We gebruiken technologieën zoals cookies om informatie over je apparaat op te slaan en/of te raadplegen. We doen dit met als doel om de beste ervaring te bieden en om gepersonaliseerde advertenties te tonen. Door in te stemmen met deze technologieën kunnen we gegevens zoals bladeren gedrag of unieke ID's op deze site verwerken. Als je geen toestemming geeft of je toestemming intrekt, kan dit een nadelige invloed hebben op bepaalde functies en mogelijkheden.
The technical storage or access is strictly necessary for the legitimate purpose of enabling the use of a specific service explicitly requested by the subscriber or user, or for the sole purpose of carrying out the transmission of a communication over an electronic communications network.
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
The technical storage or access that is used exclusively for statistical purposes.
De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door je Internet Dienst Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
The technical storage or access is required to create user profiles to send advertising, or to track the user on a website or across several websites for similar marketing purposes.
neem X het aantal keer kop dat je zelf gooit, en Y het aantal keer kop dat de ander gooit. Je kunt dit uitwerken:
Het juiste antwoord is: A. Let wel dat het hier om de ‘vooraf-kans’ gaat. Zodra hij jouw worpen heeft gezien, verandert de kans dat hij vaker ‘kop’ gooit (stel: jij gooit 1x en hij 2x, jij gooit ‘munt’ en dat ziet hij gebeuren, dan is de kans natuurlijk groter dan een ½ dat hij vaker ‘kop’ gooit).
Waarom is die kans ½ ? Welnu, het is natuurlijk gewoon symmetrisch: hij gooit vaker ‘kop’ óf hij gooit vaker ‘munt’ dan jij (deze twee gebeurtenissen kunnen niet allebei optreden). Dus het gezonde verstand geeft het goede antwoord.
Je kunt het ook berekenen:
Stel jij gooit 1 keer en hij 2 keer. Jij noteert met X het aantal keer dat je ‘kop’
gooit, en met Y het aantal keer dat hij ‘kop’ gooit.
De kans dat (X=0 en Y=1 of 2) OF (X=1 en Y=2) is dan:
1/2(1/2 1/4) 1/2 x 1/4 = 1/2.
Stel jij gooit 2 keer en hij 3 keer. Jij noteert met X het aantal keer dat je ‘kop’
gooit, en met Y het aantal keer dat hij ‘kop’ gooit.
De kans dat (X=0 en Y=1 of 2 of 3) OF (X=1 en Y=2 of 3) OF (X=2 en Y=3) is dan:
1/4(3/8 3/8 1/8) 1/2(3/8 1/8) 1/4 x 1/8 = 1/2.
De algemene berekening waarbij jij n keer gooit en hij n 1 keer, is wat technischer, maar het idee is steeds hetzelfde.