In griepseizoen winter 2014/2015 ruim 65.000 griepdoden
ArrayUPDATE 22 maart 2020 i.v.m vragen:
Dit artikel ging over de griepcijfers van griepseizoen 2014. De 65.000 doden betrof de totale sterfte tijdens het griepseizoen. De griepepidemie in de winter van 2014/2015 duurde 21 weken en was daarmee de langste epidemie ooit in Nederland. Bijna twee miljoen mensen hadden last van griepachtige symptomen. Ongeveer 10.000 mensen werden in het ziekenhuis opgenomen voor complicaties als gevolg van griep, zoals longontsteking. Tijdens de griepepidemie stierven in Nederland meer dan 65.000 personen; dit is ongeveer 8.600 personen meer dan het verwachte aantal sterfgevallen in deze periode van 21 weken. Deze overmatige sterfte kan verband houden met griep. Dit waren de resultaten van het jaarverslag van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu over influenza en andere luchtweginfecties. In het jaarverslag staan de resultaten van de lopende bewaking en onderzoeken die het RIVM samen met partners uitvoert om de ontwikkelingen op het gebied van luchtweginfecties nauwlettend te volgen om tijdig passende maatregelen mogelijk te maken. Het griepvaccin dat jaar was ook minder effectief dan verwacht Van de twee voor de mens belangrijke typen griepvirus (type A en type B) werd griepvirus type A (H3N2) vooral aan het begin van seizoen 2014/2015 aangetroffen. Later in het seizoen domineerde het griepvirus type B. Een deel van de influenza type A-virussen bleek niet overeen te komen met de type A-stam in het griepvaccin. Daarom was het griepvaccin in dat seizoen minder effectief dan verwacht. Het is niet met zekerheid vast te stellen in hoeverre deze factor heeft bijgedragen aan de lange duur van de epidemie en het toegenomen aantal sterfgevallen in deze periode.
De griepepidemie in de winter van 2014/2015 duurde 21 weken en was daarmee de langstdurende epidemie ooit gemeten. Bijna 2 miljoen mensen hadden last van griepachtige klachten. Ongeveer 10.000 mensen werden opgenomen in het ziekenhuis voor complicaties van griep, zoals longontsteking. Tijdens de griepepidemie stierven ruim 65.000 mensen, dat is ruim 8.600 meer dan in deze 21 weken was verwacht. Deze oversterfte hangt waarschijnlijk samen met de griep. Dit blijkt uit het jaarrapport influenza en andere luchtweginfecties van het RIVM. Hierin staan de resultaten van het continue onderzoek dat het RIVM uitvoert in samenwerking met partners om ontwikkelingen op het gebied van luchtweginfecties tijdig te signaleren en hier op in te spelen.
Griepprik minder effectief dan verwacht
Zestigplussers en mensen met een chronische medische aandoening, zoals astmapatiënten, krijgen jaarlijks een griepprik aangeboden. Omdat er verschillende virussen zijn die steeds veranderen, wordt het vaccin elk jaar opnieuw ontwikkeld. Van de twee typen van het influenzavirus die voor de mens van belang zijn (A en B), is in het begin van het seizoen 2014/2015 vooral het influenzavirus type A(H3N2) aangetroffen. Later was dat vooral het influenzavirus type B. Een deel van de influenza type A-virussen bleek af te wijken van het type A-virus dat in het griepvaccin was opgenomen. De griepprik was daardoor in dit seizoen minder effectief dan verwacht. Het is niet met zekerheid vast te stellen in hoeverre dit heeft bijgedragen aan de lange duur van en de verhoogde sterfte tijdens de epidemie.
(Inter)nationale samenwerking voor passende maatregelen
De rapportage van het RIVM over de feiten en cijfers omtrent het griepvirus komt tot stand door de input van diverse partijen:
- Het NIVEL houdt het aantal mensen bij dat de huisarts bezoekt met griepachtige klachten en zorgt voor de bemonstering van patiënten.
- Op www.degrotegriepmeting.nl geven mensen griepachtige klachten door.
- Het CBS rapporteert de sterfgevallen.
- Het Erasmus Medisch Centrum geeft een gedetailleerde analyse van de virussen.
- Uit de laboratoriumresultaten vanuit Nederlandse ziekenhuizen wordt vastgesteld hoe vaak het griepvirus wordt gemeten.
Het RIVM verzamelt deze gegevens om passende maatregelen te kunnen nemen en te adviseren over het voorkomen en behandelen van griep. Daarbij rapporteert zij wekelijks aan de gezondheidsorganisaties WHO (World Health Organization) en ECDC (European Centre for Disease Prevention and Control) ten behoeve van het internationale beleid.
Voor het aankomende griepseizoen starten een aantal belangrijke nieuwe samenwerkingen. Het Jeroen Bosch Ziekenhuis en het LUMC gaan samen met het RIVM de ernstige luchtweginfecties in kaart brengen waar ziekenhuisopname voor nodig is. Ook zal het RIVM deel uitmaken van 24 organisaties uit 16 Europese landen die gezamenlijk de effectiviteit en impact van de griepprik bij ouderen onderzoeken.