Reactie op het CVZ-rapport Indicaties voor Protonentherapie
ArrayHierbij zend ik u mijn reactie op het rapport Indicaties voor Protonentherapie (deel 2): Model-based indicaties dat het College voor zorgverzekeringen (CVZ) op 22 augustus 2011 heeft uitgebracht. U treft het rapport bijgaand aan. Protonentherapie is een nieuwe techniek van bestralen, die bij bepaalde indicaties voordelen kan bieden ten opzichte van de röntgenstraling (fotonentherapie). Een belangrijk kenmerk is een betere dosisverdeling, leidend tot een lage dosis straling in het weefsel vóór de tumor, een hoge straling in de tumor en vrijwel geen straling achter de tumor. Deze gunstige bundeleigenschappen verlagen dus de schade aan het omliggend weefsel (acute schade en schade op langere termijn) en verbeteren de tumorcontrole. In zijn eerste rapport over protonentherapie van 23 maart 2010 stelde het CVZ vast dat protonentherapie deel uitmaakt van het basispakket bij de volgende indicaties: melanomen van het oog, tumoren van de schedelbasis, en sommige kindertumoren. In totaal be treft het zo’n 250 patienten per jaar. In zijn tweede rapport van 22 augustus 2011 stelt het CVZ vast dat het behandelarsenaal voor protonentherapie wordt uitgebreid met specifieke indicaties binnen de aandoeningen longkanker, mamacarcinoom, prostaatkanker en hoofdhalstumoren. Het aantal patienten dat in aanmerking komt voor protonentherapie zal volgens het CVZ daarmee toenemen tot ca. 3445 patienten per jaar. Beheerste introductie van protonentherapie in Nederland. Protonentherapie kan als aanvulling op fotonentherapie een belangrijke bijdrage leveren aan de strijd tegen kanker. Ik wil daarom protonentherapie in Nederland mogelijk maken en sta daarbij een beheerste introductie voor, waarbij ik ook meer zicht wil krijgen op de (kosten)effectiviteit van deze behandelmethode. Protonentherapie valt onder artikel 2 van de WBMV. Dit betekent dat het verboden is om zonder vergunning met deze therapie te beginnen. Ik zal in een nog op te stellen Regeling protonentherapie het vergunningen beleid nader uitwerken en aangeven hoeveel vergunningen voor protonentherapie zullen worden verstrekt. Rekening houdend met een voorbereidingstijd en bouwtijd van vier jaar kunnen naar verwachting de eerste patienten medio 2016 in Nederland met protonentherapie worden behandeld. In 2019 -drie jaar na de start- zal een protonenversneller met een behandelcapaciteit van ca. 1000 patienten vol in bedrijf kunnen zijn. Ik zal in januari de Regeling protonentherapie in concept ter beoordeling voorleggen aan de Nederlandse Vereniging van Radiotherapeuten en Oncologen (NVRO). Daarna zal ik overgaan tot definitieve vaststelling van de regeling.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. drs. E.I. Schippers
Bron: Rijksoverheid