Genen en risicofactoren van astma en allergie in kaart gebracht
Array
Datum: 23 november 2009
Promotie: mw. N.E. Reijmerink, 16.15 uur, Academiegebouw,
Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: A search for missing pieces of the puzzle; the development of asthma and atopy. Innate immunity genes and environment
Promotor(s): mw. prof.dr. D.S. Postma, prof.dr. B. Brunekreef
Faculteit: Medische Wetenschappen
Bij de ontwikkeling van astma en allergie zijn meerdere genen en omgevingsfactoren van belang, blijkt uit onderzoek van Naomi Reijmerink. Zo toont zij aan dat variaties in genen in het IL1RL1, IL18R1 en IL18RAP gencluster het risico op astma en allergie verhogen.
Astma is een chronische aandoening, die tot regelmatig terugkerende ontstekingsreacties in de longen en vernauwing van de luchtwegen leidt. De ernst van de klachten kan per patient verschillen, varierend van licht tot levensbedreigend. De symptomen kunnen bestreden worden, maar te genezen is de aandoening niet, omdat de eigenlijke oorzaak van de ziekte nog onbekend is. Datzelfde geldt voor allergie.
In haar promotieonderzoek heeft Naomi Reijmerink genen in kaart gebracht, die o.a. een rol spelen bij de aangeboren afweer. Zij toont aan dat combinaties van genen het risico op astma en allergie verhogen. Daarnaast blijkt dat ook omgevingsfactoren van invloed kunnen zijn. Roken tijdens de zwangerschap in combinatie met variaties in het reeds bekende astmagen ADAM33 verhoogt het risico op een slechtere longfunctie en gevoelige luchtwegen, zo laat de promovenda zien.
Naomi Reijmerink (Laren, 1976) studeerde geneeskunde in Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek bij de vakgroep Longziekten van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en binnen onderzoeksschool GUIDE. Het onderzoek werd gefinancierd door ZonMw. Reijmerink is in opleiding tot kinderarts in het UMCG.
