De gemoderniseerde kathedraal van zorg. Het tweede boek moet gaan over ondernemersschap en gelijke toegang tot de zorg. Beide zijn belangrijk maar o zo moeilijk te combineren. Hierbij zou ik de kennis van macro econoom weer kunnen gebruiken.’

Als oud hoogleraar Public Health en gezondheidseconoom bij het UMC Utrecht. geeft hij met zijn nieuwe boek ‘Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel.’ zijn visie hoe de gezondheidszorg eruit zou kunnen zien in een maatschappij met schaarste aan zorg. Het boek is bestemd voor het middenkader van zorgorganisaties. Naast schrijver van boeken en artikelen over de gezondheidszorg is Guus lid van enkele stuurgroepen en begeleidingscommissies en geef ik lezingen en workshops.

Guus Schrijvers is voor voordrachten, dagvoorzitterschappen, interviews en onderzoeksopdrachten te bereiken via [email protected] en telefonische via zijn secretaresse Annet Esser op telefoonnummer 030 250 9359.

Recente artikelen