Ironie voor autisten lastig te interpreteren

Array

Mensen met autisme springen anders om met taal
woordenwolk-autisme-en-taalbegripEen ironische opmerking is voor mensen met autisme lastig te interpreteren. Ook met ander ingewikkeld taalgebruik hebben mensen met een autisme spectrum stoornis (ASS) moeite. Op hersenscans is te zien dat mensen met autisme harder moeten werken om te ontdekken wat er bijzonder is aan ingewikkelde taaluitingen dan de controlegroep van mensen zonder autisme. Dat blijkt uit maandag gepubliceerd onderzoek van het academisch ziekenhuis in Nijmegen.

Ook bij basaal taalbegrip werken hersenen verschillend
In het wetenschapsblad Brain maakt Cathelijne Tesink van het UMC St Radboud voor het eerst duidelijk dat autisten ook bij basaal, alledaags taalbegrip een beroep doen op andere hersengebieden. Het gaat om meer dan alleen compensatie. Op hersenscans zag Tesink dat mensen zonder autisme bepaalde zinnen interpreteren met zelfreferentie, in tegenstelling tot mensen die wel autisme hebben.

Mensen met een autisme spectrum stoornis (ASS, hier kortweg autisme genoemd) hebben vaak problemen met complexe taalvormen, bijvoorbeeld met de interpretatie van een ironische opmerking. Cathelijne Tesink werkzaam bij de afdeling Psychiatrie UMC St Radboud en het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour heeft onderzocht of dergelijke problemen ook al optreden bij basaal, impliciet taalbegrip. Daarvoor liet ze proefpersonen zinnen horen die inhoudelijk al dan niet passen bij de stem van degene die de zin uitspreekt. Een volwassen man of vrouw zegt bijvoorbeeld Morgen ben ik ongesteld. Of een kind of volwassene zegt Voordat ik ga slapen drink ik altijd een goed glas wijn. Informatie uit de stem van een spreker wordt in het dagelijks leven automatisch meegenomen in de interpretatie van een uiting.

Compenseren
Zowel de mensen met autisme als de mensen zonder autisme – de controlegroep – merken dat er iets vreemds aan de hand is. Maar mensen met autisme moeten daar wel ‘harder’ voor werken, zo blijkt uit hersenscans. Tesink: “Bij de controlegroep én de mensen met autisme wordt hetzelfde gebied in de talige linker hersenhelft geactiveerd, dat dit soort signalen verwerkt. Maar bij mensen met autisme wordt óók nog hetzelfde gebied in de rechter hersenhelft geactiveerd. Alsof hun hersenen moeten compenseren om de juiste interpretatie rond te krijgen. De ontdekking past in het beeld van mensen met autisme, die taaluitingen vaak letterlijk nemen en moeite hebben om bij het begrijpen van taal de context mee te nemen.”

Dagelijks verschil
De hersenscans toonden nog een ander verschil aan. Tesink: “Bij het interpreteren van correcte zinnen activeert de controlegroep één van de hersengebieden die betrokken zijn bij de functie van zelfreferentie. Betrokkenheid van dit gebied, dat actief is bij het beoordelen van jezelf en anderen, zien we niet terug bij de mensen met autisme.”

Met dit onderzoek toont Tesink voor het eerst aan dat mensen met autisme ook voor dagelijks taalbegrip een beroep moeten doen op compenserende neurale mechanismen. Het verschil speelt al bij de meest basale aspecten van het alledaagse taalbegrip.

Bron: UMCN

Recente artikelen