Zelden verdenking chemisch oorzaak bij ontstaan vitiligo
ArrayAls patiënten het ontstaan of opvlammen van vitiligo al koppelen aan een bepaalde oorzaak, denken zij vooral aan stress. Chemische stoffen worden door een kleine minderheid genoemd en blijken na klinisch onderzoek zeer zelden serieuze verdachten.
Dat blijkt uit een retrospectief onderzoek onder ruim 1200 patiënten die zich in de jaren 2003-2007 meldden bij het Nederlands Instituut voor Pigmentstoornissen van het AMC in Amsterdam (Br J Dermatol. 2012; epub 18 december). Slechts 300 van hen wezen tijdens polibezoek zelf een provocerende factor aan. Althans, bij deze 300 noteerden artsen een provocerende factor in de status. Onduidelijk blijft hoe systematisch hiernaar is gevraagd. Van deze 300 werden 44 patiënten uitgesloten omdat ze aan endogene (hormonale) oorzaken dachten, nog eens 10 spraken geen Nederlands. De overige 244 kregen een vragenlijst toegestuurd; 177 patiënten stuurden antwoorden terug.
Verreweg de meesten meenden dat hun vitiligo was uitgelokt door spanningen (55% van de respondenten). Ook zonverbranding (29%) en mechanische factoren (19%) – bekende veroorzakers van het fenomeen van Koebner – werden geregeld genoemd. In totaal noemden 29 patiënten (16%) chemische stoffen. Deze 29 personen werden nader onderzocht door een bedrijfsarts, die aan de hand van diagnostische criteria van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten bepaalde of een oorzakelijk verband plausibel was. Slechts bij 4 patiënten was dit het geval. Gezien de afwezigheid van een controlegroep blijft onduidelijk of mensen die met deze stoffen in aanraking komen meer kans maken op vitiligo dan de geschatte prevalentie van 1% in de bevolking. Ook beschrijft het artikel niet wat respondenten bedoelden met stress of spanningen en blijft een oorzakelijk verband ongewis.
Bron: NTvG/(Bijdrage: Esther van Osselen.)
