Het regeerakkoord, wat betekent dat voor u als zorgondernemer?

Array

VVD en PvdA hebben op 29 oktober 2012 het regeerakkoord van kabinet Rutte II gepresenteerd. Het zal geen verrassing zijn dat het regeerakkoord maatregelen bevat die uw koopkracht aantasten. Maar met name de plannen rond de financiering van de zorg leidden tot dermate hoge koopkrachtverliezen dat het regeerakkoord inmiddels op 12 november 2012 is aangepast. Het regeerakkoord is dan ook nog steeds nivellerend, maar met minder negatieve uitschieters.

Niet alle maatregelen treden per 1 januari 2013 in werking; een groot deel is pas voor 2014 en later bedoeld. Flynth heeft voor u een korte opsomming gemaakt van de belangrijkste (belasting)plannen die het nieuwe kabinet de komende jaren voor ons in petto heeft.

De plannen in het regeerakkoord gelden náást de plannen zoals die zijn opgenomen in de al met Prinsjesdag ingediende wetsvoorstellen. Wel vermeldt het regeerakkoord dat de afschaffing van de fiscale reiskostenaftrek, inclusief de maatregel ‘auto van de zaak’, van de baan is.

Woningmarkt: hypotheekrenteaftrek

Verlaging maximale aftrekpercentage (1 januari 2014)

Naast de plannen die al met Prinsjesdag zijn voorgesteld voor hypotheken van na 31 december 2012, wordt vanaf 2014 voor zowel nieuwe als bestaande hypotheken het maximale aftrekpercentage voor hypotheekrente in jaarlijkse stappen van een half procentpunt verlaagd van het tarief in de vierde naar de derde schijf.

Het kabinet wil de opbrengst jaarlijks budgetneutraal terugsluizen naar de groep die door de maatregel geraakt wordt; voor de helft in de vorm van een verlaging van het hoogste tarief in de inkomstenbelasting en voor de helft door verlenging van de derde belastingschijf in de inkomstenbelasting.

LET OPDeze maatregel geldt naast het wetsvoorstel Wet fiscale behandeling van de eigen woning dat deel uitmaakt van de ‘Prinsjesdagplannen’. In dat voorstel staat dat de rente op nieuwe leningen, die niet annuïtair of lineair worden afgelost, in zijn geheel niet aftrekbaar is. Dus het is vooralsnog ‘alles of niets’ en er is geen forfaitaire regeling.

Tegemoetkoming renteaftrek op restschulden woning (1 januari 2013)

Het kabinet wil de problemen met restschulden aanpakken, door het mogelijk maken om de rente die moet worden betaald op die restschulden tijdelijk (maximaal 5 jaar) toch af te trekken in box 1.

Woningmarkt: huur

De huurtoeslag blijft bestaan. Er komt een gedifferentieerde huurverhoging. Voor huurders met een huishoudinkomen tot 33.000 euro is de huurverhoging 1,5 procent plus inflatie. Bij huurders met een inkomen tussen de 33.000 en 43.000 euro gaat het om 2,5 procent bovenop de inflatie. Boven de 43.000 euro is de huurverhoging 6,5 procent plus inflatie.

In het woningwaarderingsstelsel (WWS) wordt de maximale huur niet langer bepaald met het puntensysteem, maar vastgelegd op 4,5 procent van de WOZ-waarde van de woning. In het kader van de aanpak van scheefwonen wordt voor huurders met een inkomen boven 43.000 de maximale huurprijs op basis van het WWS tijdelijk buiten werking gesteld.

Oudedagsvoorziening

Snellere verhoging AOW-leeftijd

De AOW-leeftijd wordt na 2015 versneld verhoogd. Als gevolg van deze versnelde verhoging wordt in 2018 de AOW-leeftijd 66 jaar en in 2021 67 jaar. Daarna wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de stijging van de levensverwachting.

Voor mensen die per 1 januari 2013 deelnemen aan een vut- of prepensioenregeling en die zich niet hebben kunnen voorbereiden op de AOW-leeftijdsverhoging, komt er vanaf 2013 een overbruggingsregeling.

Tabel:
nieuw tijdpad verhoging A0W-leeftijd (aantal maanden)

201320142015201620172018201920202021
Huidige
wet
123579121518
Na
deelakkoord
1236912162024

 

Verlaging jaarlijkse pensioenopbouwpercentage met 0,4% (1 januari 2015)

Uitgangspunt in de pensioenplannen is dat u na 40 jaar werken op een maximale pensioenopbouw uitkomt van 70 procent van uw gemiddelde loon. Het maximale opbouwpercentage bij een middelloonstelsel moet dan uitkomen op 1,75 procent. Daarom wordt het maximale jaarlijkse opbouwpercentage voor pensioenopbouw van na 1 januari 2015 verlaagd met 0,4 procent. De derde pijler (individuele lijfrenteopbouw) wordt op overeenkomstige wijze aangepast.

Aftopping inkomen fiscale opbouw aanvullend pensioen tot 100.000 euro (1 januari 2015)

Heeft u een arbeidsinkomen van meer dan 100.000 euro, dan kunt u vanaf 2015 over dat meerdere niet meer fiscaal voordelig pensioen opbouwen.  Dit geldt zowel voor de normale pensioenopbouw  als voor de individuele lijfrenteopbouw.

Doorwerkbonus (1 januari 2014)

Er komt een doorwerkbonus voor werknemers (voltijd en deeltijd) vanaf 61 tot 65 jaar met een laag inkomen. Werknemers die doorwerken tot 65,5 jaar kunnen zo gemiddeld 1,5 jaar eerder met pensioen zonder er financieel op achteruit te gaan. De doorwerkbonus geldt voor werknemers met een inkomen vanaf 90 procent van het wettelijk minimumloon (WML) en stopt bij een inkomen van 175 procent van het WML. Tussen 100 tot 120 procent van het WML is de doorwerkbonus maximaal. Dit plan is al verwerkt in de onlangs ingediende tweede nota van wijziging op het Belastingplan 2013.

Terugbrengen aantal kindregelingen (1 januari 2015)

De negen kindregelingen worden teruggebracht tot maximaal vier. Twee zijn in samenhang gericht op inkomensondersteuning (Algemene Kinderbijslagwet en Wet Kindgebonden Budget) en twee op participatiebevordering (inkomensafhankelijke combinatiekorting en kinderopvangtoeslag). Per 1 januari 2015 worden de volgende fiscale volgende regelingen geschrapt:

  • alleenstaande ouderkorting en aanvullende alleenstaande ouderkorting
  • ouderschapsverlofkorting
  • aftrek levensonderhoud kinderen

Naast de genoemde fiscale regelingen wordt ook de aanvulling in de bijstand en de Anw voor alleenstaande ouders worden ook geschrapt.

Belastingrente krijgt ondergrens (1 januari 2014)

Het systeem van heffingsrente wordt per 1 januari 2013 verruild door een systeem van belastingrente. Dat nieuwe systeem gaat gelden voor belastingtijdvakken die in 2012 of later beginnen. Het rentepercentage van de belastingrente wordt vanaf 1 januari 2014 voor de vennootschapsbelasting gekoppeld aan de wettelijke rente voor handelstransacties met een ondergrens van 8 procent.

Het rentepercentage van de belastingrente voor de overige belastingen en de invorderingsrente blijft gekoppeld aan de wettelijke rente voor niet-handelstransacties. Hiervoor komt per 1 januari 2014 een ondergrens van 4 procent.

Afschaffing aftrek specifieke zorgkosten (1 januari 2014)

De fiscale regeling voor de aftrek van specifieke zorgkosten wordt in zijn geheel per 2014 afgeschaft. Dat geldt ook voor de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg). Deze wet is in 2009 ingevoerd, toen de belastingaftrek voor ziektekosten drastisch werd beperkt. Door de afschaffing van aftrek voor de specifieke zorgkosten komt ook de Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten (TSZ) te vervallen.

Afschaffing of versobering ondernemersfaciliteiten en invoering winstbox en (1 januari 2015)

De verschillen in belastingheffing tussen ondernemers en werknemers zijn de afgelopen jaren toegenomen. De ondernemersfaciliteiten waaraan het urencriterium is verbonden, worden per 1 januari 2015 versoberd of afgeschaft. Daarnaast wil het kabinet een winstbox introduceren. Daarbij worden ook de zelfstandigenaftrek, fiscale
oudedagsreserve, meewerkaftrek, startersaftrekken en de S&O-aftrek betrokken. Dan kan ook het bewerkelijke urencriterium komen te vervallen.

Andere opvallende fiscale plannen in het regeerakkoord

Er zijn nog meer fiscale plannen die opvallen:

– Er komt geen kilometerheffing.
– Het Eurovignet wordt verder toegespitst op schonere vrachtwagens.
– De vrijstelling voor oldtimers in de motorrijtuigenbelasting vervalt per 1 januari 2014.
– De arbeidskorting stijgt vanaf 2014 jaarlijks met € 125, tot € 500 per werkende per jaar in 2017.

Aanpassingen regeerakkoord 12 november 2012

Zoals bekend zijn de plannen om vanaf 1 januari 2014 de financiering van de zorg drastisch te veranderen slecht ontvangen binnen de bevolking. In veel gevallen zouden deze plannen ook leiden tot een groot koopkrachtverlies. Uiteindelijk heeft dat geleid tot een aantal aanpassingen waarbij het regeerakkoord nog steeds nivellerend blijft maar minder negatieve uitschieters kent. Het betreft de volgende aanpassingen:

  • De inkomensafhankelijke zorgpremie gaat niet door. Het eigen risico in de zorg blijft wel inkomensafhankelijk.
  • De verlaging van de nominale premie gaat niet door.
  • De zorgtoeslag blijft bestaan.
  • De algemene heffingskorting en de arbeidskorting worden verhoogd met respectievelijk 75 euro en 388 euro.
  • De verhoging van de algemene heffingskorting en arbeidskorting wordt gefinancierd door de algemene heffingskorting met 3 procent af te bouwen op het inkomenstraject tussen 20.935 euro en 62.941 euro.
  • De arbeidskorting voor de hoogste inkomens wordt afgebouwd tot 0 euro bij ruim 110.000 euro.
  • De opbrengst van het beperken van de aftrekbaarheid van de hypotheekrente wordt volledig  teruggesluisd in verlenging van de derde schijf. Dus de voorgenomen verlaging van de vierde schijf gaat niet door.
  • Om de inkomenspositie van ouderen met een aanvullend pensioen te verbeteren wordt de lage inkomensafhankelijke bijdrage, die ouderen zelf uit het netto inkomen betalen, niet verhoogd tot het percentage van de hoge inkomensafhankelijke bijdrage zoals in het regeerakkoord.
  • Er komt 250 miljoen euro die bestemd was voor infrastructuur vrij voor verzachting van de effecten van de versobering van de sociale zekerheid en de versoepeling van het ontslagrecht. Gesproken wordt over een verlenging van de (de op grond van het regeerakkoord te verkorten) duur van de WW-uitkering met zes maanden.
LET OPEen groot aantal van de beschreven maatregelen bevindt zich nog in de planfase. Er is nog maar een gering deel al in wetsvoorstellen uitgewerkt. Gezien de meerderheid van PvdA en VVD in de Tweede Kamer zouden de wetsvoorstellen zonder problemen door de Tweede Kamer kunnen worden aangenomen. Máár, of alle plannen wel ongewijzigd in wetsvoorstellen worden vertaald en/of door (vooral) de Eerste Kamer komen moet nog blijken. PvdA en VVD hebben geen meerderheid in de Eerste Kamer. De commotie in Den Haag en onder de bevolking over de mogelijk vergaande koopkrachtgevolgen voor de individuele burgers lijkt wel te zijn opgelost door de aanpassingen van 12 november.

 

Bron: Flynth

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen