NVZ onderschrijft RVZ-visie op acute zorg niet

Array

De NVZ onderschrijft de conclusie van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) dat het ziekenhuislandschap de komende jaren gaat veranderen, maar is het niet eens met de visie op acute zorg.

Het vandaag gepubliceerde RVZ-advies Medisch-specialistische zorg in 20/20 is in lijn met de verwachting en een logisch gevolg van de ontwikkeling naar spreiding en concentratie die de branche zelf heeft ingezet. De aanbeveling en conclusies over spoedeisende hulp gaan voorbij aan regionale verschillen en gaan uit van te veel overheidsbemoeienis.

Veranderd zorglandschap
De branche heeft de ontwikkeling naar spreiding en concentratie zelf in gang gezet om de kwaliteit van zorg verder te verbeteren en middelen doelmatiger in te zetten. De ziekenhuizen zijn nu intensief bezig om samen met andere partijen, zoals verzekeraars, andere zorgaanbieders en vertegenwoordigers van patientenorganisaties, invulling te geven aan deze ontwikkeling.

Concentratie waar dat moet en spreiding waar dat kan, is daarbij het uitgangspunt. Zoals in het RVZ-rapport wordt genoemd, zal dit onder andere tot gevolg hebben dat ´streekziekenhuizen en gezondheidscentra een geïntegreerd zorgaanbod aanbieden met een frontoffice voor de patient´. Het rapport haalt dan ook enkele goede voorbeelden aan die in het verlengde hiervan liggen.

Spoedeisende hulp
De NVZ ondersteunt de in het rapport vermelde ketengedachte met betrekking tot acute zorg. Er zijn immers al veel samenwerkingsverbanden tot stand gekomen tussen spoedeisendehulpafdelingen (SEH) en huisartsenposten (HAP). De NVZ is voorstander van verdergaande samenwerking, omdat dit doelmatigheid en kwaliteit oplevert, maar geen enkele vorm van samenwerking zou als dwingend model moeten worden opgelegd. Voor elke regio is immers de situatie verschillend (bijvoorbeeld grote stad versus platteland). Het beste kan de regionale situatie worden ingevuld door het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ). Het zou in ieder geval niet door de overheid moeten worden opgelegd.

WBMV
Dit geldt ook voor het advies van de Raad om de seh-functie van ziekenhuizen onder de werking van de Wet Bijzondere Medische Verrichtingen (WBMV) te brengen. Dat is onnodig en niet realistisch. De WBMV gaat uit van verregaande overheidssturing om randvoorwaarden voor bijzondere zorg te garanderen. Binnen de acute zorgketen is de belangrijkste randvoorwaarde al voldoende door de overheid geregeld en wettelijk vastgelegd in het ‘45-minuten bereikbaarheidscriterium’.

Rene Luigies

Rene is consultant op het snijvlak productontwikkeling en gezondheidszorg/projectmanager valpreventiebus/multitasker/outofthebox denker/innovator/ Eusamed bv/ Op twitter@Lodewijkjes Netherlands, Rijswijk (Gld)

René Luigies heeft 30 jaar ervaring in nationale- en internationale marketing en business development in de medische sector. Die ervaring strekt zich uit van de farmaceutische industrie tot de medische apparatuur. In 2001 startte hij zijn eigen bedrijf in Nederland. Na de succesvolle introductie van een product op het gebied van pijnbestrijding, heeft dit bedrijf zich verder ontwikkeld tot specialisatie op het snijvlak van product ontwikkeling en gezondheidszorg. Bekende succesvolle producten zijn de OHRA valpreventiebus en de OOGbus van het Oogzorgnetwerk en CZ. Binnen het bedrijf is een groot netwerk aanwezig met de belangrijkste stakeholders in de gezondheidszorg, zoals zorgverzekeringen en overkoepelende organisaties, overheid, zorgverleners, hogescholen, universiteiten en het MKB. Op dit moment wordt dit netwerk ingezet voor eigen consultancy activiteiten, en voor zijn functie als zorginnovatiemakelaar voor Health Valley.

Een volledig cv is te vinden op LinkedIn: http://nl.linkedin.com/in/reneluigies
En René Luigies is te volgen op twitter: @Lodewijkjes

Valpreventie2.0

In 2007 is het OHRA valpreventie project gestart. Dit was het resultaat van een product concept dat ik samen met iemand uit de thuiszorg en een huisarts aan OHRA presenteerde. OHRA heeft dit project volledig gefinancierd. Dit project is volledig door mij opgezet en uitgewerkt, respectievelijk gemanaged. Ook de uitwerking van de resultaten zijn door mij gedaan. Het OHRA valpreventieproject heeft geresulteerd in een afname van 35% van het aantal valincidenten op een groep van 1561 mensen.

De kosten voor de landelijke uitrol bleken te hoog voor zorgverzekeraar CZ, die OHRA heeft overgenomen. Daarmee staakte het project. In het kader van eHealth heb ik toen Valpreventie2.0 bedacht. Een internet applicatie, waarmee ouderen zelf een risicoanalyse kunnen doen, vervolgens een advies krijgen om dat risico te verminderen en vervolgd worden of zij de adviezen ook opgevolgd hebben en of zij hulp/ondersteuning nodig hebben. Daarbij een vervolg door middel van registratie van het aantal valincidenten.

Inmiddels heb ik het NIPED bereid gevonden om valpreventie2.0 te realiseren. In mijn presentatie zal ik ingaan op het proces van valpreventie 1.0 naar de realisatie van valpreventie 2.0. De obstakels, de overwegingen, de weg naar de juiste partners, de financiering, het vinden van stakeholders, en de implementatie in de gezondheidszorg. En een korte visie geven op valpreventie 3.0, waar al gesprekken over gevoerd worden.

Recente artikelen