Lymfeklieren kunnen nog vaker worden gespaard bij borstkanker

Array

borstkankerUit onderzoek van oncologisch chirurg Sabrina Maaskant van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven blijkt dat de lymfeklieren in de oksel bij vrouwen met borstkanker nog vaker gespaard kunnen worden. Het sparen van de lymfeklieren is belangrijk om allerlei klachten zoals vochtophoping in de arm (lymfoedeem) en bewegingsbeperkingen na de behandeling te voorkomen. Sabrina Maaskant promoveert vrijdag 17 januari aan Maastricht University op een proefschrift over dit onderwerp.

In Nederland krijgen elk jaar meer dan 13.000 vrouwen te horen dat ze borstkanker hebben. De kans om deze ziekte te krijgen ligt tussen de 12 à 13 procent. De promovenda beschrijft in haar proefschrift twee hoofdthema´s. Allereerst deed ze onderzoek naar de prognostische betekenis van geïsoleerde tumorcellen en micrometastasen in relatie tot de zogeheten schildwachtklierprocedure. Dat is een procedure, waarbij operatief wordt onderzocht of er tumorcellen in de schildwachtklier voorkomen. De schildwachtklier is de lymfeklier die als eerste lymfevocht uit de borst opvangt, zodat de kans op eventuele uitzaaiingen (metastasen) vaak het eerst in deze klier worden aangetroffen.

Door de jaren heen is de chirurgische behandeling van borstkanker steeds minder ingrijpend geworden. Het sparen van de okselklieren past in deze trend en is voor de patiënt belangrijk, omdat verwijdering van deze klieren leidt tot allerlei klachten zoals gevoelstoornissen, bewegingsbeperkingen, vochtophoping in de arm (lymfoedeem) en grotere gevoeligheid voor infecties. Met de schildwachtklierprocedure kunnen dergelijke klachten in veel gevallen worden voorkomen.

Herhaalde schildwachtklierprocedure
In een ander deel van het proefschrift wordt specifiek aandacht geschonken aan de herhaalde schildwachtklierprocedure bij patiënten met een lokaal recidief van borstkanker. Circa 5 tot 10 procent van de patiënten met borstkanker krijgt te maken met een lokaal recidief in de borst of thoraxwand. Tot voor kort werden, bij patiënten met een lokaal recidief en een eerdere negatieve schildwachtklierprocedure, alle okselklieren verwijderd. En bij patiënten van wie de okselklieren tijdens een eerdere behandeling werden verwijderd, werd tot dusver geen aanvullende okselstagering uitgevoerd.

Bij beide bovengenoemde patiëntengroepen zou volgens Sabrina Maaskant overwogen kunnen worden om de schildwachtklierprocedure te herhalen om enerzijds de regionale stagering van de tumor vast te stellen en anderzijds om afwijkende lymfedrainagewegen op te sporen. Deze aanbeveling is gebaseerd op een studie naar de herhaalde schildwachtklierprocedure bij patiënten die eerder een borstsparende behandeling ondergingen met schildwachtklierprocedure en/of verwijdering van de okselklier. Deze studie (Sentinel Node And Recurrent Breast Cancer) toont verder aan dat de herhaalde schildwachtklierprocedure veilig is. Daarom pleit Maaskant in haar proefschrift voor aanpassing van de richtlijnen met betrekking tot okselstagering bij patiënten met een lokaal recidief van borstkanker.

Impact micrometastasen
Sabrina Maaskant laat verder zien dat sinds de introductie van de schildwachtklierprocedure aan het begin van de jaren ’90 de opsporing van kwaadaardige cellen in de oksel is toegenomen. Dit heeft echter ook geleid tot zogeheten ´stadiummigratie´. Dat wil zeggen dat bij meer patiënten minuscule uitzaaiingen, zogenaamde micrometastasen, werden gevonden. Hierdoor worden deze vrouwen in een hoger, ernstiger, ziektestadium ingedeeld. Tussen 2003-2005 heeft dit geleid tot 10 procent meer vrouwen met de diagnose ´borstkanker met uitbreiding naar de oksel´ ten opzichte van de periode 1994-1996.

De vraag of chemotherapie noodzakelijk is voor vrouwen met micrometastasen in de schildwachtklier, hangt mede af van de vraag welke invloed deze micrometastasen hebben op de overleving. Uit een deelstudie blijkt dat, zelfs na correctie voor potentieel storende effecten, er géén invloed werd gevonden op de overleving van deze patiënten gedurende de eerste jaren na de diagnose.

Het idee is dat bij veel patiënten het biologisch gedrag van de tumor een sterkere voorspeller is van de ontwikkeling van metastasen op afstand dan de aanwezigheid van micrometastasen of geïsoleerde tumorcellen. ”Als dat daadwerkelijk het geval is, kan het in kaart brengen van de erfelijke eigenschappen van de tumor, een nuttige rol gaan spelen bij het adviseren van wel of geen chemotherapie bij borstkankerpatiënten met een positieve lymfeklier. Daarvoor is nog wel extra onderzoek nodig”, aldus Sabrina Maaskant.

De promotie van Sabrina Maaskant op het proefschrift ‘Clinical dilemmas in sentinel node biopsy for breast cancer’ vindt plaats op vrijdag 17 januari om 14 uur aan Maastricht University. Promotor is prof. dr. H.J.T. Rutten. Copromotores zijn dr. G.A.P. Nieuwenhuijzen (Catharina Ziekenhuis, Eindhoven), dr. R.M.H. Roumen (Máxima Medisch Centrum, Veldhoven) en dr. A.C. Voogd (IKNL).

Redactie Medicalfacts / Alida Budding - Hennink

Samen met mijn dochter Janine Budding verzorg ik dagelijks het online medisch nieuws voor zorgverleners, zodat zorgverleners elke dag weer op de hoogte zijn van het nieuws wat voor hen relevant is. De rol en beleving van patiënt & Healthy Ageing, zijn voor mij speerpunten om extra aandacht aan te besteden.

Ik heb jarenlang ervaring in diverse functies in thuiszorg.

Recente artikelen