Rapportage topinkomens publieke en semipublieke sector in de zorg hapert
Array
De meting van de stijging of daling van de topinkomens in de zorg in 2007 is mislukt doordat het ministerie van Volksgezondheid vanwege administratieve lastenverlichting voor de sector onvoldoende gegevens heeft vergaard om een vergelijking van 2007 met 2006 te maken, dat schrijft het NRC. Sinds vorig jaar is de jaarlijkse analyse van het ministerie van VWS bij de WOPT-rapportage gevoegd. Beide rapportages zijn samen in één brief aan de Tweede Kamer aangeboden door de minister van BZK mede namens de bewindspersonen van VWS. „Helaas is dit niet gelukt†schrijft het ministerie van Volksgezondheid in een toevoeging aan de lijst van topinkomens en gouden handdrukken bij de rijksoverheid, gemeenten, zorginstellingen, woningcorporaties en andere instellingen die grotendeels met belasting- en premiegeld worden gepubliceerd.
De toevoeging staat op de website van het ministerie van Binnenlandse Zaken. In totaal heeft het ministerie van Volksgezondheid de beloningen van 1.196 directeuren van ziekenhuizen en instellingen in de geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg en verpleging, verzorging en thuiszorg geturfd. De gemiddelde beloning is 137.166 euro. Ziekenhuisdirecteuren worden traditioneel het best beloond met gemiddeld 176.251 euro. Dat is vrijwel de maximale beloning in de (semi)publieke sector van 176.000 euro die het kabinet propageert.
Â
De gezondheidszorg was de eerste semi-publieke sector die vanaf 2003 volledige openheid over beloningen van bestuurders moest geven. De cijfers en de analyse daarvan stuurde het ministerie van Volksgezondheid jaarlijks naar de Tweede Kamer. Openbaarmaking van topinkomens moet het debat over de hoogte van de beloningen stimuleren en aanzetten tot matiging.
Het is opvallend dat de bestuurders stelselmatig duidelijk meer verdienen dan de norm die is vastgelegd in de regelingen van twee beroepsorganisaties in de branche zelf, een van de bestuurders en een van leden van raden van toezicht op zorgbedrijven. Driekwart zit boven de norm van de toezichthouders, 32 procent zit boven de bestuurdersnorm.
Bron: NRC
