Psychologische benadering vermoeidheid bij MS-patiënten veelbelovend

Array

Gezamenlijk persbericht Universiteit Maastricht, Maastricht UMC+ en Orbis Medisch Centrum: Eerste promotie-onderzoek academisch MS-centrum Limburg
Vermoeidheid is de meest voorkomende en meest beperkende klacht bij patienten met multiple sclerose (MS). De oorzaak is vooralsnog onbekend en vermoeidheid is moeilijk te behandelen. Een psychologische benadering van vermoeidheid bij MS-patienten is veelbelovend en kan worden ingezet om de kwaliteit van leven van MS- patienten te verbeteren. Dat blijkt uit promotie-onderzoek van drs Yvonne Bol, gezondheidszorgpsycholoog bij het Academisch MS-centrum Limburg dat is gehuisvest in het Orbis Medisch Centrum in Sittard. Zij zal vrijdag 5 maart a.s. haar proefschrift Understanding fatiugue in multiple sclerosis verdedigen aan de Universiteit Maastricht.

Bol onderzoekt in haar proefschrift de relatie tussen vermoeidheid bij MS-patienten en een aantal biologische en psychologische factoren. Daartoe vergeleek ze MS-patienten met een groep patienten met colitis ulcerosa, een niet-neurologische chronische auto-immuunziekte. De resultaten laten onder meer zien dat MS patienten ernstiger vermoeid zijn dan patienten met colitis ulcerosa, maar dat de vermoeidheid niet samenhangt met de mate van de witte stof-afwijkingen gemeten met een hersenscan.

“De ernst van de MS draagt wel bij aan het ervaren van lichamelijke vermoeidheid”, aldus Bol. “Maar, ook depressieve klachten, negatieve gedachten over de vermoeidheid en aan vermoeidheid gerelateerde angst en vermijding spelen een belangrijke rol. Daar kun je in elk geval iets tegen doen.”

Een psychologische benadering van vermoeidheid bij MS blijkt veelbelovend te zijn: “Deze kan worden gebruikt om nieuwe interventies te ontwikkelen om de kwaliteit van leven van MS- patienten te verbeteren.”

Depressie
Vermoeidheid kan  gerelateerd zijn aan een depressie. Dan gaat het niet over een normaal ‘dipje’ als kortdurende reactie op bijvoorbeeld een vervelende gebeurtenis, maar om hevige en langer durende neerslachtigheid die een negatieve invloed heeft op het dagelijkse leven en welzijn van de patient: men is somber en in de put en geniet veel minder of niet meer van activiteiten of bezigheden waar men  tevoren wel van genoot. Daarnaast zijn er ook andere klachten, zoals verminderde eetlust, gewichtsverlies, slaapproblemen, gevoelens van schuld en hopeloosheid en verminderde seksuele interesse.
Yvonne Bol: “Ook vermoeidheid en verminderde energie zijn symptomen van een depressie. Terwijl in de algemene bevolking zo’n 6-7% van de mensen een depressie heeft,  hebben mensen met een chronische ziekte hier veel meer kans op, n.l. 25-30%. Bij MS komen depressies nog vaker voor: 27-45% Ongeveer de helft van de MS-patienten heeft gedurende het ziekteproces een keer te maken met een depressieve periode.”

Vermoeidheid

“Er zijn aanwijzingen dat bepaalde factoren de vermoeidheidsklachten bij chronische ziekten in stand kunnen houden”, aldus Bol. “Bij MS is hier nog weinig over bekend. Ik heb bijvoorbeeld  onderzocht of de manier waarop iemand over de vermoeidheid denkt en met de vermoeidheid omgaat,  belangrijk is bij het voortbestaan van vermoeidheid. Dat inzicht kan vervolgens bijdragen aan een betere behandeling van vermoeidheid bij MS. Een deel van de patienten zal bijvoorbeeld minder actief worden. Gedachten die iemand heeft, zoals ‘ik moet niet te veel ondernemen, want dan worden mijn klachten erger’ kunnen de vermoeidheid in stand houden.  Vermoeidheid is immers geen reden om je niet in te spannen. Inactiviteit kan op termijn zelfs tot méér vermoeidheid leiden! “

In totaal telt Nederland telt ongeveer 16.000 MS-patienten. Nadere informatie over MS: www.orbisconcern.nl/ms www.msresearch.nl / www.msweb.nl / www.msvereniging.nl

Bijlage:.Samenvatting proefschrift

Maastricht UMC+

Met ingang van januari 2008 zijn het academisch ziekenhuis Maastricht (azM) en de Faculteit Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht gefuseerd tot het achtste universitair medisch centrum van Nederland. De nieuwe organisatie heet Maastricht UMC+.
Het Maastricht UMC+ heeft als kerntaken: patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs en opleiding. Daarin nemen, naast de standaard patiëntenzorg, topklinische zorg en topreferente zorg een belangrijke plaats in. Deze zijn nauwgezet afgestemd met het fundamenteel en het (experimenteel) klinisch onderzoek. Dit resulteert in de klinische onderzoeksspeerpunten hart en vaten; oncologie, chronische ziekten en geestelijke gezondheidszorg en neurowetenschappen.

Recente artikelen