Nieuw in het JBZ: Radioactief zaadje helpt tumor in de borst goed te verwijderen
ArrayIn verreweg de meeste gevallen begint de behandeling van borstkanker met een operatie; de tumor wordt operatief verwijderd. Het is de bedoeling om alle kwaadaardige cellen in één operatie weg te halen. Hiervoor moet de chirurg precies weten waar de tumor zich in de borst bevindt. Soms is de tumor niet goed of helemaal niet voelbaar. Dan is het nodig deze van te voren nauwkeurig te markeren zodat de chirurg de tumor weet te vinden (lokaliseren) tijdens de operatie. In het JBZ wordt hiervoor sinds deze week gebruikgemaakt van een moderne techniek: lokalisatie met behulp van een radioactief ‘zaadje’.
Het ‘zaadje’ is een radioactieve jodiumbron van 4 millimeter groot. Het zaadje geeft een hele lage dosis straling af. De radioloog plaatst met behulp van echo of röntgen en een holle naald het zaadje in de tumor. Tijdens de operatie spoort de chirurg het zaadje op met een detector. De tumor wordt vervolgens samen met het zaadje uit de borst verwijderd.
Voordelen
Tot nu toe bracht de radioloog vóór de operatie een dunne draad aan in de borst om de tumor te lokaliseren. Dit draadje kon pas vlak voor de operatie worden ingebracht omdat het draadje zich anders nog zou kunnen verplaatsen. Dit risico bestaat niet bij het radioactieve zaadje. Daardoor kan dit al meerdere dagen – of zelfs al maanden – voor de operatie worden ingebracht. Dit is ook prettig voor patiënten die voor de operatie chemotherapie ondergaan. Zij hoeven geen tweede lokalisatieonderzoek meer te ondergaan voor de operatie. Daarnaast kan de chirurg preciezer opereren en wordt minder onnodig weefsel verwijderd. Hierdoor is het resultaat voor de patiënt cosmetisch nog beter.
Deze ontwikkeling is tot stand gekomen door een nauwe samenwerking tussen de afdelingen radiologie, nucleaire geneeskunde, pathologie en heelkunde.