Zien eten, doet eten – zonder dat je het door hebt

Array

Na ruim duizend proefpersonen, honderden avondmaaltijden en schaaltjes M&M’s en tientallen uren filmmateriaal van etende studenten zit het promotietraject van gedragswetenschapper Roel Hermans er op. Donderdag 21 februari promoveert hij aan de Radboud Universiteit Nijmegen op zijn onderzoek naar de invloed van het eetgedrag van anderen op voedselinname. Wat blijkt: ‘zien eten, doet vaak ook eten, maar niet altijd.’

‘Niemand wil te boek staan als een buitensporige eter. Daarom beheersen we onze eetimpulsen, vooral in gezelschap van onbekenden’, aldus Roel Hermans, momenteel werkzaam als postdoc bij het Behavioural Science Institute van Radboud Universiteit. eten‘We passen ons eetgedrag aan de ander aan. Als die heel veel eet, ‘mogen’ we zelf ook wat meer eten, maar eet deze persoon weinig tot niets, dan minderen we zelf ook. Die neiging tot aanpassing vonden we niet alleen bij ongezonde snacks zoals M&M’s of borrelnoten, maar ook bij avondmaaltijden en gezonde snacks zoals komkommerschijfjes. Imitatie van eetgedrag gaat vaak onbewust en mensen herkennen de invloed van anderen op hun eetgedrag doorgaans niet. Het is belangrijk dat we ons beter gaan realiseren dat onze omgeving een grote invloed heeft op ons eetgedrag.’

Uniek onderzoek
De afgelopen vijf jaar onderzocht Hermans in negen studies hoe het eetgedrag van anderen de voedselinname beïnvloedt, waarbij hij bijvoorbeeld keek naar man-vrouwverschillen, de sfeer waarin gegeten werd, de invloed van het uiterlijk van de eetpartner en imitatieprocessen.  Hermans is een van weinige onderzoekers in de wereld die mensen samen laat eten met een acteur of een actrice die instructies heeft gekregen over wat en hoe veel hij of zij moet eten. Waar andere wetenschappers werken met vragenlijsten, plaatjes of filmpjes, zet Hermans dus twee personen tegenover elkaar aan tafel en bestudeert hij hun (eet)gedrag. Zijn belangrijkste conclusie: ‘Vooral jonge vrouwen hebben de neiging om hun eetgedrag aan te passen aan dat van de eetpartner en eten meer of minder als de ander dat doet. Mannen hebben minder drang tot imitatie. Alleen tijdens grote honger lijken ze het eetgedrag van hun tafelgenoot te imiteren.’

Onbewust eetgedrag
Het imiteren van eetgedrag wordt nauwelijks beïnvloed door individuele kenmerken zoals lijngedrag of het eigen gewicht. Sociale invloeden wegen veel zwaarder. Hermans vindt het belangrijk dat mensen zich daar meer bewust van worden: ‘Als mensen meer inzicht krijgen in onbewuste processen die hun eetgedrag beïnvloeden, kan dat mogelijk ongezonde eetpatronen doorbreken. Bijvoorbeeld door bewuster stil te staan bij waarom je hoe veel eet. Het idee is dus dat mensen overgaan van mindless naar mindful eten.’

Met vrienden aan tafel
Belangrijk voor de interpretatie van Hermans’ resultaten is wel dat de proefpersonen aan tafel zaten met mensen die zij niet kenden. In het dagelijks leven komt dat minder vaak voor: meestal eet je samen met vrienden of bekenden. Hoe zit het op die momenten met de imitatiedrang? ‘Als onbekenden al zo’n groot effect op ons eetgedrag hebben, verwacht ik van vrienden en bekenden minstens een vergelijkbaar effect’, vertelt Hermans. Ook waren zijn proefpersonen doorgaans hoogopgeleide jonge vrouwen. Er is dan ook meer onderzoek nodig bij kinderen en volwassenen van verschillende opleidingsniveaus. Als postdoc gaat Hermans verder met het onderzoek naar sociale invloeden op eetgedrag. Dan neemt hij ook andere aspecten mee, zoals hoe beslissingen omtrent eten tot stand komen en hoe anderen de keuze voor gezond of ongezond gedrag beïnvloeden

Gezonde verleiding
Bovendien wil Hermans zijn onderzoeksresultaten vertalen naar de dagelijkse praktijk. Dat doet hij nu al door lezingen te geven tijdens inspiratiesessies in het kader van de Gezonde Schoolkantine, een initiatief van het Voedingscentrum. Alle schoolkantines moeten in 2015 een gezond assortiment hebben en zijn daarvoor zelf verantwoordelijk. Het idee daarachter is dat schoolkinderen nu vaak worden verleid door ongezonde producten. ‘Dat kan ook anders’, vindt Hermans. ‘Te beginnen met het aanbieden en aantrekkelijk maken van gezonde producten. Ongezond gedrag moet ontmoedigd worden en gezond gedrag juist gestimuleerd. De omgeving speelt hierin een grote rol en het is daarom belangrijk om leeftijdsgenoten te betrekken in deze gezonde leefstijlinterventies.  Een school is een prima locatie om dit doel te bereiken.’

Bron: RU

Redactie Medicalfacts/ Janine Budding

Ik heb mij gespecialiseerd in interactief nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant kan zijn. Zowel lekennieuws als nieuws specifiek voor zorgverleners en voorschrijvers. Social Media, Womens Health, Patient advocacy, patient empowerment, personalized medicine & Zorg 2.0 en het sociaal domein zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik studeerde fysiotherapie en Health Care bedrijfskunde. Daarnaast ben ik geregistreerd Onafhankelijk cliëntondersteuner en mantelzorgmakelaar. Ik heb veel ervaring in diverse functies in de zorg, het sociaal domein en medische-, farmaceutische industrie, nationaal en internationaal. En heb brede medische kennis van de meeste specialismen in de zorg. En van de zorgwetten waaruit de zorg wordt geregeld en gefinancierd. Ik ga jaarlijks naar de meeste toonaangevende medisch congressen in Europa en Amerika om mijn kennis up-to-date te houden en bij te blijven op de laatste ontwikkelingen en innovaties. Momenteel ben doe ik een Master toegepaste psychologie.

De berichten van mij op deze weblog vormen geen afspiegeling van strategie, beleid of richting van een werkgever noch zijn het werkzaamheden van of voor een opdrachtgever of werkgever.

Recente artikelen