Zelf managen van COPD werkt
ArrayTijdelijke verergeringen van COPD zijn door de patient zelf goed te behandelen, mits hij of zij daarop vakkundig voorbereid is. Ook COPE-actief, een intensief bewegingsprogramma waarmee fysiotherapeuten COPD-patienten begeleiden, is effectief. Dit concludeert bewegingswetenschapper/fysiotherapeut/epidemioloog Tanja Effing in het proefschrift waarop zij 15 april bij het UMC St Radboud promoveert. Zij verrichtte haar onderzoek bij het Medisch Spectrum Twente.
Longen en luchtwegen
COPD (chronische bronchitis en longemfyseem) is een aandoening van de longen en luchtwegen. De afkorting staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease, chronische obstructieve longaandoeningen. De luchtwegen zijn vernauwd en de longblaasjes kunnen kapot gaan. Roken is de belangrijkste oorzaak van deze beschadiging.
Twee procent van de Nederlanders heeft COPD. De ziekte komt vooral voor bij ouderen. Het aantal COPD-patienten groeit, onder andere door de vergrijzing. Chronisch obstructieve longziekte is in Nederland de vijfde doodsoorzaak.
De schade aan de longen is niet meer te verhelpen, maar de ziekte kan, door een juiste aanpak, wel gestabiliseerd worden.
Actieplan
Patienten met een ernstige vorm van COPD hebben regelmatig te maken met een exacerbatie, een min of meer acute verergering van de ziekte. Als patienten hierop zijn voorbereid, kunnen ze de exacerbatie aanpakken via zelfbehandeling; dit is een actieplan met instructies, die aangeven wanneer de patient moet starten met gerichte medicatie. Promovenda Effing stelt vast dat dit leidt tot minder exacerbatiedagen en lagere kosten voor de gezondheidszorg. Voorwaarde voor zelfbehandeling is het aanbieden van een zelfmanagementprogramma met een vakkundige achterwacht.
Bewegen
Vanuit het Medisch Spectrum Twente in Enschede onderzocht Effing ook de effecten van het bewegingsprogramma COPE-actief. Dit intensieve programma, dat elf maanden duurt, wordt aangeboden door zestien fysiotherapiepraktijken in de regio Twente. Het verbetert niet alleen het uithoudingsvermogen van de patienten, stelt Effing vast, maar patienten gaan ook in hun dagelijks leven meer bewegen. En dat draagt ertoe bij, dat hun ziekte zich meer stabiliseert. In relatie tot deze positieve effecten op de gezondheidstoestand zijn de extra kosten die het programma met zich meebrengt, beperkt.
De fysiotherapiepraktijken die COPE-actief aan COPD-patienten aanbieden, hebben hun krachten nu gebundeld in een vereniging. Hierbij kunnen zich ook andere praktijken aansluiten, die zich in dit programma willen specialiseren.
Tanja Effing is de onderzoeker van het COPE II onderzoek. Het is haar taak om het COPE II onderzoek te coördineren en de resultaten op te schrijven, zodat deze binnen en buiten Nederland bekend worden. Anderhalf jaar geleden is zij in Enschede met het COPE II onderzoek gestart. Na mijn middelbare schoolperiode, heeft ze de opleidingen Gezondheidswetenschappen (Maastricht) en Fysiotherapie (Utrecht) gevolgd. Naast haar studie fysiotherapie heeft ze in Utrecht meegewerkt aan meerdere wetenschappelijke onderzoeken. Na de afronding van de opleiding fysiotherapie heeft ze vijf maanden door Australie en Nieuw Zeeland gereisd, waarna ze is gestart als onderzoeker op het COPE II onderzoek. Op dit moment werkt ze al weer zo’n anderhalf jaar, samen met het COPE team, enthousiast aan COPE II.