Snellere behandeling van boezemfibrilleren
Array
Boezemfibrilleren is de meest voorkomende hartritmestoornis. Medicijnen helpen vaak onvoldoende. De laatste tien jaar krijgen daarom steeds meer patienten een ablatiehandeling. Hierbij worden littekens in het hartweefsel gemaakt om nieuwe ritmestoornissen te voorkomen. Ablatie vindt plaats via een katheter, die verhit of gekoeld wordt. Het resultaat van ablatie is dat de plek waar de stoornissen ontstaan uitgeschakeld wordt.
Om deze ingreep eenvoudiger te maken, zijn er nieuwe katheters ontwikkeld: de PVAC, de MASC en de MAAC. Een van de eigenschappen van deze katheters is dat hiermee veel meer verantwoordelijk hartweefsel tegelijkertijd kan worden verschroeid. Uit onderzoek van Anton Mulder blijkt dat deze nieuwe ablatiebehandeling even veilig en effectief is, maar veel sneller is dan de bestaande ablatiebehandelingen. Afhankelijk van de ernst van het boezemfibrilleren moet niet alleen de PVAC-, maar ook de MASC- en MAAC-katheter toegepast worden. Dit vergroot de slagingskans van de behandeling.
Biografie
Anton Mulder (Leusden, 1980) studeerde Geneeskunde in Utrecht. Hij verrichtte bovenstaand promotieonderzoek op de afdeling Cardiologie in het St. Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein. Momenteel is hij in opleiding tot cardioloog in het UMC St Radboud.
donderdag 23 augustus 2012
Tijd 15:30
Locatie Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2
Faculteit Faculteit der Medische Wetenschappen
Promovendus de heer drs. A.A.W. Mulder
Promotors prof. dr. J.L.R.M. Smeets
Copromotors dr. L.V.A. Boersma
Titel promotie Multi-electrode catheter ablation for the treatment of atrial fibrillation
bron: RU
Contactpersoon Alleen voor journalisten: Persvoorlichting UMC St Radboud
E-mail [email protected]
