Vrije prijzen voor dermatologie en oogheelkunde
ArrayHet vrije deel van de ziekenhuiszorg, het B-segment, kan in 2009 worden uitgebreid. Dermatologie en delen van de oogheelkunde zijn geschikt voor vrije prijsvorming. Ook vindt de NZa dat verschillende behandelmethodes voor dezelfde aandoening in hetzelfde segment moeten vallen. De NZa constateert positieve ontwikkelingen in het vrije deel van de ziekenhuiszorg, maar acht een verregaande uitbreiding op dit moment nog voorbarig. Dat adviseert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) minister Klink in een rapport dat vandaag verschijnt.
Aan de hand van een aantal economische criteria heeft de NZa onderzocht welke delen van de zorg in aanmerking komen voor plaatsing in het B-segment. Om het B-segment beter te laten werken is overheveling van vergelijkbare zorg naar hetzelfde segment noodzakelijk. Vaak zijn voor één aandoening verschillende behandelmethodes mogelijk, waardoor de ene arts een andere DBC kan openen dan de andere. Dit geldt bijvoorbeeld voor borstkanker. Het DBC systeem werkt beter als er per aandoening de behandelmethodes voor dezelfde aandoening in hetzelfde segment vallen. Zo wordt voorkomen dat prijsafwegingen invloed hebben op de behandeling van de patiënt. Dermatologie en delen van de oogheelkunde volgens de analyse van de NZa geschikt voor vrije prijsvorming.
De NZa heeft op verzoek van minister Klink onderzocht of het B-segment in 2009 verder kan worden uitgebreid. Daarvoor zijn de ontwikkelingen in het B-segment tot nu toe geëvalueerd en de contractafspraken die tot nu toe voor 2008 zijn gemaakt onderzocht. Omdat de onderhandelingen nog niet zijn afgerond betreft dit ongeveer 10% van de contracten. De NZa kan dan ook nog geen harde conclusies trekken voor de rest van de ziekenhuiszorg. Wel constateert de NZa diverse positieve ontwikkelingen. Het vrijgeven van de prijzen heeft geleid tot nieuwe toetreders en daarmee tot concurrentie op de markt en meer keuzemogelijkheden voor de consument.
De NZa ziet geen reden om aan te nemen dat de prijzen en volumes in 2008 fors zullen toenemen. De eerste contractafspraken van 2008 wijzen erop dat verzekeraars er steeds beter in slagen afspraken te maken over de prijs, de kwaliteit en het volume van de ingekochte zorg. Dit zou kunnen wijzen op een verbetering ten opzichte van voorgaande jaren, waarin de NZa constateerde dat de zorgaanbieders meer onderhandelingsmacht hadden dan de verzekeraars. Dit werd met name veroorzaakt doordat verzekeraars onvoldoende informatie hadden over de verschillende zorgaanbieders om verzekerden te sturen in hun keuze. Een verregaande uitbreiding van het vrije deel acht de NZa op dit moment niet verantwoord omdat nog niet zeker is of de onbalans op de zorgmarkt inmiddels is verminderd. Tegen de zomer verschijnt de monitor B-segment waarin de NZa op basis van alle onderhandelingen kan analyseren hoe de verhoudingen op de markt zich hebben ontwikkeld. In deze monitor adviseert de NZa de minister over eventuele vervolgstappen.
Verwant aan dit onderwerp is het NZa advies over prestatiebekostiging medisch specialisten. Ook dit advies wordt 10 april openbaar.
Bijlage